Down Under 2020

 

frans en Margareth met een 8 maanden oude Tasmaanse Duivel

2 Januari 2020 vertrekken we weer naar Australië. Deels om onze vrienden daar te bezoeken en natuurlijk ook om weer een mooi nieuw stukje van dit prachtige continent te ontdekken. Dit keer wordt dat Tasmanië. We zijn benieuwd….

Woensdag 26 Februari 2020, Weer thuis

We zijn weer thuis…

De 12 uur durende vlucht van Hongkong naar Amsterdam verloopt een stuk rustiger dan die van Melbourne naar Hongkong. Amper turbulentie, lekker eten, een glaasje wijn en dankzij een slaaptabletje zelfs nog 4 uur geslapen ook. Dat alleen is al een wonder. Alleen de weergoden hebben een geintje uitgehaald. Er ligt sneeuw! Het verschil met een dag eerder is maar liefst ruim 30 graden celcius. Brrr, dat wordt wel wennen!

De sneltrein brengt ons in 40 minuten naar Breda en als we het station uit lopen staan Karin en Cissy al met de kleinkinderen te zwaaien. Wat heerlijk om iedereen weer te zien. Dikke knuffels alom. Alleen wel een erg kille thuiskomst. Het is maar 11 graden in huis. Uitgerekend vandaag is de kachel op storing gesprongen. Gelukkig heeft Frans het zo verholpen maar het duurt lang voor de temperatuur binnen weer aangenaam is.

Snel de koffers doorspitten om iedereen zijn souveniertje te kunnen geven. Kater Pukkie laat even weten dat hij het niet leuk vindt dat wij hem zo lang alleen gelaten hebben en verstopt zich met luid gemiauw onder ons bed. Inmiddels is hij ontdooid en doet zijn uiterste best om mijn blog te saboteren door steeds over mijn toetsenbord heen te lopen en kopjes te geven. Ik laat hem maar even…

Dit is toch echt het laatste verslag van deze vakantie. Een prachtige en vooral ook heel indrukwekkende vakantie. We hebben heel veel gezien en prachtige nieuwe gebieden bezocht. We hebben ook van heel dichtbij gezien wat de verschrikkelijke bosbranden hebben aangericht. De radeloosheid of gelatenheid van slachtoffers, maar ook de vastberadenheid om terug te winnen wat ze hebben verloren. De blijdschap als het eindelijk begint te regenen waardoor er een einde aan de branden komt en het gras weer begint te groeien. We hebben zelf gezien hoe de natuur zich al weer terug begint te vechten met jonge groene sprieten op zwartgeblakerde boomstammen. En we kunnen alleen maar hopen dat ook de dieren er weer bovenop zullen komen. Vooral voor de koala’s zijn er grote zorgen. Zij waren al bedreigd maar staan nu echt op het randje van uitsterven. Hopelijk kan dat worden voorkomen want de wereld is echt een stukje armer zonder deze prachtige buideldieren!

We hebben de meesten van onze Australische vrienden weer gezien en leuke dingen met hen gedaan. We hebben geknuffeld met een koala. In het wild zagen we wombats, een platypus, kangaroos, kookaburra’s, kaketoes, een lyrebird en vele andere prachtige exotische vogels. En we hebben heerlijk rondgestruind in mijn prachtige Australia. Ik mis het nu al….

Dat alles hadden we niet kunnen doen als onze dochters Karin en Cissy en onze buurman Jan niet zo geweldig goed voor onze kat Pukkie hadden gezorgd. En het is nogal wat om dat 8 weken lang te doen. Geweldig, dank je wel daarvoor! Karin en Cissy hebben ook nog eens het hele huis opgefrist voor onze thuiskomst en de koelkast met de eerste noodzakelijke boodschappen gevuld. Geweldig meiden, we maken er dankbaar gebruik van!

Ik wil ook jullie allemaal bedanken voor het volgen van onze belevenissen. Ik heb er van genoten om de blog te schrijven maar het is nog leuker om te horen dat hij ook echt gelezen en gewaardeerd wordt. Het viel niet altijd mee om elke dag een stukje te schrijven maar gesteund door jullie reakties is het me toch weer gelukt. Bedankt daarvoor!

Wij gaan nu uitrusten van een heerlijke tijd en een vermoeiende reis. Want helaas is nu toch echt onze mooie vakantie voorbij….

Dinsdag 25 Februari 2020, Vertrek naar Hongkong

En dan is de dag van vertrek toch echt aangebroken. Ik kan niet geloven hoe snel dat gegaan is. Het lijkt vorige week dat we zijn aangekomen!

Zoals ik al verwacht had heb ik niet veel geslapen deze nacht. Ook Frans heeft wel eens betere nachten gehad. We zijn dan ook allebei lang voor tijd wakker. Veel hoeven we niet te doen. De koffers hebben we gisterenavond al ingepakt, daar hoeven alleen de laatste dingen zoals toiletspullen en nachtgoed nog maar in. En dan kan het wachten beginnen…

Wachten is niet de sterkste kant van Frans. We moeten om 11.00 uur bij de instapplaats zijn. Dat is 10 minuten lopen. Maar om 10.00 uur maakt hij al aanstalten om te gaan. Hij houdt het nog tot 10.30 uur uit maar dan wil hij toch echt weg. 

Tom loopt met ons mee. En wacht met ons mee want de bus komt pas om 11.25 uur aanrijden. En dan moeten we ook van hem afscheid nemen. Gelukkig niet voor lang want over enkele maanden komt hij naar Europa en zal dan ook Nederland even aan doen. Dat maakt het afscheid ietsje makkelijker….

De incheck balie van Cathay Pacific is helemaal self service. Zelf instapkaarten printen, zelf kofferlabels printen en zelf koffers inleveren. Maar die vlieger gaat voor ons niet op want al meteen als ik mijn paspoort scan geeft de automaat aan dat ik geen boardingpas krijg maar er personeel bij moet halen. Ik dacht het wel… Altijd als we Australia verlaten is er gedonder om mijn paspoort. Ik MOET Australia in EN uit reizen met mijn Australische paspoort. Maar daar mag ik Nederland niet zonder visum mee in. En bij het inchecken wordt gecontroleerd of er een visum aanwezig is. Zo niet, dan zegt de automaat: Geen visum, niet reizen. Check ik in met mijn Nederlandse Paspoort dan zegt hij dat ik Australia niet uit mag….

Gelukkig wordt het snel door het personeel opgelost. De paspoorten worden handmatig gecheckd en we kunnen door. Bij de douane gebeurt nog een keer hetzelfde maar ook daar wordt het handmatig nagekeken. Poepoe, wat een gedoe!

De vlucht is niet zo heel erg rustig. We hebben bijna de hele vlucht erg veel last van turbulentie. Een keer gaan we zelfs een flinke luchtzak in. De gordels moeten aan en voor we het weten schudt het vliegtuig flink en valt een stukje naar beneden. Owww, mijn hart zit in mijn keel en ik knijp Frans zijn benen fijn. Die arme man moet wel onder de blauwe plekken zitten straks! Gelukkig is het maar 1x en vliegen we daarna weer redelijk rustig verder. Tjonge, hebben we dat ook weer een keertje mee gemaakt!

Na 8,5 uur zijn we dan eindelijk in Hongkong. De landing verloopt voorspoedig maar na de duik in die luchtzak ben ik toch meer gespannen dan normaal. Ik krijg het benauwd en merk dat ik begin te hyperventileren. Het kost wat moeite maar ik krijg het weer tijdig onder controle. Ik zet mijn telefoon aan en zie dat er een bericht is ingesproken. Daar zit het Australische kaartje nog in. Helaas lukt het niet om het van hier uit af te luisteren dus ik zal nooit weten wie het is geweest….

Op de luchthaven in Hongkong wordt gecontroleerd of we geen koorts hebben voor we verder mogen voor de volgende vlucht. Daar moeten we 3 uur op wachten. Kan ik mooi even de blog bijwerken!

We vliegen terug in de tijd. We hebben al 3 uur ingehaald, op de 12,5 uur durende vlucht naar Amsterdam halen we nog eens 6 uur in. Dus de dag is voor ons nog lang niet voorbij!

Maandag 24 Februari 2020, Sea Life Melbourne

De laatste dag hier in Australia. We brengen hem door in het Sea Life Aquarium in Melbourne. We wilden er de eerste week dat we hier waren al heen maar het was toen zo druk dat we maar door gelopen zijn. Vandaag een tweede kans…

Er staat nog steeds een flinke rij maar het is niets vergeleken met 8 weken geleden. Dus gaan we naar binnen. We worden al meteen opgevangen door een aardige jonge vrouw. Zij controleert de tickets en maakt meteen foto’s. Nou, die zien we straks wel weer. 

We zijn jaren geleden eens in het Aquarium geweest maar het blijkt helemaal verbouwd. Het lijkt niet eens meer op het oude Aquarium. Het zoet er prachtig uit en is nu geweldig voor kinderen. Overal interactieve spelletjes voor hen. Een grote ruimte waar vissen op de muur worden geprojecteerd. En hoe meer kinderen er bewegen, hoe meer vissen er zwemmen. Kleurspelletjes, van alles. Veel aquariums zijn lager geplaatst zodat de kinderen er ook in kunnen kijken. Overal tunneltjes met halve glazen bollen voor hen zodat ze midden in de bakken hun hoofd omhoog kunnen steken om te kijken.

We mogen voelen hoe een zeester aan voelt (lijkt wel van steen!) en hoe een haaienei aanvoelt onder water (net rubber). En de bakken zijn prachtig ingericht. Vele soorten vissen en koraal, het is er allemaal.

Het mooiste is de grote bak met de verschillende soorten haaien, stingrays en roggen. Een enorm aquarium met daaronder een glazen tunnel. Het voelt alsof je zelf tussen de vissen door loopt. Prachtig! De dieren zijn enorm groot. Sommigen zijn beschadigd. Er worden hier ook vissen opgevangen uit het wild. Indien mogelijk worden ze later weer uitgezet. Kan dat niet meer dan kunnen ze eindigen in een van de Aquariums hier.

We spelen ook nog een interactief spel. We moeten plastic zakken uit de oceaan opruimen vanuit een onderzeeboot. Maar we mogen geen kwallen raken. Helaas brengen we er niets van terecht. We hebben de zee niet gered….

Er is ook nog een 4D film. De tekenfilmfiguur gaat per ongeluk tijdreizen en komt er achter dat er over een tijdje geen natuur meer zal zijn. Triest, maar als we niet opletten zou dat zomaar kunnen gebeuren. Tenslotte nog een kijkje bij de pinguins. En dan blijkt dat we zo lang in het Aquarium zijn geweest dat de intree inmiddels is gesloten. Maar daar liggen onze jassen nog in de kluis…

Een aardige medewerker maakt de deur weer voor ons open. Ik vind het wel een rare constructie om de kluisjes bij de ingang te zetten en die dan 1/2 uur voor sluitingstijd dicht te doen. Maar goed, we hebben onze jassen. Niet dat we ze nu nodig hebben maar morgen gaan we weer naar huis. En daar is het koud en nat….

Vanavond gaan we met Tom naar een Maleisisch restaurant in de buurt. Afscheid en tevens een bedankje voor de gastvrijheid. Het eten is er heerlijk, hier wil ik elke week wel heen! En nog heel betaalbaar ook. Voor zo’n 60 euro hebben we er met 3 personen gegeten en gedronken. Met een lekker dessert toe.

En dan is het weer tijd om terug te gaan. Onze laatste avond in Australia zit er weer bijna op. Ik hoop echt dat we nog eens terug kunnen komen. De toekomst zal het leren….

Nog even de blog bijwerken en dan is onze laatste mooie vakantiedag in Australia ook alweer voorbij….

Zondag 23 Februari 2020, Melbourne City

Nog 1 keertje naar de Queen Victoria Markets. Nog even op jacht naar de laatste souveniertjes. Maar eerst even flink insmeren met zonnebrandcreme want het wordt vandaag 30 graden!

Het is druk bij de Markt. Gezellig druk dan wel. De Queen Victoria Markets bestaat uit een enorm dak, geen muren, waaronder de kramen staan.  En dat is maar goed ook want bij 30 graden celcius is elk stukje schaduw mooi mee genomen. Bij de markt is een “Foodcourt”, een ruimte met aan de zijkant 6 eettentjes uit alle hoeken van de wereld. In het midden staan de tafels en stoelen. Ieder kan dan halen wat hij wil en je kunt toch samen eten. Geweldig! 

Rondom de markt nog diverse andere eetkraampjes. Zelfs een met gefrituurd ijs. Die laten we maar schieten, ziet er niet echt lekker uit.

We kuieren op ons gemakje over de markt. Veel hoeven we niet meer te hebben maar we genieten er ook altijd van om hier gewoon rond te lopen. We maken ook gebruik van de foodcourt maar komen niet verder dan Fish and Chips met salade. We worden geholpen door een jonge knul. Hij pakt een paar vieze borden en wil daar ons eten op scheppen. Dacht het niet! Ik vraag of het mogelijk is om ons eten op een schoon bord geserveerd te krijgen en met een rood hoofd verwisselt hij de borden. Maar het vertrouwen in de hygiene van de tent is wel weg! En het smaakt nog maar middelmatig ook.

De souveniertjes zijn allemaal gevonden. We wandelen terug door de Swanson Street. En weer valt ons op hoeveel zwervers hier rondhangen. We komen er zeker 20 tegen! Ze slapen of ze zitten wezenloos voor zich uit te staren met een kartonnen bord in de handen: “Homeless, please help.”

Het is verschrikkelijk druk op straat. De hele stad lijkt te zijn uitgelopen voor de zondagmiddag. En toch voelt het niet vervelend. Ook in de City vinden we weer straatartiesten. Muziek op bijna elke hoek en mensen die in de parkjes van de zon zitten te genieten. 

We brengen de spulletjes terug naar het appartement van Tom en brengen daar een paar rustige uurtjes door. Dan is het weer tijd om naar de Princes Bridge te gaan. We gaan foto’s maken van de zonsondergang vanaf de brug. En avondfoto’s als eenmaal de verlichting brand. 

Helaas valt de zonsondergang een beetje tegen. Er verschijnen niet zoveel kleuren als we hopen maar het is niettemin prachtig om te zien. Ik geniet er met volle teugen van. Maar het maakt me ook verdrietig. Want overmorgen moeten we weer naar huis en ik weet niet of ik dit ooit nog zal zien. Mijn mooie Melbourne…. het zit zo diep in mijn hart…. wat zal ik het missen!

De avondfoto’s zijn ook mooi (vinden wij tenminste). We slenteren nog even langs de rivier en genieten van de gezelligheid om ons heen. Terwijl we daar lopen bel ik ook nog even naar mijn zus. De techniek staat voor niets! Wat fijn om zo met elkaar te kunnen praten! En dan is het weer tijd om terug te gaan. Ik moet nog een hoop foto’s uitzoeken!

Nu nog even de blog…. en dan is er weer een mooie dag voorbij….

 22 Februari 2020, Chapelstreet, St. Kilda

Na het ontbijt lopen we naar de tramhalte. Bij Tom voor de deur zijn ze bezig aan een van de enorme wolkenkrabbers. Een gigantische hijskraan haalt van alles van het dak af. Ze zijn er al maanden mee bezig. De hele straat staat vol spullen en er kan geen verkeer meer door.

De eerste stop is Chapel Street. Een winkelstraat in een van de wijken buiten de City. Chapel Street is niet glamoureus. Een gewone winkelstraat. De huizen zijn prachtig maar niet allemaal even goed geconserveerd. Over de trottoirs hangen afdakken zodat het winkelende publiek niet in de zon hoeft te lopen. er zijn wel wat duurdere winkels maar de meesten hebben een normale prijs. En het is bere gezellig om hier te zijn.

Wat ook op valt zijn de vele Op-shops, 2e hands winkels. Er zijn er bij waar vanalles in de winkel is gepropt maar de meesten hebben echt mooie spullen in de verkoop. Je kunt er voor een paar centen een heel huis van inrichten zonder dat iemand ziet dat het 2e hands spullen zijn. Veel van deze Op-shops halen met de verkoop geld op voor een goed doel.

We lopen ook binnen in de Jam Factory. Een winkelcentrum in een oud fabrieksgebouw. Het is niet meer als zodanig te herkennen. Eigenlijk ben ik er binnen gelopen omdat Keith Paulusse een boek heeft geschreven (Big Bunches at the Jam Factory) dat voor een groot deel hier afspeelt. Maar er is flink verbouwd en gemoderniseerd, er is niets meer van die tijd over.

We nemen de tram naar St. Kilda. Deze wijk van Melbourne ligt aan de Port Phillips Bay. We stappen uit de tram en hebben metteen een mooi overzicht over het strand en de Bay. Prachtig is het hier. Op het water zijn kite surfers bezig. Met een enorme snelheid scheren ze over de Bay, vooruit getrokken door hun vliegers. Er zijn hier best veel mensen op het strand. Maar vergeleken bij een zonnige dag bij ons is het leeg. We genieten een tijdje van het heerlijke weer en het mooie uitzicht en lopen daarna naar het Theater en het Lunapark. Een stukje uit mijn jeugd.

Mijn moeder staat op een foto voor de ingang van het Lunapark. Dat is een gigantische clown. Die is er nog steeds. Er voor staat een groep Zuid-Amerikaanse dansers. Er blijkt een festival in het park ernaast. Helaas staan er zo’n 100 mensen in de rij om binnen te kunnen als er weer gasten zijn vertrokken. Daar gaan we maar niet bij staan. De dansers geven een demonstratie. Ze zitten beslist niet allemaal even strak in het vel en ik vind het enorm knap dat ze allemaal hier in een string durven te staan! Het dansen vind ik niet veel aan maar een van de meiden heeft op allebei haar zijden een tatoe van een leeuw staan. Hoewel ik niet van een tatoe houd vind ik de plaatjes wel erg mooi getekend.

Naast het Lunapark staat het Palais Theatre. Ook dat staat op de foto’s van mijn ouders. We lopen er heen maar helaas blijkt het gesloten. Frans probeert door de glazen deuren wat foto’s te maken en dan komt een medewerker vragen of we even naar binnen willen. Wat geweldig weer! We maken er dankbaar gebruik van om de prachtige foyer op de foto te kunnen zetten. 

Tenslotte een wandeling door Acland Street. Het eerste wat ons daar opvalt zijn de vele bakery’s met heerlijke taartjes in de etalages. Die proberen we nog wel eentje voor we hier weg zijn! 

De tram zet ons weer af voor het Flinder Street Station. Onderweg langs de Yarra River zijn de straatartiesten weer volop aanwezig. De terasjes zitten weer bomvol en overal klinkt muziek. Een heerlijke gezellige zaterdagavond. En dan staat er ineens een protestgroep tegen dierenleed. Zij protesteren tegen de vreselijke toestanden die er nog steeds zijn in de slachthuizen wereldwijd. Ze staan in een kring met de ruggen naar elkaar. Ze zijn volledig in het zwart gekleed en hebben witte maskers op. Drie van hen houden een scherm vast. Op elk scherm speelt een andere film. Ze tonen de misstanden met koeien, met varkens en met kippen. Vreselijk om te zien.  De groep staat doodstil en zegt geen woord. En alles bij elkaar is het enorm indrukwekkend. Ik pink stiekem een traantje weg als ik er langs loop. Ik eet al niet veel vlees maar denk er serieus aan om het helemaal te verbannen. Vreselijk dat een dier dat moet meemaken omdat ik zonder er bij na te denken een stuk vlees op mijn bord gooi…

Terug bij Tom bellen we nog even onze dochters. Ze blijken allebei in ons huis bezig om het weer in orde te maken voor onze thuiskomst. Geweldig dat ze dat doen! Betekent helaas wel dat we weer bijna naar huis gaan!

Terwijl Frans samen met Tom nog naar een detective op TV zit te kijken werk ik weer aan de blog. En dan is er weer een mooie dag voorbij!

Vrijdag 21 Februari 2020, Melbourne City

We hebben net ontbeten als Anne binnen komt lopen. Ze heeft de post uit de bus gehaald. En er is wat voor ons bij. Alweer! Dit keer is het een pakje van Barbara. Ze heeft ons een mooie kussensloop met de blauwe wren (vogeltje) gestuurd met een lieve brief erbij. Wat fijn dat we dat nog net op tijd hebben ontvangen!

En dan is het weer tijd om afscheid te nemen. Goldie komt er haar bed niet voor uit en de galah’s gaan er vandoor als we de tuin in lopen. Zij vinden afscheid waarschijnlijk ook niet leuk…. We hebben hier een geweldige tijd gehad bij Anne en Jeff. Ik voel me verdrietig omdat we niet zeker weten of we hen ooit nog weer zien. 

Het is 129 km naar Bargain waar we de auto in moeten leveren maar we doen er ruim 2 uur over. Het verkeer rondom Melbourne is een chaos. En dan moeten we ook nog een stukje door het centrum. Met ons autootje tussen de enorme vrachtwagens…. ik ben blij dat ik hier niet hoef te rijden, ik vind het maar niks. Ik slaak een zucht van verlichting als we eindelijk de Freeway op rijden. Helaas komen we daar al snel in de file terecht. Nou ja, we hebben tijd genoeg….

Het inleveren van de wagen stelt niets voor. We worden buiten al opgevangen, moeten de sleutel afgeven, de man kijkt even rond de auto, doet de deuren open en kijkt er even in en zegt vervolgens: “Oke!” Dat was het dan. Nog geen kwartier later staan we op het vliegveld op de Starbus te wachten die ons terug naar de City brengt.

We geven de koffers bij Tom af en na een kop koffie lopen we de City in. We moeten nog wat ophalen dat we de eerste week hebben besteld. We hebben nog niets gegeten dus kopen we een frietje. Heerlijk. We lusten ook nog wel een ijsje maar dat hebben ze hier niet. Lopen we toch een stukje verder de Elisabeth Street in, daar komen we vast wel wat tegen. We lopen en lopen maar kunnen nergens een zaak vinden waar ze ijs verkopen. Uiteindelijk komen we helemaal aan het eind van de straat aan en daar zit een Mac Donalds. Die hebben lekker ijs! Na de lange wandeling genieten we er extra van!

We lopen weer terug naar de Flinder Street. Bijna een uur later zijn we terug bij de frietzaak. En wat blijkt…. daar zit ook een Mac. Recht er tegenover! Pffff. 

Om nog even rond te kunnen kijken in de City pakken we de City Circle Tram. Een historische tram die door de City kachelt. Hij maakt een mooie ronde en vertelt wat er te zien is. Als we weer helemaal aan de andere kant van de City zijn stopt de tram en vertelt de machinist dat hij slecht nieuws heeft. Er is een blokkade, de tram kan niet verder. Jeetje, staan we weer aan de verkeerde kant van de stad. Maar deze keer lopen we niet terug, we nemen een ander tram.

Voor we terug naar Tom gaan pikken we nog een terrasje. Glaasje wijn, cappucino, colaatje. Maar als we af  gaan rekenen staat er veel meer op de rekening. Blijken de mensen die voor ons aan de tafel zaten zonder betalen weg gelopen. Wij zijn er daarna gaan zitten en krijgen nu hun rekening gepresenteerd. Dat dacht ik niet hoor! Het duurt even maar als de ober die ons geholpen heeft er bij komt is het zo geregeld. Poe poe hebben wij weer! 

We wandelen langs de rivier terug naar Tom. Het is bere gezellig langs het water. Alle terrasjes puilen uit, overal muziek en straat artiesten. Mijn Melbourne, zolang ik er niet met een auto doorheen hoef, een heerlijke stad!

Nu nog even de blog bijwerken en dan is er weer een mooie dag voorbij!

Donderdag  20 Februari 2020, Sorento

Welkom in Australia, het land van de enge, giftige en angstaanjagende dieren…. Het zou zomaar de slogan van vandaag kunnen zijn!

We rijden met Anne naar Sorento. Een stadje bijna aan het eind van de Mornington Peninsula. Het schiereiland is hier heel smal met aan de ene kant de Port Phillip Bay en aan de andere kant de Bass Strait. We rijden Sorento binnen en gaan dan eerst kijken aan de kant van de Bass strait. Een prachtig stuk natuur. Groene duinen aan een wilde zee vol ruwe rotsen. Het water kletst er af en toe hoog overheen. We nemen de trap naar het uitkijkpunt bovenop de duinen. Ik zie dat ook hier de vervuiling heeft toegeslagen. Langs de trap ligt overal afval neergesmeten. Waar is dat toch voor nodig???

Het uitzicht is schitterend. Wilde golven aan een ruige kust aan de ene kant en een spiegelgladde Port Phillip Bay aan de andere kant. Een stukje verderop langs de ruwe kust zien we een rots liggen die de passende naam “The Sfinx” heeft gekregen. En inderdaad, met wat fantasie zou je er een sfinx in kunnen zien die over de zee uit ligt te kijken.

Vervolgens kijken we in Sorento rond. Het is nogal een dure plaats. De elite van Melbourne heeft hier zijn vakantiehuizen. En die zijn niet mis! Als we ons hyundai accentje parkeren staan we tussen de mercedessen en de BMW’s… ik denk niet dat we hier veel zullen kopen…. Maar het is een gezellige plaats om even doorheen te wandelen en de prijs van de koffie valt reuze mee. 10 dollar (euro 6,10) voor een vanille slice (soort tompouce) vinden we toch echt te gortig, die laten we maar zitten.

De medewerkster van het informatieburo heeft ons een wandeling aangeraden langs de vakantiestulpjes van de rijken. Leuk om eens te zien hoe de elite van Melbourne vakantie viert! Het pad langs de woningen loopt aan een kant langs de tuinen en aan de andere kant aan de rand van de klif. We gaan een poortje door… en kijken onze ogen uit. Vakantiewoningen…. daar kun je hele weeshuizen in vestigen! Enorme villa’s, prachtige ouderwetse woningen en hypermoderne, sommige met een zwembad, al dan niet overdekt, prachtige tuinen, en allemaal een eigen trap langs de duinen naar beneden en een pier op het strand. Verboden toegang.  Enkele eigenaren hebben langs de pier een groot vierkant afgezet en daarmee een zwembad in de baai gevormd. Kleedruimte en douches op de pier erbij. Jeetje, en dat voor een paar weken per jaar!

Een prachtige oude villa gaat al jaren van ouder op kind over. Maar nu is het van een ouder stel dat geen kinderen heeft. Als zij overlijden gaat het naar de kerk. Nou, ik weet daar nog wel een ander goed doel voor!

We wandelen hetzelfde pad weer terug. Frans loopt een stukje voor ons. Na een paar minuten maakt hij een sprongetje en loopt snel terug in onze richting. Verbaast vraag ik wat er aan de hand is…. EEN SLANG!!! Er ligt een grote dikke slang. Met zijn zwarte kraaloogjes ligt hij ons aan te staren. Prachtig maar tegelijk ook doodeng. We wachten even en maken herrie. We stampen op de grond om hem weg te jagen. Maar hij vertrekt geen spier en bekijkt stoicijns wat wij staan te doen. Achteraf gezien kan hij misschien ook wel geen kant uit want hij ligt aan de rand van de cliff. 

We gaan er niet langs, dat vinden we te gevaarlijk. Hij ligt vlak langs het smalle pad en we zouden hem op zo’n 30 cm moeten passeren. Laat hem maar lekker liggen, wij lopen wel om! We nemen de route terug langs de andere kant van de huizen. Kunnen we het van daaruit ook metteen bekijken.

Tenslotte nog even naar de uitkijkpost bij Arthurs Seat. Een park op de top van de berg bij Dromana. Als het helder genoeg is kun je over de Port Phillip Bay heen de City van Melbourne zien liggen. Over de weg is dat ruim 100 km! We hebben geluk, heel in de verte zien we heel vaag de wolkenkrabbers staan. Mooie gelegenheid voor Frans om zijn telelens eens uit te proberen. En jazeker, hij heeft er een paar hele mooie foto’s van kunnen maken!

De week bij Anne en Jeff zit er weer bijna op. De koffers zijn ingepakt, de auto is gewassen zodat we hem morgen netjes in kunnen leveren voor we naar Tom terug gaan. Voor nu nog even werken aan de blog. Zonder het gezelschap van de spin, die is verdwenen. Ik weet niet of ik dat wel zo leuk vind, ik vond het prettiger toen ik hem kon zien en wist waar hij uit hing!

En dan is er weer een mooie dag voorbij!

 

Woensdag 19 Februari 2020, Mainridge

De 50e verjaardag van Anne’s dochter Wendy. Een mooie reden voor Anne om ons aan haar vrienden voor te stellen. Dus er moet een feest gevierd worden!

Anne is al 2 dagen aan het redderen om alles voor vandaag in orde te krijgen. Organiseren blijkt niet haar sterkste kant. En dan is ook nog de speciale verjaardagskaars die ze voor Wendy heeft gekocht nergens te vinden. Gelukkig komt hij nog net op tijd tevoorschijn.

Wendy is vanmorgen al vroeg aangekomen om te helpen en in een mum van tijd staat alles klaar. Wij worden weg gestuurt, er is niets meer voor ons te doen. “Ga lekker zelf wat doen, om 12.00 uur terug dat is tijd genoeg!” Dus doen we dat maar. 

We rijden naar de Kmart om een paar foto’s voor Anne te laten afdrukken. We zien er ook nog een leuk lijstje met opschrift “Friends”. Daar doen we een foto waar we met zijn drieen op staan in. Dat is voor Anne als bedankje. 

Als we in het huis van Wendy aankomen zijn de eerste gasten al aanwezig. Het begin is wat ongemakkelijk maar al snel raken we aan de praat en de rest gaat vanzelf. Het wordt een gezellige lunch met veel te veel eten. Daar had een heel leger van kunnen doen! Wendy krijgt nog 2 dagen gasten en ik denk niet dat ze nog iets bij hoeft te kopen! Er is ook een taart voor Irene die op dezelfde dag verjaart als Wendy. En de verjaardagskaars draait prachtig rond, voor hij zijn blaadjes opent. Alleen als ze hem van de taart willen halen valt hij bijna op de grond. Anne kan hem nog net redden maar nu liggen de kaarsjes brandend op de gelei. Het kaarsvet druipt er zo in. Wendy komt met 2 enorme opscheplepels aanzetten en daar wordt de kaars mee verwijderd. Ondertussen vraag ik me af: “waarom niet gewoon de kaaarsjes uit blazen en de kaars er af pakken?”

Rond 15.00 uur gaat iedereen weer weg. Anne vraagt aan mij of ik de hond, Goldie, even uit wil laten. Natuurlijk doe ik dat. Het is een heerlijk dier, zo lief…. Ze komt metteen en loopt met haar stramme reumatische poten langzaam de trap af. Ik laat haar buiten en loop een stukje met haar mee. Als het goed is kan ze niet van het terrein af. Ik controleer nog even de poort. Die is dicht en de ketting zit er op. Anne laat Goldie altijd zelf rond lopen. Als ze dan weer binnen wil blaft ze bij de deur. Dus ik denk dat het geen kwaad kan om even terug naar binnen te gaan en een vest te halen. Ik ga snel weer naar buiten….. weg hond. Nergens meer te zien. Ik loop even rond maar kan haar echt niet vinden dus haal Frans erbij. Verdorie, het zal toch niet…. Het terrein is groot en rondom afgezet maar er is wel een poortje naar de buren. En daar staat de poort open… en de weg hier langs is erg druk… 

Ik krijg het behoorlijk benauwd. Frans gaat naar de ene kant van het terrein, ik kijk aan de andere kant. Als ik om de schuren heen loop ligt daar Skippy lekker te relaxen. Hij komt even omhoog om te kijken wat ik van plan ben maar besluit al snel dat ik ongevaarlijk ben en gaat weer lekker liggen. Maar geen Goldie…

Frans heeft haar gevonden. De boef is door het poortje gelopen. Maar gelukkig ging ze direct naar het huis van Wendy en daar loopt ze prinsheerlijk rond. Pffff gelukkig, niets aan de hand.

Terug in huis blijken we een nieuwe huisvriend te hebben. Op de muur in de huiskamer zit een enorme Huntsman Spider. De spin is zo groot als een handpalm. Totaal ongevaarlijk, ze eten alleen maar vliegen en andere insecten. Eigenlijk zijn ze heel nuttig. Vriendelijk ook…. maar niet direct een vriendje waar ik op zit te wachten! Anne vind het niet erg en laat hem zitten. Terwijl ik de blog zit te schrijven zie ik hem zitten. Ik kijk af en toe angstvallig of hij nog op dezelfde plaats zit. Ik krijg bijna een hartverlamming als hij 10 cm opschuift. Prima als hij daar blijft zitten maar wat als hij uit het zicht verdwijnt? Hij zou zomaar in de slaapkamer op kunnen duiken. Of misschien zit er daar ook ergens een verborgen!!!! Oh oh….

Ik hoop dat die spin me niet uit mijn slaap gaat houden…. Nog even en dan is het alweer bedtijd. En dan is er weer een mooie dag voorbij!

Dinsdag 18 Februari 2020, Leopold

De regen valt met emmers tegelijk naar beneden. Het bliksemt en dondert zo hard dat het hele huis trilt. Het zat er al de hele dag aan te komen. Gelukkig hoeven we de deur niet meer uit. Tijd om de dag te overdenken….

Vandaag gaan we op bezoek bij Keith Paulusse. Ik heb hem op een van onze reizen door Australia leren kennen en sindsdien hebben we contact gehouden. Keith is schrijver. Het eerste boek dat ik van hem las is in het Engels geschreven maar heeft een Nederlandse titel: “Vertrek”. Een prachtig boek over zijn emigratie als kind naar Australia. Het gezin arriveerde hier op de zelfde boot als mijn ouders, de Johan van Oldenbarneveldt. Het boek laat zien hoe hard het leven voor de emigranten was, maar ook hoe goed de kansen waren voor de mensen die zich aanpasten en niet bang waren om de handen uit de mouwen te steken. Omdat mijn ouders in dezelfde periode naar Australia emigreerden spreekt dit boek mij erg aan. Het vervolg hierop: “Big Bunches at the jam factory” vertelt over de jaren erna. Een ontroerend boek over de tijd dat AIDS nog een absoluut doodvonnis was. Geweldige mensen die een strijd moesten aangaan met een vreselijke ziekte in een tijd dat homoseksualiteit in Australia nog bij wet verboden was. Wat een enorme impact dat had en hoe moeilijk het leven toen geweest moet zijn. Moeilijk voor te stellen als je bent opgegroeid in het vrije Nederland. Om een voorbeeld te geven: het homohuwelijk is pas in 2017 goedgekeurd door het Australische parlement maar er is nog steeds heel veel aversie tegen, vooral vanuit de Katholieke Kerk. 

Keith woont aan de andere kant van de Port Phillip Bay, in Leopold. Van hier af 20 minuten naar Sorento waar de Ferry vertrekt, 40 minuten heerlijk ontspannen met de Ferry naar Queenscliff en dan weer 20 minuten naar Leopold. Via de weg ongeveer 4 uur rijden…. Geen moeilijke keuze dus, we nemen de Ferry!

Helaas zit het weer niet echt mee. Het is niet koud maar het regent een beetje en de zon laat zich ook niet zien. We gaan dus maar binnen zitten. Het is ongeveer 40 minuten varen. We zitten heerlijk ontspannen voor de hoge ramen naar buiten te kijken. En dan, na ongeveer 10 minuten, klinkt ineens het noodsignaal….. Mijn hart schiet tussen mijn oren. Het zal toch niet….. 

Ik kijk naar de mensen rondom en zie verschrikte gezichten. Owwwww wat nu…. Ik kijk naar het personeel achter de bar…. en zie dat die rustig door gaan met hun werk. Mijn hart zakt weer langzaam terug naar zijn plaats. Een medewerker verdwijnt even door een deur waar alleen personeel door mag maar komt na twee tellen terug en gaat weer gewoon verder met zijn werk. He he, dan zal het wel goed zijn. En dan klinkt de stem van de kapitein door de speakers: “Er was een emergency op het topdek maar dat is inmiddels onder controle. Niets aan de hand.” Gelukkig!!! Maar echt lekker op mijn gemak ben ik de rest van de reis niet meer.

Later blijkt dat er op het topdek een motorsloep ligt die ze wilden testen. Daarbij is de motor in brand gevlogen. Niets te maken met de Ferry zelf dus. Nou dan hoop ik maar dat ze die testen de volgende keer uitvoeren als ze aan de wal liggen!

Het is beregezellig bij Keith. Het is superleuk om hem weer te zien en we kletsen wat af. Hij trakteert ons op een heerlijke vegetarische lunch en voor we er erg in hebben is het al bijna weer tijd om te gaan. Maar goed ook want door het slechte weer hadden we toch nergens heen gekunnen. In april komt Keith enkele weken naar Nederland, ik kijk er nu al naar uit hem dan weer te zien!

De terugweg verloopt vlot. Als we weg varen in Queenscliff zien we pas goed hoe smal de doorgang is van de Port Phillip Bay naar de Bass Strait. Op onze reis op de Spirit of Tasmania was het donker en sliepen we al toen we er doorheen voeren.

Ook deze overtocht gaat er een alarm af maar dit keer is het duidelijk het alarm van een auto op het dek onder ons. Daar schrikken we niet echt van. Het wolkendek is prachtig en in de verte zien we de lichtflitsen van een naderende onweersbui. Gelukkig blijft hij nog even ver weg.

We nemen Anne en Jeff vanavond mee uit eten. Anne wil naar de RSL. Dat is een instantie die van origine is opgericht om uit de oorlog terugkerende soldaten te ondersteunen. Voor de helft restaurant, voor de andere helft “Pokies” een goktent.  Er wordt van alles georganiseerd. Vroeger alleen voor veteranen maar tegenwoordig mag iedereen er naartoe.  Je moet er wel lid van zijn. Dat lossen ze op door je lid te maken voor 1 avond. Voor nog geen 60 euro hebben we hier met 4 personen een maaltijd van 2 gangen en een glas drinken. En nog lekker ook. 

Als we net goed en wel op de farm terug zijn gaan de sluizen boven open. Met emmers tegelijk komt het water naar beneden. Het dondert en het bliksemt zo hard dat het huis er van trilt. Ik hoop maar dat Skippy ergens een droog plekje heeft gevonden. Het was gisterenavond zo leuk om hem tussen de geiten te zien grazen!

We zitten inmiddels in onze “suite” de foto’s en de blog bij te werken. Bijna tijd om naar bed te gaan. En weer is er een mooie dag voorbij….

Maandag 17 Februari 2020, Moonlit Sanctuary

Moonlit Sanctuary. Een kleine Zoo met allemaal Native Animals (dieren die in Australia leven) zo’n drie kwartier hier vandaan. We zijn er enkele jaren geleden geweest en hebben er toen van genoten. Dat willen we graag nog eens zachtjes over doen.

Met in ons achterhoofd het feit dat koala’s op de rand van uitsterven staan na de laatste bosbranden in Australia boeken we een close encounter met deze dieren. We weten niet precies wat we daarvan kunnen verwachten. Maar het zou wel eens de laatste kans kunnen zijn om zo dicht bij een koala te komen. En we genieten er van! Maar geloof me er is niemand die er meer van geniet dan Vincent de koala zelf! Zodra hij de verzorgster ziet lopen komt hij van zijn plaats. Hij klimt in haar armen en laat zich op zijn knuffelplekje zetten. We moeten allemaal onze handen desinfecteren en krijgen instructies. Alleen op de rug, van nek tot billen aaien. Dat vind hij heerlijk. En inderdaad, zoals je op de foto’s kunt zien, het diertje geniet met volle teugen. En wij ook! Geweldig!

We hebben ook een bakje voer voor de kangaroos gekocht maar die zijn intussen al zo volgevreten dat ze geen hap meer lusten. Uiteindelijk vind ik er eentje die nog een paar hapjes aan neemt maar als we later het park verlaten is nog niet de helft op. Misschien dat Skippy, de kangaroo die bij Anne op het terrein woont nog wat lust….

Het park op zich valt een beetje tegen. In onze gedachten was het veel groter dan we hier nu zien en waren er ook veel meer dieren. Maar dat komt waarschijnlijk door de tijd want er is niets verandert. Er zijn veel vogels maar maar weinig landdieren. Buiten de koala’s, wallaby’s en kangaroos nog enkele dingo’s, leguanen en hagedissen en nog wat slangen. O ja, er is ook nog een Quoll en een tasmaanse duivel. Een wetland met watervogels maakt het compleet.

In de voliere van de Bush-stone Curlew (een slanke vogel met lange dunne poten) zit een paartje met 2 kuikens. De kuikens liggen er bij alsof ze dood zijn en zo neer gegooid. Maar er is niets mee aan de hand, ze liggen gewoon lekker te slapen. 

We zien een schildpad die probeert door een glazen wand heen te komen. Hij ligt er half tegenaan en wurmt zichzelf omhoog. En dan rolt hij pardoes op zijn rug. Ik sta al klaar om een verzorger te gaan roepen om hem om te draaien maar dat heeft hij helemaal niet nodig. Met een paar bewegingen van zijn poten floept hij zo weer op zijn buik. Ik wist helemaal niet dat schildpadden dat konden!

Na een uurtje of 4 hebben we het wel gezien. We gaan weer terug. Nog even via de shops want woensdag wordt de dochter van Anne 50 en dat wordt hier gevierd. Daar willen we nog wel een presentje voor halen. Anne laat zich ontvallen dat dat helemaal nergens voor nodig is. Het feest is niet alleen voor haar dochter maar ze wil ook graag haar vrienden met ons kennis laten maken….. dat had voor mij nou ook weer niet gehoeven…. Maar oke, als ze dat graag wil dan slaan we ons er wel doorheen! Het is even zoeken maar dan vinden we toch een heel leuk kado waar Wendy volgens Anne erg blij mee gaat zijn. Wat dat is, dat vertel ik je woensdag!

Het is nog steeds heerlijk weer. Ik ben een beetje vroeg klaar met de blog maar ik verwacht niet dat we vanavond nog wat bijzonders gaan doen. Lekker een rustige avond op de farm. En dan is er weer een mooie dag voorbij!

Zondag 16 Februari 2020, Mornington Peninsula

Het gebied waar Anne woont is een schiereiland. Het grenst aan een kant aan de Port Phillip Bay en aan de andere kant aan de Bass Strait, de oceaan waar ook Tasmanië  aan ligt. Dit schiereiland heet Mornington Peninsula. En dat gaan we nu verkennen.

Anne gaat niet mee. Ze heeft last van haar spieren en wil zichzelf sparen zodat ze morgen mee kan. Waarheen, dat vertellen we morgen wel!

Als we weg rijden zie ik hoe vreselijk schuin de bomen hier over de weg hangen. En ik moet denken aan het verhaal van Anne. Ze vertelde dat ze een tijd geleden hier over de weg reed toen er ineens een grote zware tak van een boom afbrak. Ze zag het gebeuren maar kon niet snel genoeg stoppen. De tak belandde op haar motorkap en sloeg zo een stuk van de auto af. Had ze een meter verder naar voren gestaan dan was ze er niet meer geweest…. Ze heeft de gemeente verzocht iets aan de overhangende takken te doen maar geen antwoord gehad…. Schandalig! Met argusogen bekijk ik de bomen en ik ben blij als we er doorheen zijn!

We starten in het plaatsje Flinders aan de Bass Strait. Het blijkt een klein plaatsje vol met mooie gebouwtjes. Ze zijn in oude stijl opgetrokken maar duidelijk nieuw. Het wemelt hier van de galleries en winkeltjes met hebbedingetjes. Er is ook een chocolaterie maar we vallen stijl achterover als we de prijzen zien. 3 dollar (euro 1,86) voor 1 piepklein bonbonnetje! Nee, doe dan maar een ijsco! 

De volgende stop ligt in het plaatsje Somers waar we de Coolart Wetlands and Homestead vinden. Een prachtig oud huis met schitterende tuinen. We wandelen er een tijdje rond en vinden steeds weer nieuwe mooie dingen. Prachtige bloemen die we nog nooit gezien hebben. Er staat een struik vol witte kelken. Om te laten zien hoe groot die wel niet zijn houd ik mijn hand er achter. Een vijver, klein maar erg mooi aangelegd met prachtige lelies. En ook hier, achter een heg, een veld met BBQ’s en picknicktafels.  

Tot onze verrassing is de deur gewoon open en mogen we binnen kijken. Niet het hele huis is open maar de kamers waar we in kunnen zijn prachtig antiek ingericht. En niet eens iemand erbij voor de controle! Voor zo’n groot huis is de badkamer een aanfluiting. Een piepklein kamertje met een piepklein bad er in. Aan het hoofdeinde een ijzeren scherm in het bad zodat er ook gedouched kan worden. Ik ben niet groot, maar ik denk niet dat ik er mijzelf in uit kan strekken. Nu zijn de mensen hier, uitzonderingen daargelaten,  niet zo groot als in Europa en in de vorige eeuw waarschijnlijk nog kleiner maar dit is wel echt inie minie… De Mansion is tot de 2e helft van de vorige eeuw bewoond geweest dus had ik in de badkamer wel wat meer luxe verwacht…

De volgende stop is Hastings maar alle winkels zijn er gesloten en het ziet er niet erg uitnodigend uit. We eten er een hapje en gaan weer snel verder. We steken het schiereiland over naar de Port Phillip Bay. Eigenlijk willen we naar Dromana maar als we daar aan komen blijkt het niet meer te zijn dan een groepje huizen. We zoeken een tent waar we koffie kunnen drinken, liefst langs het water. Want ondertussen is de zon gaan schijnen en kunnen we eindelijk genieten van die prachtige felblauwe lucht die je alleen in Australia ziet. Maar in Dromana zien we geen koffietent, geen bakery, geen shops, helemaal niets. Voor we het weten zijn we er doorheen. Dan maar naar het volgende plaatsje, Rosebud.

Rosebud lijkt in de zon een  totaal andere plaats dan gisteren. We bestellen een cappuccino en nemen die mee naar de waterkant. Maar wat een bocht. We hebben nog nooit zo’n smerige koffie geproefd. Hij verdwijnt dan ook linea recta in de prullebak. De zin in koffie is metteen over!

De speeltuin is vandaag een stuk levendiger. Vol kraaiende en joelende kinderen die vol plezier gebruik maken van de mooie toestellen terwijl de ouders aan de picknick tafels zitten. De pier ziet er uitnodigend uit. een beetje winderig maar het is heerlijk om hier over het water te lopen. Wat een verschil met gisteren!

En dan is het weer tijd om terug naar Mainridge te gaan, naar de farm van Anne. Als we de poort binnen rijden ligt Skippy daar prinsheerlijk van het zonnetje te genieten. Hij kijkt even wat wij van plan zijn maar besluit al snel dat wij geen kwaad in de zin hebben en gaat weer lekker verder met luieren. Volgens Anne houdt hij erg van zonnebaden. Nou, hij is niet de enige!

Charlie de Kaketoe laat luidkeels van zich horen terwijl de Galah’s en Rosella’s tegen elkaar op kwetteren. En op de achtergrond het klokkende geluid van de Magpies, een soort ekster. En zo lelijk als het schelle gekraai van een Nederlandse ekster is, zo mooi en melodieus is het geklok en gekwebbel van een Australische Magpie. Heerlijk, ik kan daar echt van genieten. Het geluid hoort zo helemaal bij Australia!

Na het eten kijken we nog even of de kangaroos weer tevoorschijn zijn gekomen maar vandaag zijn ze er niet. Misschien zijn we nog te vroeg, het is nog niet aan het schemeren. Maar oke, we hebben nog een paar dagen…

Een paar dagen nog maar…. Over 9 dagen vliegen we alweer naar huis. Ik krijg kramp in mijn maag als ik daar aan denk. Natuurlijk mis ik onze familie en vrienden daar. Maar ik voel me hier echt thuis. Tjonge, wat had ik hier graag gewoond!

Ik kan niet geloven hoe snel de tijd is omgevlogen. Zondagavond alweer. Nog eventjes en dan is er alweer een mooie dag voorbij!

Zaterdag, 15 Februari 2020, Rosebud

Een vrije dag! Geen echte plannen. Niks moet, alles mag.

We rijden naar Rosebud, aan de waterkant. Eigenlijk willen we graag een stukje lopen langs de Port Phillip Bay maar het miezert….alweer. Eerlijk gezegd begin ik daar wel wat genoeg van te krijgen. Ik weet dat het land het heel hard nodig heeft maar naarmate het slechte weer langer duurt wordt het wel moeilijker om er zo over te blijven denken… want zeg nou eerlijk, wie wil er nu regen op zijn vakantie? Ik vind het egoistisch van mijzelf maar kan er niets aan doen, ik wil zon! Maar helaas, we moeten het doen met wat we krijgen en daar zit vandaag de zon niet bij.

Aan de waterkant ligt een fonkelnieuwe, prachtige speeltuin. Wat zouden de kleinkinderen hier genieten! Het geheel wordt afgemaakt door 2 afdakken met BBQ en tafels er onder. Nog drinkwatertap en een sanitairgebouw erbij ook. Alles voor een heerlijke familiedag bij elkaar! Maar helaas, het regent en er is niemand te zien.

De wandeling langs het water duurt niet erg lang. Het is hier vast heerlijk als het mooi weer is maar onder druipende bomen door lopen is nou niet echt geweldig. We besluiten eens te gaan kijken wat er hier langs de weg voor winkels zitten. En dan staan we ineens weer voor die leuke vintage shop waar we 3 jaar geleden met Anne zijn geweest. Een oude bioscoop, verbouwd tot winkel. Je vindt er van alles, maar vooral heel veel kleding. Leuke rock en roll jurken en petticoats (nieuw), vintage hoeden, vintage bruidsjurken, sierraden en kleding, gebruiksvoorwerpen en kleine meubels, we kijken onze ogen uit. In de voormalige Foyer drinken we nog een kop koffie voor we verder gaan. 

In een etalage zien we een affiche voor zandsculpturen over dieren, Animalis, niet ver hier vandaan. We rijden er naartoe. We vinden er maar liefst 26 sculpturen, 1 voor elke letter van het alfabet. De een mooier dan de andere maar allemaal heel kunstig gemaakt. Het blijken allemaal afbeeldingen te zijn van een verhaal. Dat vind ik een beetje jammer omdat op de affiche een mooie leeuw en een gorilla staan. Ik verwachtte dus dat er gewone dieren waren uitgebeeld ipv stripfiguren.  Maar even goed fantastisch om te zien. Tussen de sculpturen staan de zgn China Lights. Vast heel mooi als ze ‘s avonds verlicht zijn maar nu steken ze een beetje armoedig af bij de zandsculpturen. Tjonge, wat zijn die knap gemaakt!

We rijden weer terug naar de waterkant. Het miezert nog steeds dus gaan we naar het grote winkelcentrum van Rosebud en bekijken daar wat winkels. Als we er genoeg van hebben besluiten we weer terug te rijden naar Anne en de rest van de middag lekker relaxed op de farm door te brengen. Wat lezen, op tijd de blog verwerken en een relaxte avond. En dan is er alweer een mooie dag voorbij!

Vrijdag, 14 Februari 2020, Cattle Market Bairnsdale, Rosebut

Vandaag gaan we weer verder naar het volgende adres. Terwijl Hans en Frans buiten bezig zijn klets ik binnen nog een uurtje gezellig met Gwen. Zo’n lieve vriendin. Zo jammer dat ze zo ver weg wonen. Ik hoop echt dat we nog ooit een keer naar Australia kunnen komen.

En dan is het tijd om afscheid te nemen. Van Gwen, want we gaan eerst nog even met Hans naar de Cattle Market in Bairnsdale voor we verder rijden. Een kans die we waarschijnlijk nooit meer krijgen.

Het blijkt een wereld op zich. Op de parkeerplaats staat het vol met Utes en veewagens. Achterin zo’n Ute zitten twee honden braaf te wachten. In een overdekte hal zijn allemaal hokken. Er lopen paden langs en overheen zodat iedereen de koeien goed kan bekijken. In elk hok zit een groep koeien met de gegevens er boven. Vandaag worden er zo’n 1000 geveild. Dat is niet echt veel, het hadden er ook 3000 kunnen zijn. De koeien zijn al van ver te ruiken en loeien dat het een lieve lust is. Volgens Hans zijn dat vooral de koeien die geen mensen gewend zijn. De andere staan rustig in hun hok.

Dan begint de veiling. De veilingmeester staat op de verhoging boven de hokken en roept de prijzen af. Ik probeer te zien wie er aan het bieden zijn en hoe ze dat doen maar blijkbaar gaat dat zo onopvallend dat je het niet ziet als je niet weet waar naar te kijken. Maar de veilingmeester ziet het gelukkig wel allemaal. Als het eindbod is bereikt slaat hij het af met een stok op de railing van het hok en zijn assistente maakt de aantekeningen. Volgende hok….

De koeien van Hans zijn ongeveer als laatsten aan de beurt. Omdat dat nog wel 1,5 uur kan duren voor ze daar zijn wachten we het niet af. We nemen afscheid van Hans en gaan op weg naar het volgende adres.

Maar we moeten wel een omweg maken. Want Frans is zijn hoed vergeten, die ligt nog bij Hans en Jenny in Eagle Point. Het is niet ver van Bairnsdale dus pikken we hem onderweg even op. En dan blijkt daar ook nog post voor ons aangekomen. Een enveloppe met daarin een zelfgemaakte kaart van onze kleindochter Lisa. Wat een geweldige verrassing! En wat een geluk dat hij nog op tijd is aangekomen!

Het is ruim 4 uur rijden naar Rosebud. Een plaats niet ver van Melbourne. Daar wonen Anne en Jeff. Het is stralend weer en erg warm. Maar halverwege, net na de pauze wordt de lucht inktzwart en begint het te bliksemen. En dan valt de regen met emmers tegelijk uit de lucht. We zien niets meer, niet eens de neus van onze eigen auto. En nog komen ze ons hard voorbij rijden. We vinden het maar niks en de eerste de beste afslag gaan we er af. Een stukje verderop kunnen we parkeren. Een andere chauffeur had hetzelfde idee en parkeert achter ons. Het duurt wel een half uur voor we weer verder kunnen. Nou ja, ze hebben het hier nodig zullen we maar denken, de droogte is nog lang niet voorbij…

De ontvangst bij Anne is aller hartelijkst. Ze heeft maar liefst een dubbele kamer voor ons in orde gemaakt, een slaapkamer en een zitkamer en ook nog eens een eigen badkamer. Er liggen 5 CD’s van Australia voor ons om mee te nemen. “Leuk voor de kleinkinderen”… Die vinden wij vast ook leuk! Ze vertelt ons dat er een grote kangaroo op haar terrein woont. We hoeven er niet bang voor te zijn maar ze vertrouwen hem ook niet. Bijna elke avond komt er een groep moeder kangaroos eten in de wei hier achter. Er zijn allerlei vogels. Geweldig, ik hoop dat we er veel van te zien krijgen!

De koffers zijn uitgepakt. Zo  direkt nog een bakje koffie en de blog en dan is er weer een mooie dag voorbij! Maar nee, er komt nog meer!

Na het eten lopen we met Anne naar hun buurhuis. Dat is van Jeffs moeder geweest en staat naast hun huis. Jeff wil het niet verkopen en nu wordt het door hun dochter als vakantiehuis gebruikt. Een prachtige woning. En bij die woning staan een aantal kangaroos te grazen. De diertjes kijken verwonderd naar die vreemde snoeshanen die ineens verschijnen maar grazen na een tijdje weer rustig door. Ondertussen gaat de zon boven de Phillips Bay in de verte langzaam met prachtige kleuren onder….

En dan pas is er weer een mooie dag voorbij!

Donderdag 13 Februari 2020, Lakes Entrance

Achter de duinen van East Gipsland (waar we nu zijn) liggen een aantal enorme meren. Al deze meren staan met elkaar in verbinding. Er is maar 1 plaats waar die meren een opening hebben naar de zee, Lakes Entrance. Een bloeiend vissersdorp dat normaal gesproken bol staat van de toeristen. Maar zoals overal na de vreselijke bosbranden is het ook hier erg rustig. We wandelen over de boulevard maar het is behoorlijk mistig en veel kunnen we niet zien. Er is een schelpenmuseum en daar gaan we even binnen kijken. Een enorme uitdragerij met schelpen, opgezette vissen en haaientanden. Er is ook een stuk met schoongemaakt koraal. Door verlichting wordt het gekleurd. Volgens de beschrijving in de originele kleuren maar ik vind ze wel erg fel.

Na het bezoek aan het museum moeten we weer even terug naar de boerderij. Om 12.00 uur moeten we bij de overbuurman zijn. De koeien die Hans daar heeft staan worden opgehaald om te worden verkocht op de Cattle Market in Bairnsdale morgen.

Het zijn er 12, 6 moeders met 6 kalfjes. Ze worden als groep verkocht aan een boer die er mee verder wil fokken. Niet voor de slachter, daar zijn ze nog te jong voor. De grote stier van de overburen gaat ook mee en ook daar wordt uitdrukkelijk bij vermeld dat hij niet aan een slager verkocht mag worden. Als geen enkele fokker hem wil moet hij terug. Het laden van de dieren gaat er behoorlijk ruig aan toe. Het is de bedoeling dat de moeders in het voorste gedeelte van de truc gaan en de kalfjes met de stier in het achterste. Maar een koe denkt er anders over. Ondanks dat ze behoorlijk met een stok gemept wordt laat ze zich niet van haar kalfje scheiden. Uiteindelijk staat ze samen met de kalfjes en de stier in het achterste gedeelte. Als dat maar goed gaat….

Bij de boerderij staat een bijzondere boom. Een kanoboom. Het is een officiele Heilige Aboriginal Plaats maar er wordt niets mee gedaan. Het is een boom met op de stam een misvorming in de vorm van een uitgesneden kano. Hij is officieel geregistreerd en mag ook niet omgehakt worden. 

Na de lunch gaan we weer terug naar Lakes Entrance. Dit keer gaan we de voetgangersbrug over om naar de oceaan te gaan kijken. Die is behoorlijk wild. Prachtig om te zien met die hoge golven! Het is nog steeds mistig en af en toe druppelt het wat maar het is zeker niet koud. We waaien een tijdje heerlijk uit op het strand. Als we over de voetgangersbrug terug naar de parkeerplaats lopen duikt er onder ons een grote Rob op. Helaas is hij weer weg voor we een foto kunnen maken.

Hans neemt ons weer mee. Dit maal naar een dorp 20 minuten verderop. Ook hier is het vuur doorheen getrokken. Zwartgeblakerde bomen, een ingestorte antieke spoorbrug en de helft van de aanwezige huizen verbrand. De commandant van de brandweer was verderop bezig om de woning van iemand anders te redden terwijl zijn eigen huis tot de grond toe af brandde. Het huis dat ze wilden redden helaas ook…. Het is enorm triest om dit allemaal te zien. Bijna alle huizen zijn van hout, met een plaatstalen dak. Daar blijft bij een brand echt niets meer van over. De bewoners zijn echt alles kwijt. Ik krijg er tranen van in mijn ogen. Ik kan ook zien dat er alweer keihard gewerkt wordt om de zaak weer op te bouwen. Volgende week gaan er grote groepen mannen op stap om kilometers nieuwe hekken neer te zetten. Want die zijn ook allemaal afgebrand waardoor het overgebleven vee nergens neergezet kan worden. We zien een grote groep koeien in de voortuin van een woning staan. Die is nog wel omheind. Het voelt niet fijn om hier als vakantieganger rond te rijden en ik ben blij als Hans weer verder gaat.

Fish en Chips als avondeten aan de voet van de Entrance. er zitten allemaal kleine krabbetjes en met hun inie minie schaartjes schrapen ze het alg van de rotsen en steken ze het in hun mond. Grappig om te zien.  Terwijl we we daar naar zitten te kijken zien we verderop een dolfijn zwemmen. Prachtig! Het dier springt uit het water en hoewel niet helemaal duidelijk heeft Frans er toch een foto van kunnen maken. Als we die later bekijken blijkt de dolfijn een vis in zijn bek te hebben. Dat hadden we niet eens gezien!

We zijn weer terug op de boerderij. De laatste avond hier. Morgen gaan we weer verder. Nog even de blog bijwerken en dan is er weer een mooie dag voorbij!

Woensdag 12 Februari 2020, Kalimna West

Een rustige dag vandaag. Geen uren in de auto maar lekker rond de boerderij. Om 9.00 uur staat de hoefsmid aan de deur. Het paard van Gwen moeten de hoeven worden geknipt. Geen hoefijzers want dat wordt hier alleen gedaan als de paarden op asfalt of steen rijden. De hoefsmid is meteen ook de tandarts, de tanden van het paard worden meteen gecontroleerd want met het eten laat hij nogal wat hooi uit zijn mond vallen. Gwen is bang dat er iets niet goed zit daar. Het valt mee, de tanden zijn een beetje ongelijk en de hoefsmid vijlt ze meteen af. Je zou denken dat het een heel gevecht gaat worden maar niets is minder waar. Het paard vindt het zelfs heerlijk en leunt helemaal tegen de hoefsmid aan!

Frans en ik rijden samen naar Lakes Entrance. We gaan de ingredienten halen voor een oer hollands slaatje. Ze hebben er hier nog nooit van gehoord en willen het graag proberen. Dus ben ik vandaag de kok. Ook zoiets waar hier steeds hartelijk om gelachen wordt. Want het op zijn Nederlands uitgesproken “kok” betekent in het Engels wat anders… Voor degenen die geen Engels kennen, dat is het Engelse woord voor het worstje dat mannen wel hebben en vrouwen niet…. 

Lakes Entrance is de enige doorgang naar de oceaan van de vele meren die achter de duinen liggen. Vanaf de Outlook een prachtig gezicht. Jammer genoeg is het weer niet zo best dus lijkt het allemaal een beetje grauw. Het is warm maar het motregent en dat blijft de hele dag zo. We doen de boodschappen en gaan weer terug naar de Farm.

’s Middags gaan Hans en Frans ergens op de boerderij hout splitsen. Hans heeft daar een prachtig apparaat voor en wil graag aan Frans laten zien hoe dat werkt. Ik blijf gezellig bij Gwen en maak meteen de prut voor mijn slaatje zodat het lekker af kan koelen in de ijskast. Het slaatje wordt later dankbaar ontvangen, ze smullen er van. En Gwen noemt mij schaterend een “goeie kok”….

Na het eten moet er een groep koeien van hen die vanwege de droogte op een andere boerderij waren geplaatst naar een andere wei worden gebracht. Ze worden verkocht. Morgenochtend worden ze in een wagen geladen en naar het veilingterrein gebracht. Vrijdag worden ze op de cattlemarket in Bairnsdale geveild. Frans gaat ze samen samen met Hans verplaatsen. Blijkbaar zijn het erg makke koeien want amper een kwartier later zijn ze weer terug. Missie volbracht. Foto’s maken iets minder, ze zijn allemaal bewogen…

Heerlijk om een dag lekker niks bijzonders te doen. Het is fijn om veel te zien en geweldig dat iedereen ons overal mee naartoe wil nemen. Maar tjonge, wat is het fijn om af en toe ook een rustdag te hebben! Nu nog even de blog bijwerken en dan is er weer een heerlijke rustige mooie dag voorbij! 

Dinsdag 11 Februari 2020, Mallacoota

Mallacoota… wereldberoemd. Het plaatsje waar 4 weken geleden door de marine 3000 mensen vanaf het strand zijn geevacueerd. Alles om hen heen stond in brand, ze konden geen kant op. Strand en water was hun enige uitweg.

Ondertussen zijn de wegen weer open. Er worden oproepen gedaan om AUB toch niet weg te blijven. Doordat de ramp net in het vakantieseizoen is gebeurd heeft de middenstand een hoop inkomsten gemist. En nog steeds missen ze inkomsten want niemand gaat er heen. 

Wij wel  dus vandaag….

Het is 2,5 uur rijden. Thuis zouden we er niet over denken om 2,5 uur in de auto te gaan zitten om een uurtje door een plaatsje te banjeren maar hier is dat blijkbaar heel normaal. Het eerste half uur valt mee, maar dan komen we in het gebied dat verbrand is. En de volgende 2 uur blijft dat zo. Zo’n gigantisch groot gebied, alles zwart. Onvoorstelbaar! Er wordt ook volop gewerkt. De aangetaste bomen langs de weg worden omgezaagd voor ze uit zichzelf breken en over de weg heen vallen. Het is niet helemaal goed gegaan, er staat een auto met zijn neus in een gat. De chauffeur zit er nog in maar hij zwaait lachend dat we door moeten rijden. Er is al hulp onderweg.

Onderweg komen we een picknickplaats tegen, helemaal mooi groen. Er staan wat verschroeide bomen omheen maar de plek zelf en het sanitairgebouw zijn niet aangetast. En als we uitstappen horen we de Australische Bell Birds luid hun lied zingen. Er loopt ook een grote hagedis rond. Heerlijk, er is toch nog een stukje natuur over! Helaas staat pal naast de picknickplaats de ruine van een huis. Alleen de 3 schoorstenen staan nog overeind…

Mallacoota zelf is een verrassing. We verwachten dat er niets meer is maar juist bij de kust is in eerste instantie niets te zien. Het caravanpark hier ligt er mooi groen bij. Alleen zijn er van de 800 plaatsen hooguit 6 bezet….  Ook de winkelstraat hier is onaangetast. We lopen even rond en lunchen bij de Bakery. Daar raken we in gesprek met een stel dat er zit te eten. Zij zijn alles kwijt geraakt en wonen voorlopig even in een caravan. Ze hebben nog geen idee wat ze gaan doen, herbouwen of verhuizen, ze zijn het er nog niet over eens…. In de kleine gemeenschap hier zijn 104 huizen verloren gegaan. 

We rijden rond en al een straat verderop is het raak. Aan beide kanten van de weg staat bijna geen huis meer overeind. In en in triest. Allemaal ruines, enkelen met een uitgebrande auto ervoor. De tranen schieten in mijn ogen. Vreselijk. Het ene moment is er niets aan de hand en het andere moment heb je alleen nog maar de kleren die je aan hebt. Af en toe staat er ineens een onaangetast huis tussen. En ook dat zal dubbel gevoeld hebben. Al de huizen van je buren verbrand en jouw huis helemaal intact. Een raar ding die branden!

We rijden langs de ruines naar het strand waar de mensen vast hebben gezeten tot de marine hen kwam halen. Een groot deel van hen waren vakantiegangers die op de caravanparken van het dorp verbleven. Het park bij het water bleef gespaard maar de andere 2 parken zijn compleet afgebrand. Zelfs de struiken langs het strand zijn verbrand. Het moet een hel geweest zijn. Maar tegelijk is het hier ook prachtig.

Onderweg terug staan we ineens voor een roadblock. Een van de branden is weer opgelaaid. Ze lijken vaak geblust maar kunnen dan ondergronds nog steeds door gloeien. Ook de op het oog gebluste bomen kunnen van binnen nog branden. Een van de redenen dat ze zo moeilijk te blussen zijn. We ruiken de stinkende rook. Op dit moment is er verderop een conferentiepark afgebrand, er is geen cabin meer heel.

Maar er is nog hoop. Na amper 4 weken en enkele regenbuien begint de ondergrond op veel plaatsen weer groen te worden. En sommige van de verbrande bomen hebben nog leven in zich en beginnen uit te schieten. De natuur is al weer bezig om zichzelf te herstellen. Hopelijk is het voor de dieren niet te laat….

Onderweg in de auto werk ik de blog bij. Heb toch niet veel anders te doen. Zo direct is er bij Hans en Gwen een BBQ. En dan is er alweer een mooie en indrukwekkende dag voorbij!

Maandag 10 Februari 2020, Port Albert, Port Welshpool en Walhalla

Het leven op een boerderij begint vroeg, ook voor hobbyboeren. Dus ook voor ons. Om 7.30 uur staan we er weer helemaal klaar voor.

We rijden eerst naar het 200 km verderop gelegen Port Albert. Een mooi Kustplaatsje in Zuid-Oost Gipsland waar je heerlijk langs het water moet kunnen kuieren. Maar niet vandaag. Het regent en je wordt compleet uit je jas geblazen.  Er ligt een mooi park aan het water. In dat park staan enkele afdakken met een BBQ eronder. De muur zorgt dat we een beetje uit de wind kunnen zitten zodat we een kopje koffie kunnen drinken. De wandeling langs het water laten we maar even zitten, misschien dat het straks beter gaat, we komen hier toch nog terug.

Dan naar Welshpool. Daar ligt een 960 meter lange pier die pas helemaal is gerestaureerd. Gaaf! Maar ook hier waait het erg hard. We doen de wandeling en genieten ervan maar moeten wel opletten dat we niet van de pier geblazen worden! Met deze pier hoopt het uitgestorven dorpje weer toeristen aan te trekken. Vooral voor vissers is het erg interessant. Overal zitten haken waar ze hun hengel in vast kunnen zetten. Er staan ook tafels om de vis schoon te maken en zelfs af te spoelen.

Als we bijna terug zijn begint het weer te regenen. Dat voelt een beetje dubbel. Niemand wil graag dat het regent op de vakantie, ook ik heb liever een rustige zonnige dag. Maar ik weet ook hoe hard ze hier de regen nodig hebben. Ik zie dat Hans steeds weer op zijn telefoon loopt te controleren hoeveel regen er op dat moment in Kalimna valt waar zijn boerderij ligt. En het is geweldig om te zien hoe het land dat er weken geleden verdord en verschroeid bij lag nu langzaam maar zeker weer mooi groen begint te kleuren. Dus zijn we ook blij met de regen….

Terug naar Port Albert voor een Fish en Chips lunch. Door de wind moeten we flink door eten anders is de friet koud voor we halverwege zijn! En dan naar Walhalla.

Walhalla is van oorsprong een klein dorpje midden in de bergen. Het is ontstaan door goudzoekers. Ondertussen werkt de mijn niet meer en zijn de gebouwen prachtig gerestaureert. De weg er naartoe gaat zo’n 65 km over smalle slingerende wegen. Prachtig bos met schitterende varenbomen langs de kant. Maar ik ben minder gecharmeerd van de afgronden waar we langs rijden. En natuurlijk nergens geen vangrail! Ik hoop maar dat we naar het dorpje Walhalla gaan en niet naar het mythologische Walhalla! We komen gelukkig geen tegenliggers tegen, dat helpt een hoop!

Maar het dorpje valt tegen. De gebouwen en de natuur zijn prachtig. Maar alles is dicht. Er is nog geen glas water te koop, laat staan koffie. Wat jammer nu. We lopen wat rond maar het blijft maar regenen. We besluiten al snel weer terug te rijden. En dan merken we ineens wat vreemds. Hans vraagt aan mij of ik kan kijken of het in Kalimna nog geregent heeft. Want de batterij van zijn telefoon is leeg. En dan blijkt de mijne ook leeg. Eigenlijk kan dat nog niet…. Ook de telefoon van Frans doet niets meer en die is amper gebruikt. Tenslotte controleert Gwen haar telefoon. Die is niet eens uit haar tas geweest. En wat blijkt…. leeg! Hoe kan dat nu? We hebben er geen verklaring voor kunnen vinden.

Weer over die smalle kronkelweg terug. En gelukkig ook weer geen tegenliggers. Ik weet nu waarom…..

We genieten van een lekkere maaltijd op de golfclub in Bairnsdale. Een warme maaltijd voor 13,50 AUS (euro 8,25), daar kun je toch niet moeilijk voor doen! Als we dan om 20.45 uur eindelijk terug zijn in Kalimna hebben we ruim 500 km afgelegd. Met vierkante billen van het zitten in de auto begin ik aan de blog. En als het verhaal en de foto’s er bijna op staan valt de site uit en ben ik alles wat ik net gedaan heb kwijt. Verdorie, vroeg naar bed zit er dus vandaag niet in. Maar de wekker gaat morgen wel om 6.30 uur weer af!

Met een diepe zucht begin ik opnieuw. Nog even doorbijten. En dan is er weer een mooie, maar ook erg vermoeiende dag voorbij….

Zondag 9 Februari 2020, Kalimna West

Het is gelukt! Het schilderij van Hans en Gwen is heel aangekomen op zijn bestemming!

Vandaag heb ik echt niet veel te vertellen… en we hebben ook helemaal geen foto’s gemaakt….

Hans moet wat voorwerk doen. Morgen gaat hij een schutting vervangen. Frans wil hem graag helpen maar daar wil hij niets van weten. Dus gaan we samen met Jenny in Paynesville naar de markt. Onderweg komen we langs een cache en we besluiten om die te zoeken. Jenny heeft na gisteren de smaak te pakken en wil hem graag gaan zoeken. Hij is snel gevonden. Hij zit met een magneet onder de tafel verborgen. Jenny staat er helemaal versteld van.

We rijden verder naar de markt maar door de regen en de harde wind zijn er niet veel stalletjes aanwezig.  We blijven dan ook niet lang maar gaan in plaats daarvan een kop koffie drinken in een restaurant langs het water. 

Op de terugweg nog even langs een cache. En deze keer is Jenny degene die hem vindt. Helemaal gelukkig dat ze haar eerste cache gevonden heeft!

En dan is het weer tijd om afscheid te nemen. De vervelende momenten van de vakantie. Koffers in de auto, nog een dikke knuffel en dan zijn we weg. Dit jaar is het moeilijker dan andere jaren. Misschien heeft het wat te maken met mijn val afgelopen jaar waardoor ik overal wat meer moeite mee heb, maar ook het feit dat ik niet weet of we nog ooit terug naar Australia kunnen. Het is een dure reis en een inkomen van pensioen is nu eenmaal minder dan een full time salaris. Ik weet dan Hans en Jenny waarschijnlijk nooit naar Nederland zullen komen want Hans houdt niet van reizen. Afwachten dus….

Onderweg naar Kalimna waar Hans en Gwen (andere Hans dus) wonen doen we eerst Bunnings aan. Dat is een groot doe het zelf warenhuis en Frans wil graag bekijken wat er hier allemaal te koop is. En wat het kost natuurlijk. Na een uurtje is hij uitgekeken en rijden we verder.  We komen onderweg nog langs een zaak waar ze wat Nederlandse spullen verkopen. Ze hebben ook kroketten. Frans bestelt er 2 met friet, ik wil graag  2 broodjes kroket. Ik krijg 2 grote broodjes met 2 kleine dunne kroketjes. Ze smaken prima maar ik zie ze amper liggen op mijn brood….

En dan eindelijk naar Hans en Gwen. Heerlijk om hen weer te zien. we worden enthousiast ontvangen. En eindelijk is dan ook het schilderij waar ik al de hele vakantie meer rond sleep op zijn plaats. Ze vinden het geweldig (gelukkig…).

Het is inmiddels helemaal donker. Hans zit plannen te maken voor morgen terwijl ik met de blog bezig ben.  Nog even en dan is er weer een mooie dag voorbij….

Zaterdag 8 Februari 2020, Raymond Island

Zaterdag alweer. De laatste dag bij Hans en Jenny. Ongelooflijk hoe snel de tijd gaat!

We gaan een wandeling maken over het Raymond Island. Raymond Island ligt tegen Paynesville aan. Een minuutje op de veerboot en je bent er. Er wonen mensen op het eiland maar druk bevolkt is het niet. Er rijden ook erg weinig auto’s. Hoofdzakelijk van de eigen inwoners.  

De natuur is hier prachtig. Het grootste deel van het eiland is bebost. Er wonen veel vogels en wat vooral voor ons erg leuk is, er woont ook een behoorlijke groep koala’s. We wandelen langs de waterkant en al na een kwartiertje komen we de eerste koala tegen. Hij hangt ontspannen in de boom en kijkt nieuwsgierig naar wat alle opwinding onder de boom te betekenen heeft. In het water zwemmen veel zwarte zwanen. Sommigen drijven zelfs slapend rond. Op de pier zitten pelikanen, zeemeeuwen en andere volgels met zijn allen te dutten…

Een stukje verderop ligt een cache. We hebben Hans en Jenny gisterenavond uitgelegd wat geocachen is en nu willen ze het graag zelf zien. Maar we kunnen hem niet vinden. Op internet zien we dat hij dit jaar nog helemaal niet gevonden is dus mogelijk is hij er niet meer. 

De volgende cache ligt hemelsbreed 650 meter hier vandaan, ook langs het water. Daarom lopen we verder langs het strand. Dat is niet echt makkelijk. Op de meeste plaatsen is het zand rul. Er liggen letterlijk bergen schelpen. Heel veel kleine schelpjes maar ook heel veel mosselschelpen, waar we overheen moeten. Ik denk niet dat dat vanzelf zo is aangespoeld, waarschijnlijk is dat gedaan om het strand te verstevigen. Op sommige plaatsen stinkt het verschrikkelijk naar vogelpoep.

Als we eindelijk bij de volgende cache zijn hebben we die in een mum van tijd gevonden. Verstopt in een holle boom, ik zie hem al van verre liggen. Hebben Hans en Jenny er in elk geval een gezien.

We lopen over een pad terug. Als het goed is komen we zo nog een cache tegen. Vlak voor we daar zijn zitten er in 1 boom maar liefst 3 koala’s. De oh’s en ah’s vliegen in het rond. Heerlijk om ze zo in het wild te zien.  Bij de laatste branden zijn er erg veel omgekomen en het zijn heel kwetsbare dieren. Er wordt met man en macht geprobeert ze voor uitsterven te behoeden maar of dat ook gaat lukken is niet zeker. Dus wie weet hoe snel het met hen afgelopen kan zijn….

Als we weer bijna terug bij de veerboot zijn komen we er achter dat we met alle opwinding over de koala’s de cache helemaal vergeten zijn. We worden hier opgevreten door de muskieten. Als je even erg stil blijft staan zitten er zo 10 op je lijf. Niet fijn dus laten we de cache maar zitten.

We nemen de pont terug. En terwijl Hans en Jenny de bakery binnen gaan koop ik bij de buren een flesje insect repellant. Dat kun je hier echt niet missen!

We gaan weer terug naar het huis van Hans en Jenny voor een laatste rustige middag thuis voor we morgen weer verder gaan. Na al de aktie van de laatste dagen is het ook fijn om een middag niets te doen. En na een heerlijke wandeling en een luie middag is er weer een mooie dag voorbij!

Vrijdag 7 Februari 2020, Loch Sport

Eerst even een wasje draaien. En ook hier in een half uurtje gedaan. Waarom duren die machines bij ons dan allemaal zo lang? 

We rijden naar Loch Sport. Hemelsbreed zo’n 20 km van Eagle Point. Maar we moeten om 2 grote meren heen rijden en doen daar bijna 2 uur over! Loch Sport is een klein dorp. De grote attractie daar is de Lakeview Pub. Het ligt aan de rand van het Lake Victoria en het uitzicht zou prachtig moeten zijn. Helaas hangt er een rooknevel van de bosbranden die er nog steeds zijn. Ze zijn een flink eind weg maar je kunt het hier zien en ruiken. En niet alleen hier. We zien later op het nieuws dat de rook van de bosbranden hier in Gipsland in het 285 km verderop gelegen Melbourne nog veel dikker is.

Het uitzicht is nog steeds mooi maar de overkant van het meer is niet te zien. We lopen een tijdje rond aan de waterkant voor we gaan lunchen in de Pub. En weer krijgen we van die enorme porties. Ik kan het echt niet op en als de ober ziet dat er nog een hoop op mijn bord ligt komt hij vragen of ik een bakje wil om het in mee te nemen. Want dat is hier helemaal niet vreemd. Maar ik laat het voorbij gaan.

We rijden even door het dorp en bewonderen de verschillende soorten huizen die er staan. Een stenen huis is hier zeldzaam, ze zijn bijna allemaal van hout. Vaak staan ze op palen van ijzer en hebben ze een ijzeren skelet. Niet raar dat ze bij een bosbrand zo snel in brand vliegen…. Ook hebben ze allemaal enorme watertanks in de tuin staan. Al het regenwater wordt hier opgevangen en hergebruikt voor was en toiletten.

De volgende stop is Golden Beach. Een stuk strand bij het 90 mile beach. Voor de duinen ligt een veld met picknicktafels en een BBQ. En alles ziet er keurig uit, je kan het zo gebruiken. Over een paadje door de duinen kom je op het strand. Het is 27,5 graden Celsius, de zon schijnt en er is niemand te bekennen. Het mooie zandstrand is helemaal leeg. Ook al geen uitzondering hier…. Wat een verschil met de stranden bij ons!. Het is hier prachtig en we waaien er eventjes uit.

Tenslotte nog een stop bij Hollands Landing. Jaren geleden een plaats met een caravanpark, een winkel en enkele huizen. Hans heeft hier heel veel jeugdherinneringen liggen. Een mooie plek als je van vissen houdt. Het ligt aan een strip water dat het Lake Wellington met het Victoria Lake verbindt. Het ligt nogal achteraf en alle huizen hier moeten helemaal zelfvoorzienend zijn. Stroom op generators en zonnepanelen, water in tanks e.d.  Maar veel blijkt vervallen. Er waren problemen met jeugd, drugs, alcohol en vandalisme. De camping en winkel zijn gesloten, diverse huizen zijn afgebroken en anderen beschadigd. Er staan nog een paar redelijke huizen tussen maar alles bij elkaar een trieste aanblik. Ondertussen worden we opgevreten door de muggen. We gaan maar snel weer verder.

De was is droog en kan terug in de koffer. Zo direct nog even Barbara bellen om haar te feliciteren met haar verjaardag. Jeetje wat vliegt de tijd. Nog even de blog en dan is er al weer een mooie dag voorbij!

Donderdag 6 Februari 2020, Buchan

De trip vandaag is erg indrukwekkend. Hans en Jennie nemen ons mee naar een pub/hotel in Buchan. Het gebouw is in 2014 afgebrand (geen bosbrand). Om het weer op te kunnen bouwen is er een donateursactie gestart. Van heinde en verre, zelfs van overzee is er geld gegeven. Uiteindelijk is er een prachtige mooie nieuwe hotel/pub neergezet. Veel werk is gedaan door vrijwilligers, veel materialen zijn geschonken. Amper 4 jaar nadat het gebouw is heropend staat het te koop. Prijs: 1.200.000 dollar (euro 737.340,—) Ik kan me voorstellen dat de gulle gevers daar niet blij mee zijn…

Om er te komen moeten we door een gebied waar bosbranden hebben gewoed. En daar wordt je niet vrolijk van. Diverse keren zien we de verbrande stukken bos. Soms aan de ene kant, soms aan de andere kant.  En dan rijden we zeker 15 minuten over een weg met aan beide kanten alleen maar zwart geblakerde boomstammen. Af en toe de ruine van een woning of een ingestorte schuur ertussen. Ik denk aan al die prachtige dieren die hier moeten zijn omgekomen. Kangaroos die het vuur niet voor konden blijven. Vogels die overvallen zijn door de rook en gestikt. Koala’s die hier helemaal geen schijn van kans hebben gehad. De overlevingstechniek van deze diertjes is om zo hoog mogelijk de boom in te klimmen en dan maar hopen dan zijn boom niet wordt getroffen. Ik hoef niet te vertellen dat zij hier kansloos waren. Zelfs als de top niet is verbrand moet de hitte daarboven enorm geweest zijn. En dan moeten ze nog langs die gloeiende stam naar beneden waardoor ze vreselijke brandwonden opgelopen hebben. Veel verbrande longen ook…. De tranen schieten in mijn ogen als ik daar aan denk. Brandwonden doen zo vreselijk veel pijn….

En het is nog steeds niet voorbij. want voor de dieren die het vreselijke vuur hebben overleefd is geen eten of drinken meer aanwezig. Zij komen om van honger en dorst. Daarom zijn er diverse organisaties bezig om voedsel te droppen en drinkplaatsen aan te leggen in de getroffen gebieden. Maar er is ook hoop. Op sommige plaatsen komt er weer groen tevoorschijn tussen de verbrande boomstammen. Het bos is alweer begonnen om zichzelf te herstellen. Het gaat jaren duren maar het begin is er….

Veel getroffen dorpen hier in de omgeving leven van het toerisme. Maar dat blijft weg. Er worden nu oproepen gedaan aan toeristen om toch zoveel mogelijk wel naar deze plaatsen te komen nu de wegen weer open zijn. Want de winkeliers hier gaan failliet als er niemand komt. Helaas is het tij niet echt meer te keren, zowel in Bruthen als in Buchan is de helft van de winkels al gesloten. 

In Buchan is als enige winkel nog een general store open. Een klein warenhuisje… Niet meer dan wat levensmiddelen, een paar hoeden en een paar kimono’s… Ik koop er een hoed en maak een praatje met de eigenaar. Het is hier vreselijk geweest. Het vuur heeft het dorp aan alle kanten ingesloten. Er zijn 3 wegen vanuit Bruthen maar alle 3 waren wegens branden afgesloten. Ze konden nergens heen. De inwoners hebben op de grootste open ruimte, het voetbalveld van het dorp, staan wachten tot het ergste over was… Ik kan me niet indenken hoe vreselijk angstig dat geweest moet zijn…. In de omgeving van het dorp zijn 22 huizen verbrand. De eerste 3 huizen aan de dorpsstraat ook. Daar heeft de brandweer het kunnen stoppen…. Het vuur kwam tot 20 meter van een rij huizen. Die hebben ze ook kunnen redden. Inmiddels staan veel huizen en winkeltjes te koop. Mensen die hier niet meer kunnen wonen door wat ze hebben meegemaakt. Slachtoffers die dat konden zijn vertrokken naar familie of vrienden, anderen wonen voorlopig in een caravan op het voetbalveld. De wegen zijn weer open maar behalve de pub is er geen bedrijf meer dat het nog redt. De bekende Buchan Caves zijn beschadigd en gesloten dus daar komt ook niemand meer op af. Mijn hart doet zeer voor deze mensen….

Na een lunch in de pub rijden we terug via Bruthen. Ook daar is veel gesloten. Gelukkig niet zo dramatisch als in Buchan. Er staat een monument, een stuk van de neus van een straaljager. Het verhaal erbij is dat deze straaljager is neergestort bij Bruthen. Het lukte de piloot om het bewoonde gebied te vermijden voor hij zichzelf met een schietstoel in veiligheid bracht. Volgens de tekst was hij de eerste die dat deed en het er ook nog levend vanaf bracht.

We zijn weer terug. Terwijl Hans en Frans bezig zijn om het schilderij dat ik heb meegebracht weer op het frame te zetten werk ik de blog weer bij. Na het eten waarschijnlijk nog een wandeling langs het water. En dan is er weer een mooie, maar vooral ook indrukwekkende dag voorbij….

 5 Februari, Maroonda Dam

In Haelesville ligt ook de Maroondah Dam. Een stukje uit mijn verleden…. Ik heb foto’s van mijn ouders bij de dam in 1956. Het is ook de laatste plaats die we bezochten in de vakantie dat we teruggeroepen werden omdat de moeder van Frans overleed. We zijn er naderhand niet meer geweest. Vandaag gaan we er weer naartoe.

Het Maroondah reservoir verzorgt het grootste deel van de watervoorziening van Melbourne. Het bevat 22.000 Megaliter (1 megaliter is 1.000.000 liter) water. Als het vol staat…. Op dit moment staat het niveau ongeveer een meter onder de overloop. Als het vol staat geeft de overeloop een mooie waterval. Geen waterval dus deze keer… Hopelijk voor Melbourne komt er snel weer wat bij want al dat water wordt in een jaar in Melbourne door de toiletten gespoeld!

Het park aan de andere kant van de Dam is kunstmatig aangelegd. Evengoed heel mooi. Prachtige bomen en planten. Er vliegen schitterend gekleurde Rosella’s rond maar helaas kunnen we er geen goede foto van maken. De bloemen zijn prachtig. En zoals in bijna alle parken in Australia staan hier ook picknicktafels en BBQ’s. Gratis te gebruiken. Er ligt stof op maar verder zijn ze schoon. 

Terwijl we daar beneden lopen en ik naar de hoge damwand kijk besluipen me toch een beetje de kriebels. Hoe stevig is dat ding eigenlijk? Gebouwd in 1927… zou die onderhand niet versleten zijn? Wat als hij breekt? Moeten we wel hard rennen…. Maar nee, in 1981 is er een opgrade gedaan die ervoor heeft gezorgd dat hij zo stevig is dat hij zelfs de enorme overstroming die eens in de 500 jaar voorkomt moet kunnen overleven. Op hoop van zegen dan maar!

Als we hier zijn uitgekeken gaan we richting Eagle Point. Daar wonen Hans en Jenny. Daar zullen we de komende 4 nachten verblijven. En wat leuk om hen na drie jaar weer te zien! We kletsen wat af. Voor het eten nemen ze ons mee naar een heel oud hotel net buiten het dorp. Voor het hotel staat een monument en een grote blok steen met een ronde plaat erop. Op die plaat staat de omgeving gegraveerd. De ring er omheen verwijst naar diverse steden in de wereld en geeft meteen de afstanden aan. Amsterdam staat er niet tussen. Niet bekend genoeg….

In deze omgeving worden enorm veel groenten gekweekt en verwerkt. Zover we kunnen kijken zien we groentenvelden. Ik vraag me af hoe het hier zit met alle neerslag van asdeeltjes tijdens de branden. Jenny heeft net nog verteld dat zij voor de toilet regenwater gebruiken. Dat loopt van het dak in de goot en dan in de tank. Op een gegeven moment was het water als ze doorspoelde helemaal donker…. en die planten dan? Ze konden er geen antwoord op geven. Ik denk er maar niet teveel over na.

De schnitzel Parmagiana is heerlijk. Ik heb hem bij ons nooit gezien. Het is een schnitzel met daaroop een italiaanse saus en gemolten kaas. Het ding is zo groot dat hij bijna over maijn bord heen hangt. Die krijg ik echt niet helemaal weg….

Nog even gezellig nakletsen. En dan is er weer een mooie dag voorbij….

Dinsdag 4 Februari, Healesville Sanctuary

De overtocht valt gelukkig mee.  De kapitein vertelt in zijn welkomswoord dat het eerste stuk vrij rustig zal zijn maar dat het verderop op de Bass Strait (de oceaan tussen Tasmanië en Australia) een stuk ruwer zal worden. We merken er niets van. Waarschijnlijk zijn we er gewoon doorheen geslapen want Frans is ’s morgens wel een beetje misselijk. Gelukkig is het al snel weer over als we van de boot af zijn.

Om 6.15 uur klinkt het signaal over de boot: Wakker worden, om 6.50 uur gaan we van boord! Pffff, ik had nog wel een paar uurtjes door willen slapen!

De tram staat al te wachten als we aan komen lopen en ook de bus naar de luchthaven staat al klaar. Daar worden we opgepikt door de shuttledienst van de autoverhuurder. En voor we het weten zijn we op weg naar Healesville Sanctuary. Je raadt het al, een dierentuin. Met een dierenhospitaal. Op dit moment verblijven er 10 koala’s met brandwonden van die verschrikkelijke bosbranden die er nog steeds woeden. Gelukkig heeft het geregend en is het veel minder maar niet alle branden zijn geblust. En het weer warmt weer op…. 

We genieten onderweg van de prachtige natuur in de Yarra Valley waar we doorheen rijden. He wat fijn om hier weer te zijn. Tasmanië was mooi maar hier voel ik me echt thuis! Heerlijk!

Omdat we Healesville Sanctuary gratis binnen mogen op vertoon van onze vrijwilligerspas van de NVD (Nederlandse dierentuinen) boeken we een close encounter met een koala. Met 6 personen mogen we het verblijf van Tony binnen. Tony is 2,5 jaar geleden gevonden aan de kant van de weg, hevig bloedend en diverse wonden. De wigvormige harde plaat in zijn onderrug die er voor zorgt dat hij goed in een boom kan blijven zitten is stuk en er moesten 2 tenen worden geamputeerd. Waarschijnlijk is hij het slachtoffer van een aanrijding geweest. Door deze verwondingen kan hij niet meer terug in de natuur.

Tony is wakker, hij heeft net eten gehad. Er wordt wat over hem vertelt en we mogen zoveel foto’s nemen als we willen. Maar we mogen hem niet aanraken. Ook moeten zonnebrillen af omdat hij daar de reflectie van zichzelf in zou kunnen zien  en hevig schrikken. Hij weet dan namelijk niet dat hij dat zelf is en zou je zomaar aan kunnen vallen. Tony kijkt wat lodderig rond naar alle commotie om hem heen. Dan doet hij zijn kop weer omlaag om te gaan dutten…

Ook dit hospitaal kunnen we binnen kijken door glazen wanden. We komen net op het verkeerde moment, er is niemand aanwezig terwijl er toch dagelijks mensen bezig zijn. Pauze waarschijnlijk….

Bij het dierenziekenhuis is een parkje. Er loopt een laan doorheen met aan beide kanten ijzeren bloemen die samen bogen vormen. We lopen er onderdoor en ineens beginnen ze water te sproeien! Heeft een kleine uk van een jaar of 3 op de knop gedrukt! De dader is bekend, ze staat op de foto! 

De dingo komt vlak langs het hek lopen. Ik praat zachtjes tegen hem en dan duwt hij zijn neus tegen het hek aan om me te besnuffelen. Prachtig! Veel andere dieren zijn weggekropen in de schaduw om een dutje te doen. Alleen de Wedgetail Eagle uit de vogelshow is goed wakker. Die gaat er meteen vandoor. Einde show want zolang zij vliegt kunnen ze geen andere vogels loslaten. Die kunnen allemaal prooi zijn voor de eagle. Maar het valt volgens de valkenier wel mee, ze vliegt hier al 20 jaar rond…. doet me aan Lady Maya denken op de Beekse Bergen toen die er vandoor ging. Vloog er ook al 25 jaar rond….maar bleef toch 3 dagen weg voor ze in Goirle gevonden werd…. 

Hier wordt wel een mooi aboriginal verhaal verteld over het ontstaan van de wereld:

Aan het begin der tijd vloog er een adelaar door de lucht. Ze liet zich in circels rond dragen door de wind. De vogel keek omlaag en zag dat er niets was. Helemaal niets. Toen schiep ze de aarde met alle schepsels er op. Zelfs de slang. Maar er was maar weinig kleur. De vogel ging naar een regenboog en brak deze met haar scherpe snavel in heel veel scherven. Alle scherven hadden een ander kleurenschema. En al die gekleurde scherven veranderden in prachtige vogels met allemaal andere kleuren. En tegelijkertijd kregen ze ook allemaal een eigen identiteit. Nou, is dat geen mooi verhaal?

Bij de papagaaien hebben we een ontmoeting met Ebony. Een prachtige vrouwelijke Red Tail Black Cockatoo. Een vrouwtje dus helemaal geen rode staart maar oranje/rode strepen en gele spikkels over haar hele lijfje. Ebony vond het zelfs gezellig om even op mijn arm te komen zitten! Een voliere verderop zien we een Lyrebird. Een heel bijzondere vogel want je komt ze in het wild bijna nooit tegen. Ze is niet echt heel mooi. Best groot, zo’n beetje de grootte van een fazant. Donkker grijs met een prachtige gekrulde staart. Als ze in de zon loopt krijgen haar veren een gekleurde glans. De vogels zijn erg schuw en laten zich maar zelden zien. 

Al met al weer een heerlijke dierentuindag. We houden het op tijd voor gezien, we zijn allebei doodmoe.

Voor de nacht hebben we een kamer geboekt bij Golden Village. Omdat ze aangeven dat ze ook geschikt zijn voor conferenties ga ik er vanuit dat het een behoorlijk groot vakantiecomplex is. Maar niets is minder waar. In eerste instantie rijden we er voorbij. Als we er aan komen blijkt het een boerderij gerund door een ouder Chinees echtpaar te zijn  met een kleine cabin in de tuin. We worden meteen door de Chinese mevrouw naar de cabin gebracht. Ze spreekt geen woord engels, de communicatie gaat via een vertaal app. De cabin heeft een slaapkamer, een keuken en een badkamer. Een veranda, een eigen tuin en een overdekte carport maken het af. Wat een leuk verblijf! Alleen jammer dat het niet al te lekker ruikt binnen. Er staat een fles WC reiniger in de badkamer en die gebruik ik royaal. Maar de onfrisse lucht gaat niet weg. Na enig zoeken blijkt onder in het badkamerkastje een lekbakje te staan…. naast het lek. Het bakje stinkt en er ligt water in het kastje. Ik kan wel moeilijk gaan doen maar ik pak een doekje en doe het zelf even weg. In het bakje spuit ik nog een ruime hoeveelheid zeep. Zo, dat is al een stuk frisser. De koelkast gebruiken we maar niet, die ruikt ook niet best. Ach, het is maar voor 1 nacht en met 60 euro heb ik ook niet bepaald de hoofdprijs betaald. Het beddengoed is duidelijk fris gewassen en de handdoeken zijn ook schoon.  En ondanks wat minpunten is het  heerlijk zitten hier buiten op de veranda!

Nog even de foto’s uitzoeken en de blog schrijven. Vanavond vroeg naar bed want we zijn allebei doodmoe. En dan is er weer een mooie dag voorbij!

Maandag 3 Februari 2020, Naar Devonport

Ik dacht dat ik vandaag geen gelegenheid zou hebben om iets op de blog te zetten maar het loopt anders. We mogen al om 7.30 uur op het schip. Omdat we pas om 21.10 uur uitvaren liggen we nog ruim 1,5 uur tijd in de haven. En heb ik dus ook nog ruim 1,5 uur internet bereik. 

Veel heb ik niet geslapen. Alle mogelijke doemscenario’s voor de reis van vandaag hebben door mijn hoofd gespeeld. Wat als we de camper op het laatste moment nog in de prak rijden…. wat als het te lang duurt bij Cruisin en we de bus missen….Wat als we geen taxi kunnen vinden…. wat als de bus te laat vertrekt en we de boot missen….. Wat als de boot vroeger vertrekt en wij er nog niet zijn….. Kolder natuurlijk maar het blijft maar malen. Ik hoef dan ook niet te vertellen dat ik allesbehalve uitgerust ben vanmorgen….

Om 10.45 uur zijn we bij het kantoor van Cruisin waar we de camper in moeten leveren. Het duurt drie kwartier voor we aan de beurt zijn maar dat mag de pret niet drukken. We moeten toch maar zien hoe we de tijd doorkomen tot de bus naar Devonport vertrekt. 

Met de camper is alles in orde. De borg wordt terug gestort maar dat kan maximaal 14 werkdagen duren! Hoe dat zo? Borg betalen moest per direct. Dat kan met terugstorten toch ook! Maar blijkbaar ligt dat wat lastiger. We moeten maar zien wanneer het weer op de rekening staat…. Maar goed dat we er niet van afhankelijk zijn voor de rest van de vakantie. Je zou het daar maar voor gereserveerd hebben, kom je mooi in de problemen!

Noodgedwongen nemen we een taxi terug naar Hobart want een bus rijdt er niet vanaf het camperbedrijf. Hobart, de meest vakantieganger ONvriendelijke stad die ik ooit tegengekomen ben! Nergens mogen parkeren met een ieniemienie klein campertje dat makkelijk op een autoplek past. Alle parkeerplaatsen waar de shuttlebus naar het centrum langs komt zijn parkeergarages waar je dus ook niet in kunt. Bushaltes zonder bescherming tegen wind of regen en geen bankjes. Nota bene de grote halte waar bijna alle bussen stoppen en ook de bussen naar steden verder weg, is niet meer dan een paal langs de weg! Je verwacht een busstation waar je beschut kunt zitten met je bagage en evt. wat drinken maar niets is minder waar.

Om 12.00 uur zijn we in Hobart, dicht bij de bushalte. Met 2 grote koffers en elk nog handbagage moeten we nog 2 uur en 3 kwartier zien door te brengen. Gelukkig schijnt de zon al is het niet echt heel warm. Zolang je uit de wind blijft gaat het prima. Dus strijken we neer op een terras langs het water dat is beschut door glazen platen. We drinken er wat en Frans eet een bord van zijn geliefde Fish and Chips. Ik hoef niet. Er zit een flinke knoop in mijn maag, daar past geen eten door….

Een uurtje voor we naar de halte moeten wordt het ineens bewolkt en steenkoud. we kunnen niet naar binnen met die grote koffers want daar zit het bomvol en ermee tussen de taafels door manouvreren gaat echt niet. We lopen zo snel mogelijk naar de volgende Pier, daar kunnen we in elk geval warm binnen wachten. Onderweg begint het nog flink te regenen ook!

We zijn ruim op tijd bij de bushalte. Dat betekent dus nog ruim 1/2 uur buiten in de kou staan. Gelukkig is er een gebouw met een afdak boven de intree waar we een beetje kunnen schuilen tegen de regen. Pffff wat een knullige bedoening hier.  Nee, Tasmanië was mooi maar Hobart vind ik helemaal niks.

Gelukkig gaat de busreis heel voorspoedig. Onderweg genieten we nog voor de laatste keer van de mooie natuur. Het was mooi maar we hebben het gezien hier. Ik denk niet dat we ooit nog in Tasmanië terug zullen komen.

We hebben een hut erg ver voor in de boot. Daar zijn we niet zo heel blij mee want dat betekent bij een ruwe zee ook dat je veel meer deining voelt. Hopelijk is de oceaan rustiger dan op de heenweg want toen spookte het behoorlijk. En ook vandaag heeft het flink gewaaid. Fingers crossed dan maar!

Nog even de blog bijwerken voor we uitvaren. Dan gaat ook alles aan boord pas open. Nog even het schip een beetje verkennen en daarna lekker ons mandje in. En dan is er weer een mooie dag voorbij….

Zondag 2 Februari 2020, Bonorong Wildlife Sanctuary

Het laatste uitstapje op Tasmanië gaat naar het Bonorong Wildlife Sanctuary in Brighton. Geen dierentuin maar een Wildlife Hospital. Bij dat hospitaal worden een groot aantal dieren opgevangen die niet meer terug in het wild kunnen. Of weesjes die als ze er aan toe zijn wel weer terug in het wild gezet kunnen worden. Zoals de twee Wombatjes. Of dieren die eerst nog een tijd verzorging nodig hebben of aan moeten sterken. Om het hospitaal te kunnen bekostigen opent het park zijn deuren voor het publiek. Je mag er zelf rondstruinen en er worden op vaste tijden rondleidingen gegeven.

Volgens een medewerkster verblijven de meeste mensen hier zo’n 1.5 uu, soms wat langer. Maar wij niet. Zoals gewoonlijk blijven wij overal veel langer hangen dan de gemiddelde bezoeker. En we lopen ook nogal eens een stukje terug om een dier nog eens te bekijken. Alles bij elkaar zijn wij zo’n 4,5 uur in het park geweest.

Het was geweldig. De dieren worden er heel goed verzorgd. Alle ruimtes zien er pico bello en schoon uit. Verschillende dieren kunnen we niet zien omdat ze zich in de eigen kooi verstopt hebben. En zo moet het ook. De dieren worden in een zo natuurlijk mogelijke ruimte gehouden. Dat betekent nu eenmaal dat er dieren tussen zitten die onder de struiken of in een holletje liggen. Er is geen drolletje te vinden, zelfs op het enorme veld waar wel 100 kangaroes lopen ligt maar heel weinig poep. Alles is keurig schoon. 

De enige niet inheemse dieren hier zijn twee koala’s. Die zijn nog over van de tijd dat dit wel een dierentuintje was. Omdat het stressvol en gevaarlijk voor hen is om koala’s te verplaatsen mogen ze hier hun tijd uitzitten. Verder zijn alle dieren hier binnen gekomen omdat ze verzorging nodig hadden. We vinden 2 wombatweesjes waarvan de moeders slachtoffer waren van Roadkill. Een Wombat is bij de geboorte (net als een kangaroe) niet groter dan een jellybean. Het kruipt in de buidel, zuigt zich vast aan de tepel en blijft daar tot het groot genoeg is om zelf rond te lopen. Bij een aanrijding gebeurt het nogal eens dat de moeder overlijdt maar het jong in haar buidel niets makeert.  Maar als het alleen zonder moeder rond gaat zwerven zal het omkomen van honger en kou. Of het wordt slachtoffer van een roofdier. Daarom is het belangrijk om bij een aanrijding met een buideldier te controleren of er geen jong in de buidel zit. Als het groot genoeg is kan het nog gered worden. De weesjes hier hadden geluk, zij zijn opgevangen. Als ze volwassen zijn zullen ze weer worden uitgezet in het wild.

We zien een Echidna met maar 3 pootjes en eentje die een voetje mist. Afgebeten door een hond. Omdat zij niet goed meer kunnen graven en zich dus ook niet kunnen verstoppen voor roofdieren mogen ze hier hun dagen slijten. Er is een Tasmaans Duiveltje met een hersenbeschadiging door een aanrijding en er is er eentje die bijna blind is. Beiden hebben het hier nog prima naar hun zin. En zo hebben alle dieren hier een verhaal.

We hebben bij binnenkomst een zakje kangaroovoer meegekregen. Dat mogen we ze geven. Maar het is zondag en dus drukker dan normaal. De dieren zijn totaal overvoerd en willen niet eens meer naar het voer kijken. Later op de dag wordt het een stuk rustiger. Als we dan tussen de kangaroos staan te kijken naar een Joey die bij zijn mamma zit te drinken komt er ineens een op me af. Hij wil eten. Ik geef hem wat en hij knabbelt het lekker op. En dan komen er nog 2 aan huppelen. Ik ga op een boomstam zitten en voer mijn zakje eten aan ze op. De kangaroo die het dichtst bij me zit kroel ik tussen zijn voorpoten. Hij geniet er zo van dat hij helemaal tegen me aan komt hangen. Heerlijk zo’n interactie met zo’n prachtig dier! 

We kijken nog even binnen bij het dierenhospital. Dat kan door een glazen wand. Zelf sta je dan in een donkere gang zodat de dieren je niet kunnen zien en daardoor van streek raken. Er is nu niemand binnen. Gelukkig geen noodoproep gehad….

We rijden weer terug naar Richmond. We willen nog even bij de Historische Gevangenis daar gaan kijken. Hij stamt uit 1825 en er werden zowel mannen als vrouwen opgesloten. Opvallend is wel dat er 2x zoveel cellen voor de mannen zijn als voor de vrouwen. Er zijn ruimtes waar de gevangen overdag verbleven, slaapzalen en isoleercellen. Die laatsten zijn nog geen meter breed en amper 2 meter lang. Een modern 1 persoons bed zou er niet eens in passen!

De laatste nacht op Tasmanië verblijven we op dezelfde camping als waar we de eerste nacht hebben doorgebracht. Niet echt zo gepland, komt toevallig zo uit. We gebruiken de rest van de dag om de koffers weer in te pakken en de camper schoon te maken. Want morgenochtend moeten we hem in gaan leveren.

Nog even Cissy bellen om haar te feliciteren met haar 36e verjaardag en even met de kleinkinderen kletsen. De blog bijwerken…. dat is nog een hele klus met al die foto’s uit het Sanctuary!

En dan is er weer een mooie dag voorbij!

Morgen zal er waarschijnlijk geen nieuw verhaal op de blog komen, dan zijn we onderweg. ’s Middags 4,5 uur reizen met de bus naar Devonport en ’s avonds zittten we op de boot terug naar Melbourne waar we in de vroege ochtend aankomen. Maar daarna gaan we weer gewoon verder!

Zaterdag 1 Februari 2010, Salamanca Markets

Elke zaterdag wordt in Hobart de Salamanca Market gehouden. Volgens de folders een van de grootste en meest bekende markten van Australia en zeker van Tasmanië. Als je iets aparts wilt kopen moet je daar zijn. Vandaag is onze laatste zaterdag op Tasmanië dus daar gaan wij naartoe.

We denken dat er dicht bij de markt geen parkeerplaats zal zijn. Daarom zoeken we een hele grote waar vandaan we eventueel de bus naar de market kunnen nemen…. denken we…. Maar als we aan komen rijden blijkt dat we er helemaal niet kunnen komen. De route is door de markt afgesloten! We zien een parkeerplaats waar je de hele dag kunt staan maar daar worden we tegen gehouden. Het is de plaats voor het Parlementshuis. De parkeerwachter vertelt dat er in het verleden wel campers mochten staan. Maar sommige bleven dan ook voor de nacht. Er zijn geen voorzieningen dus ook geen toiletten. Enkele camperaars deden hun behoefte gewoon op de parkeerplaats met het gevolg dat de werknemers dat de volgende dag weer op moesten ruimen. Dus… campers verboden! Begrijpelijk. Wie doet nu zo iets!  Maar wel vervelend voor degenen die niet van die smerige streken uithalen!

We rijden verder. De parkeerplaats er tegenover blijkt vol. We volgen de kaart met de route van de bus. En wat blijkt, alle overige parkeerplaatsen die daar op staan zijn parkeergarages. Daar kunnen wij niet in! De moed zakt ons in de schoenen. We zijn al bijna 1,5 uur aan het rondrijden en nog hebben we geen plekje kunnen vinden. Alle plaatsen langs de weg zijn maar voor 1 uur of minder parkeren. En als je er dan eerst nog een flink stuk heen moet lopen schiet dat niet op. we rijden nog 1 keer terug naar de parkeerplaats waar we waren begonnen. En warempel, er rijdt er net een weg! We hebben plaats!

De markt is leuk. We lopen langs een boom die door de ventster als kledingrek is gebruikt. Het lijkt alsof er jurken aan de boom groeien! We zien heel veel houtsnijwerken van Huon Pine, Lavendel producten en andere verzorgingsproducten. Veel sierraden, vaak zelf gemaakt. Fudge is ook aanwezig in alle soorten en smaken. Kortom, er is van alles te koop. Maar we kopen niets. We komen gewoon helemaal niets tegen dat we willen hebben…

We gaan ook nog even kijken waar we maandag op de bus naar Devonport moeten stappen. Blijkt gewoon een bushalte in een drukke straat te zijn. Geen station of kantine of wat dan ook erbij. Pfff, moeten we hier straks een uur of drie met de koffers langs de weg blijven staan? De toeristeninformatie is 50 meter verderop en we gaan even informeren. Het blijkt dat er 200 meter verderop bij de pier kluisjes zijn waar we de koffers in kunnen zetten. Gelukkig, dan kunnen we in elk geval even rond lopen als we lang moeten wachten!

Nog even terug voor de Market voor een kop koffie en dan weer verder. Als we de camper in stappen Vraagt Frans waar mijn video campera is. Die had ik toch mee genomen? Ooooh niet weer! 

Er zijn maar twee plaatsen waar ik hem kan zijn vergeten. De Bakery is het dichtste bij dus daar loop ik eerst naartoe. Maar nee, zij hebben niets gezien. Met een knoop in mijn maag loop ik terug naar de camper. Dan kan het alleen het informatiecentrum nog zijn. Frans rijdt er naartoe. Ik stap uit en moet nog even op het stoplicht wachten voor ik kan oversteken. Door mijn ongeduld lijkt het wel een kwartier te duren voor het op groen gaat. Eindelijk kan ik er over. Ik loop het centrum in…. en zie direct mijn camera bij de kassa liggen. Pffff gelukkig. Ik zal toch wel wat beter op moeten gaan letten!

We overnachten in Brighton. Tenminste dat is het plan. Maar als we daar aan komen blijkt er helemaal geen Caravanpark te zijn. Ik dacht toch echt dat ik er op internet een had gezien maar blijkbaar heb ik het een en ander door elkaar gehaald. Dan maar naar Richmond, dat is zo’n 17 km verderop. Dat was het eerste caravanpark op Tasmanië waar we hebben overnacht. En nu ook bijna het laatste!

We zijn wat vroeg dus lopen we even door het mooie plaatsje. De vorige keer zijn we niet lang genoeg gebleven om wat meer te doen dan een paar winkeltjes in te lopen. Nu gaan we een kijkje nemen bij het Historische Minidorpje. Een klein stukje Hobart uit de coloniale tijd op een schaal van 1:16 nagebouwd. Het is een verrassing. Zo leuk! Tussen de gebouwen zijn allemaal leuke tafereeltjes neergezet. En om ervoor te zorgen dat iedereen er ook goed naar kijkt is wordt er gevraagd om speciaal naar 4 tafereeltjes te zoeken. Heb je ze alle 4 gevonden dan krijg je een sticker! Het kostte wat moeite, maar we hebben ze allemaal!

We gaan weer terug naar de Camperplaats. Eten, de Blog bijwerken en dan is er weer een mooie dag voorbij…

Vrijdag 31 Januari 2020, Afscheid in Huonville…

Huonville ligt hemelsbreed 27 km van New Norfolk. Maar om er te komen moeten we om een berg heen rijden. Maar liefst 73 km verder komen we eindelijk in Huonville aan. Eigenlijk weten we niet zo goed wat we vandaag gaan doen. Verder rijden of blijven…. We kijken even rond in het stadje en rijden dan naar het Caravanpark. Het ziet er allemaal goed uit. Bovendien is het vandaag bloedheet, 39 graden, niet echt een temperatuur om actief bezig te zijn. We boeken daarom een nacht bij het caravanpark. We kunnen kiezen: Normale site met stroom of een site met stroom aan de rivier. Die is 5 dollar duurder. We besluiten onszelf te verwennen met een Riverside site. Maar op de plaats aangekomen blijkt dat je de rivier helemaal niet kunt zien. Er ligt een dijkje voor waar we niet overheen kunnen kijken. Gefopt….

Het Caravanpark heeft een prachtige grote Campkeuken. Er staat een geweldig leuk kindermeubeltje in, een tafel met twee stoeltjes in de vorm van paddenstoelen. Het ziet er allemaal supermooi uit. 

We rijden terug naar het dorp want de rest zal er zo zijn. Dat klopt, we komen bijna tegelijk bij het informatiecentrum aan. Het is bijna lunchtijd. Tijd voor een Bakery. Bill heeft genoeg van al die Bakery’s en wil eigenlijk op zoek naar een Subway. Maar de rest wil lunchen in de Bakery. Vijf tegen een dus neemt hij nog maar een keer genoegen met een lekkere Australische Pie.

We lopen nog even door het dorpje maar eigenlijk is het er veel te warm voor. We blijven angstvallig in de schaduw maar zelfs daar is het om af te pikken. alsof je constant langs een hete openstaande oven loopt….

En dan is het toch echt tijd om afscheid te nemen. Nog een laatste knuffel, een laatste keer goede reis wensen…. ik heb de grootste moeite om te blijven lachen. Ze stappen in de auto, nog een laatste keer zwaaien… en weg zijn ze. En zodra de auto uit het zicht verdwijnt barst ik in huilen uit. Wat zal ik ze missen, alle vier. Zullen we ze ooit nog terug zien? Barbara en Bill zijn al behoorlijk op leeftijd…  Ik hoop dat ze nog een keertje naar Nederland zullen komen. We hebben ze uitgenodigd en alle vier hadden ze er wel oren naar. Maar zeker is het natuurlijk nooit. Waarom is Australia dan ook zo ver weg!!!

We brengen een groot deel van de middag in de winkels door. Daar hebben ze airco! Maar ja, het gevolg van een middag winkelen is wel een winkelwagen vol koek, chips en snoep. Oeps…. 

Om 16.00 uur is er op het Caravanpark een demonstratie farmwork en Devil voeren. Als we er heen lopen komt de boer ook net aan. Hij heeft een hond bij met donkere strepen op de rug. Ik vraag lachend of die strepen echt zijn. “Ja,” zegt hij grinnikend, “Het is een kruising met een Tasmaanse Tijger!”  Dat kan natuurlijk niet want die zijn al jarenlang uitgestorven. Allemaal afgeschoten. Letterlijk uitgeroeid door de mensen.

Voor het farmwork wordt een koe gehaald. Samen met haar kalfje loopt ze de melkruimte op. Ze heeft een enorme uier. Uit 1 speen loopt spontaan al een straaltje melk op de vloer. De boer laat zien hoe het met de hand melken in zijn werk gaat. Het kalfje staat er rustig bij te kijken. Als de emmer vol is heeft de boer de uier nog lang niet leeg. Hij gaat verder met de tweede emmer. Als de ene kant van de uier leeg is haalt hij nog wat uit de andere kant maar niet alles. De rest is voor het kalf.

Ondertussen zitten er twee Tasmaanse Duivels klaar in hun hok om gevoerd te worden. Het mannetje begint enthousiast aan de bevroren kippenpoot maar het vrouwtje kan het niet boeien. Die blijft lekker in de schaduw liggen. Veel te warm. Uiteindelijk begint ze toch ook maar aan haar kippenpoot te knabbelen. 

We krijgen wat uitleg over de Tasmaanse Duivels. En ook hier wordt weer verteld dat ze helemaal niet zo boosaardig zijn als altijd beweerd word. Het stel dat hier zit komt van een fokprogramma. Een tiental jaren geleden waren de Tasmaanse Duivels ernstig met uitsterven bedreigd en is er een fokprogramma opgezet. Dat heeft goed gewerkt want ze zijn nog steeds wel bedreigd maar niet meer ernstig. De twee hier hebben hun plicht gedaan en mogen hier nu van hun oude dag genieten.

Op dit moment zitten we op het dijkje bij de rivier met een bakje koffie. Zo direct als het gaat schemeren hopen we een platypus te zien. Want die leven hier. Maar de diertjes zijn vreselijk schuw dus moeten we heel rustig blijven zitten. Boven onze hoofden vliegen schreeuwende kakatoes heen en weer. In het riviertje hebben we alleen eenden voorbij zien komen. Op een weiland aan de andere oever lopen een paar schapen te mekkeren. Overal hoor ik vogels. Heerlijk al die geluiden van de natuur. In het water is het rustig maar wie weet komt de platypus nog tevoorschijn. Dat zou echt fantastisch zijn.

En als het zo direct donker wordt is er weer een mooie dag voorbij!

Donderdag 30 Januari 2020, New Norfolk

De laatste dag voordat onze wegen zich gaan splitsen rijden we van Strahan naar New Norfolk. Het is 186 km. Dat lijkt niet zo veel maar we moeten wel de bergen over. We rekenen maar op 4 uur minimaal rijden, en dan de pauzes nog.

We rijden niet samen. Wij zijn veel langzamer en dan is het veel makkelijker om allebei gewoon op onszelf te rijden. We komen elkaar wel steeds tegen bij de bezienswaardigheden die we onderweg aandoen. En natuurlijk komen wij daar dan steevast als laatste aan. Maar dat kan ons helemaal niets schelen. We doen lekker op ons gemak.

De weg gaat slingerend door de bergpassen. Dan weer omhoog, dan weer omlaag. Tweebaans, smal… en toch komen we dan een bord: max 100km per uur tegen. Waanzin! Geen wonder dat er zoveel dieren worden doodgereden. En het aantal persoonlijke ongelukken is ook niet mis. En ineens moet ik aan dat mooie wombatje denken dat 4 dagen geleden dood op de weg lag. Zo mooi nog, niets aan te zien, oogjes wijd open. De tranen schieten in mijn ogen. Verdorie, was hij wel dood? Lag hij niet gewoon zo stil omdat hij bang was voor die auto die daar aan kwam razen? Waarom zijn we er vanuit gegaan dat hij dood was? Waarom zijn we niet gestopt? Hebben we niet even gecontroleerd…. Verdorie…. De oogjes van het diertje blijven me nog een hele tijd achtervolgen… zo mooi…. zo stil….

Eindelijk zijn we de vreselijke slingerweg naar Queenstown door. Maar het eind is nog lang niet in zicht. Na de stad gaan we nog veel verder omhoog. We stoppen op een uitkijkpunt, hoog boven de stad. Bill, Barbara, Jim en Karen zijn er al. Enthousiast worden er foto’s voor elkaar gemaakt. en dan gaan we weer verder.

Bij de parkeerplaats van de wandeling naar Nelson Falls ziet Frans hun auto staan. Het was niet afgesproken maar we kunnen er nog net op rijden. De korte wandeling gaat langs een stroompje door een prachtig woud. We zien boomstammen bijna tegen elkaar aan staan, maar ook weer veel prachtige boomvarens. Dan komen we bij de waterval….Tjonge, geweldig! Dat hadden we niet verwacht. Hoog boven ons valt het water naar beneden om uiteindelijk onder onze voeten door te stromen. Prachtig. En wat een geweld. Maar goed dat we hier ook gestopt zijn!

De rustplaats bij de Franklin River stelt niet veel voor en we zijn dan ook zo weer weg. We willen bij het plaatsje Derwent Bridge “The Wall” bezoeken. Een lange muur met aan beide zijden sculpturen van houtsnijwerk. Allemaal uitgeneden in het Tasmaanse Huon Pine, een enorme harde houtsoort die alleen hier groeit. 

Eerst nog een lekkere lunch in het Happy Wombat Cafe en dan op naar The Wall. Er mogen geen foto’s gemaakt worden. Sterker nog, we moeten allemaal onze camera’s inleveren, ze mogen niet eens mee naar binnen. Daar wordt al snel duidelijk waarom, boekjes te koop voor 27 dollar (17,28 euro) per stuk…. Maar het is de moeite waard. Prachtig, wat een werk. En zo gedetailleerd!  En wat de foto’s betreft, ik pluk er wel een paar van internet zodat ik toch kan laten zien wat die muur voor iets is…

We zitten nu op een camping, vlakbij het hotel van de anderen. Zo direkt gaan we allemaal samen uit eten. En dat wordt dan meteen het afscheid. Wie weet of we elkaar daarna nog ooit terug zien…. Bah….

Maar het loopt anders. Tijdens het eten vertelt Bill dat ze morgen eerst naar het plaatsje Huonville gaan en pas na de middag terug naar Hobart om in te checken in de bungalow voor de laatste nacht en de auto in te leveren. We besluiten om het deel Huonville nog met hen samen te doen. Zijn we toch nog even bij elkaar!

We gaan nog even mee naar hun hotel, The Old Colonial Inn. Geweldig. Als je het zou zoeken zou je het niet kunnen vinden maar zij zijn er bij toeval in terecht gekomen. Alsof je terug gaat in de tijd. Het gebouw is van net na 1800 en de inrichting is niet veel jonger. Er staat een enorm poppenhuis, helemaal met de hand gemaakt. Zelfs het servies is antiek! 

We drinken nog een kopje thee en dan is het weer tijd om terug naar de camper te gaan. Nog even de blog bijwerken en dan is er weer een mooie dag voorbij!

Woensdag 29 Januari 2020, Cruise over de Gordon River

Vandaag maken we een cruise over de Gordon River. Een hele dag. Maar het regent… alweer. Tja, het regent hier 300 dagen per jaar. Dat is 1 van de 6 droog…. Ik ben bang dat we die droge dag al gehad hebben…. Maar oke, op de boot zitten we in elk geval goed.

De ramen van de boot zijn nat en er is niet zo heel veel door te zien. Buiten staan is geen optie, veel te koud en te nat. We zitten wel gezellig met zijn zessen aan een tafel. De boot is lang niet vol en de twee die bij ons geplaatst waren vertrekken al voordat de boot de trossen los maakt naar een andere plek. 

En dan stopt de regen en gaat de wind wat liggen. Het waait nog steeds behoorlijk maar we kunnen nu wel op het dek staan. Heerlijk, de wind in je haar op zee. We naderen Hell’s Gate, een nauwe doorgang van zee naar de rivier. Het water gaat er behoorlijk tekeer en het is er niet diep. Ik ben net op het bovendek als we daar aankomen en moet me goed vast houden om niet om te tuimelen. Ik ben bang dat de video ook behoorlijk bewogen zal zijn! De kapitein vertelt dat hier vroeger veel schepen verloren gegaan zijn. Ik geloof het meteen!

Na hier even te hebben rondgedobberd zetten we koers naar Sara’s eiland. Een klein eiland gebruikt (ook al) als een gevangenis. Gevangenen van alle soorten en maten werden er naartoe verscheept en dus waren er ook handwerkslieden van allerlei beroepen aanwezig. Er ontstond een bloeiende scheepsbouw op het eiland. In het begin liep het niet zo goed. De gevangenen werden slecht behandeld. Weinig eten, slechte slaapplaats, 7 dagen per week lange werkdagen en zware lijfstraffen waar kwistig mee gestrooid werden. Vooral de zweep met kattenstaarten en stukjes lood eraan was populair bij de commandant. Een paar slagen en er zat geen vel meer op de rug waar hij overheen ging….

Maar het tijd keerde toen de commandant verdronk. De man zat in een bootje voor het eiland en tuimelde eruit. Hij kon niet zwemmen en zwaaide verwoed naar de gevangenen om hulp. De gevangenen waren de kwaadsten niet en zwaaiden beleefd terug….

De commandant werd vervangen door een officier die er een heel ander regiem op na hield. Hij zorgde goed voor de gevangen. Gaf ze een fatsoenlijke plek om te slapen, voldoende voedsel, een wekelijkse vrije dag en bij goed werk extra beloningen, vaak in de vorm van een fles sterke drank. En de colonie deed het goed. In een jaar tijd werden er maar liefst 98 grote schepen afgeleverd. Een mooie les voor alle werkgevers….

We varen weer verder de rivier op. Het zonnetje schijnt nu en het is heerlijk om op het dek te staan. Ik geniet er volop van. De oevers van de rivier zijn prachtig groen. Het water echter ziet eruit alsof we over een plas cola varen. Volgens de kapitein komt dat door alle bladeren die er in terecht komen en verteren. 

Rond het middaguur is er een heerlijke lunch. Met van die heerlijke cornedbeef die ze hier maken. Lijkt niet op die van ons. Veel lekkerder. Jenny heeft het ooit voor ons gemaakt en ik vond het heerlijk. Ze heeft me toen het recept mee gegeven maar ik bakte er niks van. Leek nergens op. Maar de corned beef hier op het buffet is zalig!

We maken een wandeling door het regenwoud. Prachtig. Halverwege vertelt een van de bemanningsleden wat over de vegetatie en dieren die hier voor komen. Een jonge knul nog maar wat doet hij dat goed! Enthousiast en doorspekt met humor. We worden er zelf ook enthousiast van! We zien een paar baby skinks (soort salamanders) liggen zonnen. En dan ligt er nog geen 2 meter van ons vandaan een baby zwarte tijgerslang opgerold te slapen. Deze slang is een van de meest dodelijke ter wereld en de baby’s zijn net zo giftig als de volwassen slangen. We maken hem maar niet wakker!

We varen weer terug naar Strahan. Onderweg wordt ik een beetje weemoedig. Vandaag is de laatste dag die we allemaal samen doorbrengen. Morgen rijden we door naar New Norfolk maar dat doen we met twee auto’s. Het is een lange rit dus we zullen elkaar niet veel zien. En vrijdag splitsen onze wegen…. Zullen we ze daarna ooit nog weer zien?

Nog even een kaart halen voor Kevin. We hebben alle kleinkinderen apart een kaart gestuurd maar die van Kevin is niet aangekomen. Daarom wil ik er vandaag nog een op de post doen. En als ik de postbeambte vertel waarom ik die kaart stuur doet hij er niet 1 maar wel 5 mooie Australische postzegels op. Geweldig,

We zijn weer terug bij de camper. En weer zijn er problemen met de site. Als ik hem wil bewerken om het nieuwe verslag erop te zetten ben ik weer alles kwijt. Ik snap er niks meer van. Ik leg niets vast want op internet staat alles nog op. Ruim een uur zijn we bezig, met Ipad en laptop maar ik kan deze keer ook de geschiedenis niet vinden om alles terug te zetten. De moed zakt in mijn schoenen. Frans maakt op zijn laptop een PDF van alles wat er nog op internet staat. Ik besluit een nieuwe pagina aan te maken en als met het vastleggen daarvan blijkt dat de rest verdwijnt dan hebben we in elk geval nog een kopie. En dan vind ik onder een vraagteken nog een  rijtje meldingen waaronder ook de vraag of ik naar de oude editer terug wil. Ik geef accoord….. en pffff daar verschijnen al mijn verhalen en foto’s weer! Jeetje, wat ben ik daar blij om! Ik hoop wel dat het hier bij blijft want twee keer is echt wel genoeg!

Nu nog even het verhaal afwerken, de foto’s plaatsen en dan is er weer een hele mooie dag voorbij….

Dinsdag 28 Januari 2020, Strahan

Het regent pijpenstelen als we ‘s morgens wakker worden. Niet zo verwonderlijk want aan deze kant van Tasmanië regent het maar liefst 300 dagen per jaar! Het was gisteren droog. Ik hoop niet dat het betekent dat het de overige 3 dagen nu gaat regenen!

Er staat voor vandaag eigenlijk niets op de planning dus staan we niet al te vroeg op. Maar goed 9.00 uur zijn we toch weer ons mandje uit. Het bed uit gejaagd door die broodnodige gang naar het sanitairgebouw. Tja dan ben je ook echt wakker dus kun je net zo goed op staan.

Het plaatsje Strahan is echt maar heel klein. Zo te zien leeft het helemaal van het toerisme. Echte winkels zijn er niet te vinden, geen Woolworths of Cooles maar een IGA als supermarkt. De IGA is te vergelijken met een kleine buurtsuper en is hier in Tasmanië te vinden in de plaatsen waarvoor Cooles en Woolworths hun neus ophalen. Verder verzorgen hier 2 verschillende bedrijven een boottocht over de rivier en vertrekt hier een stoomtrein van en naar Queenstown. Meer is er niet te doen. O ja, er is ook een Bakery. En die is wel geweldig! 

Om 12.30 gaan we met zijn allen richting Bakery. Daar vinden we naast allerlei zoete lekkernijen ook heel veel soorten Pie. Pie is een klein bladerdeegtaartje, gevuld met vlees, ragout, kip, vis etc etc. Heerlijk! Eigenlijk een groot pasteitje met allerlei soorten vulling, afgedekt met een lap bladerdeeg. Ik heb ze in Nederland maar heel weinig gezien. Eigenlijk nooit vers, alleen ooit ergens in de diepvries. Maar dat leek nog niet op de pasteitjes van hier. Heel frappant dat het grootste bedrijf in pasteitjes in Australia is opgericht door een Nederlander!

Na een lekkere lunch rijden we nog wat rond maar er is echt niets te vinden in de omgeving. Zelfs op de lookout boven het dorp is niets te zien, door de regen kunnen we niet ver kijken. Na een half uurtje geven we het op en gaan we naar de bungalow waar Karen, Barbara, Jim en Bill vertoeven. Karen heeft met haar Ipad foto’s gemaakt maar kan ze niet via airdrop naar mijn telefoon sturen. Het ligt aan mijn telefoon want ook Frans lukt het niet. Ik heb alle instellingen al nagelopen maar kan niet vinden waar het aan ligt. Ik kan ze wel versturen maar niet ontvangen. Dus neem ik nu mijn eigen Ipad mee naar haar zodat we toch de foto’s over kunnen zetten. Een hele leuke die we gemaakt hadden in het museum van de mijnstad Beaconsfield. Daar was een afdeling antieke telefoons en we zijn er allemaal tegelijk met een telefoon bezig. Een leuk tafereel en ik ben heel blij dat we dat nu ook hebben! Ook heeft ze van Frans gehoord over We Transfer en dat wil ze nu graag op haar Ipad laten zetten.

Bill heeft wat vragen over het overnemen van zijn foto’s op de telefoon en Barbara wil graag de app van Google Duo op haar telefoon. En geen van hen heeft enig idee hoe dat moet. Ik ben zelf ook niet zo geweldig ermee maar hier in Australia lijk ik wel een expert. Het land loopt wat automatisering betreft echt nog achter bij ons. Bij ons wordt je zowat gedwongen om alles automatisch te gaan doen dus moet je wel met de tijd mee. Hier hoeft dat helemaal nog niet zo dus is het ook nog niet zo nodig om je er in te verdiepen. Karen werkt notabene op een school, wel als kleuterjuf maar dan nog, en ik ben een hele middag bezig geweest om haar de werking van haar eigen Ipad uit te leggen…. Als je dat bij ons niet weet gaan de kleuters met je aan de haal!

Vanavond een lekker varkenshaasje met gebakken aardappeltjes en sla gemaakt in de campkeuken op de camping. Want dat is veel makkelijker dan in de camper. De meeste campings in Australia hebben een goed voorziene campkeuken. Op deze camping vindt je in de campkeuken een aanrecht, een BBQ, 2 keramische kookplaten, een grote dubbele ijskast, 2 ovens en een magnetron. Een waterkoker en een broodrooster maken het geheel af. Dan ga je toch niet in een inie minie campertje staan koken!

Nog even de blog. Foto’s zijn er helaas niet veel. Door de regen was er niet veel te zien. Maar ondanks het slechte weer toch weer een mooie dag voorbij….

Met zijn allen aan de antieke telefoon in Baecoonsfield

Maandag 27 Januari 2020, Queenstown

Een heel klein maar ook heel echt goudklompje gevonden!

Om 7.15 uur staan we zoals afgesproken bij de bungalow van Barbara, Bill, Jim en Karen. Het is de beurt van Jim om te rijden en daar ben ik erg blij om. Hij rijdt in elk geval een stuk rustiger dan Bill en we moeten 40 km door de bergen over een smalle kronkelende weg. Niet iets om te scheuren. Maar Bill denkt daar blijkbaar anders over en voordat er iemand bij de auto is zit hij al achter het stuur. Karen maakt de opmerking dat ze dacht dat Jim zou rijden. Bill haalt zijn schouders op en zegt alleen maar dat het toch niets uit maakt… We durven er geen van allen iets van te zeggen.

Gelukkig valt het mee. Hij rijdt redelijk rustig. Voor zijn doen dan. Maar mijn hart zit ergens tussen mijn oren tegen dat we aankomen en ik zit niet zo ver van een paniekaanval af.  Ik heb zo hard in de hand van Frans geknepen dat hij hem niet meer kan bewegen… Maar we zijn er. Kan ik weer even bij komen….

We gaan vandaag een rit maken met een antieke trein. De rit gaat over een spoor door een ondoordringbaar regenwoud de berg op. Van oorsprong is deze spoorlijn aangelegd voor het vervoer van de erts van een kopermijn. Nu is het een toeristische attractie. Om deze trein tegen de berg omhoog te kunnen laten lopen is een apart systeem verzonnen door een zwitserse klokkenmaker. Onder de trein bevindt zich een groot tandwiel. Tussen de rails ligt een aparte rails waar de tanden van het tandwiel precies in passen. En met dat tandwiel trekt de trein zich naar boven. Heel rustig want 10 km per uur is de max om alles heel te houden.

De wagons zijn prachtig gerestaureerd. Elk van de 3 wagons heeft een eigen gids aan boord. De eerste stop is een stationnetje bij de Kings River, waar vroeger veel goud werd gevonden. Er staat nu niet meer dan het museum en een grote bak waar we naar goud kunnen zoeken. Allemaal op een rij. Volgens de gids zit er zand en stenen uit de rivier in en die bevat nog steeds goud. Af en toe wordt er nog iets gevonden. Ik lach het weg. Ik vraag hem hoe vaak het zand in de bakken dan ververst wordt want op den duur is er alles toch uit? En terwijl ik dat zeg zie ik iets glinsteren in mijn eigen pan. Ik kan mijn ogen niet geloven. Een heus goudklompje! Ik heb goud gevonden! Een minuscuul klein klompje maar volgens de gids is het wel degelijk echt goud. Hij doet het voor mij in een klein zakje en loopt iedereen langs om het te laten zien. In een mum van tijd is iedereen fanatiek aan het zeven. Een andere vrouw vindt ook nog een klein klompje. En dan moeten we weer gaan.

Op de volgende stop kunnen we koffie drinken en evt. Whiskey proeven… om 10.00 uur ‘s morgens … dat laten we maar aan ons voorbij gaan.  Maar dat bakje warm drinken gaat er wel in.  

Op het volgende stuk van de reis klimmen we echt omhoog. En dan hebben we ineens een fantastisch uitzicht over de Kings Gorge. Schitterend. Het water perst zich langs de stroomversnellingen in de diepte en verdwijnt dan weer het regenwoud in. Dat regenwoud is ook prachtig. Ondoordringbaar. Zozeer zelfs dat hier amper wildlife voorkomt. Prachtige bomen, Varens en struiken en zelfs nog hele mooie bloemen. Het uitzicht is adembenemend.

We komen aan op het eindpunt en hier moet de locomotief gedraaid worden. En dat gaat ook nog ouderwets met de hand. De locomotief wordt op een draaischijf gereden en met veel stoom en gepuf draaien twee mannen de schijf 180 graden rond. De locomotief wordt nu aan de andere kant van de wagons aangekoppeld en we kunnen weer gaan. We genieten nog een tijdje volop van wat er onderweg allemaal weer te zien is.

Als we terug op het beginstation zijn gaan we Queenstown verkennen. Een stad met een deftige naam. Maar hij doet die naam helemaal geen eer aan want de stad is duidelijk stervende. Alles is versleten en verweerd. Gebouwen staan op instorten. Er staan een paar kinderen te zwaaien voor de ramen van een bungalow. Leuk maar ook sneu. Het huis is verveloos en er ontbreken planken aan de onderkant. Ook zit er op grote stukken schimmel. Niemand wil daar zijn kinderen toch in groot brengen? We vinden hier nog veel meer huisjes, niet veel meer dan krotten. En toch staan er bij sommigen auto’s voor de deur dus schijnen daar mensen te wonen. Diep triest. Het eens glorieuze hotel van de stad staat op instorten en is afgezet om ongelukken te voorkomen. 

Queenstown was ooit een florerende mijnstad. Eerst een goudmijn en later een enorme rijke kopermijn. Maar sinds die is gesloten is er voor de inwoners geen droog brood meer te verdienen. Wie kan trekt hier weg. Maar wie niet kan en ook geen werk heeft zit vast op een zinkend schip, in de middle of nowhere.  Niet bepaald een plaats waar jonge mensen zich willen vestigen. We hebben medelijden met degenen die niet anders kunnen.

We rijden terug naar Strahan, 40 km slingerend door de bergen met Bill aan het stuur….  Volgens Frans viel het wel mee maar ik ben vreselijk blij als we weer op de camping aan komen. Een prachtige dag met geweldig veel indrukken. En nog goud gevonden ook!

Nog even de blog bijwerken, en dan is er weer een mooie dag voorbij…

Zondag 26 Januari 2020, Strahan

Om 7.00 uur loopt de wekker af. Pffff ik heb echt geen zin om op te staan. Maar we moeten om 8.15 uur bij het hotel van Bill zijn….

We rijden gezamelijk naar het dorpje Penguin. Vorige keer toen we daar waren werd het ineens noodweer en zijn we alleen maar even snel het informatiecentrum in geweest. We willen nu wat beter rondkijken. Maar de weergoden zitten niet mee, terwijl we onderweg zijn begint het alweer te miezeren. Penguin wordt bekeken maar het blijft bij een bezoekje aan de plaatselijke bakery en wederom het informatiecentrum. Maar deze keer hebben we wel wat meer tijd om alle pinguinfiguren op de foto te zetten.

Dan gaan we op weg naar Strahan. Apart. Een rit van 186 km waar zo’n 3 uur rijtijd voor staat. Wij zijn met ons campertje veel trager dan zij met die luxe grote auto. Maar het belangrijkste, Bill rijdt en we weten uit ervaring dat die aan een stuk door jakkert tot hij op de plaats van bestemming is. En daar hebben wij geen zin in. Wij willen kunnen stoppen als we iets moois zien en onderweg ergens een bakje koffie drinken. Dus spreken we af dat we elkaar in Strahan weer zien.

De natuur onderweg is prachtig. Tasmanië heeft heel veel bergen en de meesten liggen aan de westkant. Door de enorme hoge bergrug die ongeveer midden door Tasmanië van noord naar zuid loopt wordt de bewolking die meestal vanuit het westen komt tegen gehouden. Dat betekent dat het vaak regent in het westen terwijl het tegelijk in het oosten kurkdroog kan zijn. Het is hier dan ook prachtig groen, heel anders dan we tot nog toe gezien hebben. De wegen slingeren zich door de bergen. Dan zitten we weer boven en dan weer beneden, de hel rit door.

We houden koffiepauze in het plaatsje Roseberry. Een klein mijnstadje waar verder ook niets te beleven is. Er staat wel een Bakery met lekkere koffie en heerlijk gebak!

Ook stoppen we nog op een lookout om van het uitzicht te genieten en een paar mooie foto’s te maken. En ruim een half uur voor we bij Strahan zijn krijgen we telefoon van Bill. Waar wij zijn…. Ik vertel hem dat we nog wel een stukje moeten rijden en we spreken af over 1,5 uur in Strahan.

De camping hebben we zo gevonden. Het is vandaag Australia Day. Een dag van Nationale trots voor alle Australiers. Om iets terug te doen voor alles wat iedereen voor Australia doet, blank of aboriginal. We hebben er tot nog toe niets van gemerkt. Maar naast de camping zijn de festiviteiten  in volle gang. Op een groot veld is het hele dorp verzameld en worden wat dingetjes georganiseert. Zo’n beetje zoals bij ons op Koninginnedag. Alleen is hier om 16.00 uur alles al afgelopen.

We gaan naar het informatiecentrum om twee uitstapjes voor de komende dagen te boeken. Een daarvan is een cruise over de rivier. De boot waar we dat mee gaan doen ligt aangemeerd en we mogen er alvast een kijkje op nemen. We mogen zelfs in de stuurhut waar Bill en Frans op de kapiteinsstoelen plaats nemen! Nu maar hopen dat het weer woensdag mee zit…

Het is weer tijd om terug naar de camping te gaan. Er moeten nog 2 dagen op de blog gezet worden en ook van 2 dagen foto’s worden uitgezocht dus ik heb nog wel eventjes werk. 

Morgen moeten we al om 7.15 bij Bill zijn voor het uitstapje naar Queenstown. Dus op tijd naar bed vanavond. En dan is er alweer een mooie dag voorbij!

Zaterdag 25 Januari 2020, Pinguins spotten

De laatste dag in Devonport. Vandaag doen we allemaal ons eigen ding. Voor ons betekent dat eerst lekker een keertje uitslapen. Elke dag vroeg op eist toch zijn tol. Maar we zijn om 9.00 uur allebei al weer uitwakker. We ontbijten op ons gemakje. Ook een mooi moment om de was te doen. Op de camping staan prachtige machines. In 38 minuten is de was klaar en nog schoon ook. Nog eens 30 minuten in de droger en dan is ook nog eens alles droog. Dat wil ik thuis ook wel!

’s Middags maken we een wandeling naar het centrum van Devonport, 3 km verderop. We wandelen wat door het centrum en drinken een heerlijke cappucino bij het Deense hotel/restaurant langs het water. Voor we het weten is de middag al weer om.

Om 19.00 uur worden we door Bill, Barbara, Jim en Karen opgepikt.  We gaan met zijn allen pizza eten. Het restaurant ziet er een beetje sjofeltjes uit maar dan komen de pizza’s door…. Zooooo wat een heerlijke bodem en wat een enorme lekkere berg vulling ligt er op. Ik kan met recht zeggen dat dit de lekkerste pizza is die ik ooit op heb! Jeetje als dit restaurant bij ons stond was ik zeker weten een vaste klant. En dat terwijl ik eigenlijk helemaal niet zoveel om pizza geef!

En dan rijden we naar de pinguin lookout bij, hoe kan het ook anders, het plaatsje Penguin. Hier zitten in de duinen een aantal nesten. De meeste jongen zijn al weer weg maar er zijn nog wat late broedparen. Als de jongen oud genoeg zijn om het nest te verlaten komen de pinguins niet meer aan land tot het tijd is voor een volgend nest. Elke morgen verdwijnen de ouderparen de zee in om voedsel te zoeken. En zodra het donker is komen ze aan land om hun jongen te voeden. De jongen komen tevoorschijn maar er zijn nog geen volwassen pinguins te zien. En dan zien we er een over het strand scharrelen. En nog een… en nog een…

Inmiddels is het aardedonker en zijn er verschillende volwassen pinguins aan land gekomen. Maar de twee kleintjes, volgens de gids van hetzelfde ouderpaar, zitten nog moederziel alleen op de ouders te wachten. En als die niet komen opdagen zullen de kleintjes omkomen van de honger. Vreselijk….

Hoewel ik er toch niets aan kan doen zou ik het liefst wachten tot ik zeker weet dat de ouders er zijn. Maar de rest blijkt al in de auto te zitten om terug te gaan. Ik heb ze helemaal niet zien vertrekken! Frans komt terug om mij te halen. Dus helaas, ik weet niet hoe het met de jonkies is afgelopen. Laat ik er maar vanuit gaan dat de ouders gewoon een beetje laat waren….

Het is al 23.00 uur als we terug komen bij de camper. Veel te laat om nog aan de blog te werken want dat kost toch elke dag 1,5 tot 2 uur. En morgen moeten we weer om 8.15 uur bij het hotel van Bill zijn…

We bellen nog eventjes met Karin en Cissy. Rob en Bregje zijn er ook want in Nederland is het nu 13.00 uur. Kevin en Lisa spreken we volgende week.

Op de camping zitten ‘s avonds volop Potoroes, een heel klein soort kangaroe. Maar als we van het sanitairgebouw af komen loopt er vlakbij onze camper een kleine Bandicoot. Het is een diertje van zo’n 20 cm (exclusief staart) met een hele lange spitse snuit die hij gebruikt om beestjes uit de grond te wroeten. Hij laat met dat neusje allemaal kleine gaatjes achter als hij ergens geweest is! Ow geweldig, die hebben we in het wild nog nooit gezien! En gisteren zat er tussen de Potoroes ook nog een Opossum. Een mooie grote met een prachtige staart. Helaas was die weg voor we er een foto van konden maken. Heerlijk dat wildlife hier, daar kan ik echt van genieten… 

De kleine bandicoot rent er vandoor en wij stappen de camper in. En dan is er alweer een mooie dag voorbij….

Vrijdag 24 Januari 2020, Cradle Mountain

Er zitten hele kleine kangaroetjes op de camping. Heel veel! Waarschijnlijk zijn het potoroes. Als we s’avonds de camper uit stappen zien we ze overal zitten. We kunnen er niet echt dichtbij komen maar echt schuw zijn ze nou ook weer niet. Onvoorstelbaar dat er zoveel zitten en dat je er overdag helemaal niets van ziet. Nou ja, niets….er ligt wel overal poep….

Om 8.45 uur vertrekken we naar Cradle Mountain, een van de grote attracties van Tasmanië. Onderweg stoppen we in het plaatsje Sheffield. Het bijzondere van Sheffield zijn de vele muurschilderingen. Er is bijna geen gebouw te vinden of er zit een muurschildering op. De ene wat mooier dan de andere maar heel bijzonder om te zien. De gebouwen zelf zijn zoals in zoveel plaatsen hier bijna allemaal in historische stijl. Een prachtig stadje om te zien. Niet mooi en netjes zoals Stanley gisteren maar juist ruw en ongepolijst….

Mount Roland steekt hoog boven het stadje uit. We maken er een paar foto’s van. Maar het is niet de bestemming van vandaag dus rijden we weer verder.

Cradle Mountain ligt in een natuurpark. Daar moet je een vergunning voor hebben. Die hebben we al in het eerste toerinsteninformatiecentrum (wat een prachtig woord voor scrable!) waar we kwamen voor de hele vakantie aangeschaft. Op naam van Barbara want die krijgt seniorenkorting. De kaart is geldig voor iedereen die in de auto zit tot max 8 personen. Dat komt mooi uit want we zittn met 6 in dezelfde auto.

Jim parkeert de auto bij het Bezoekerscentrum van Cradle Mountain. Van hieruit moeten we met de shutle bus. Geen probleem want die rijdt om de 10 minuten. Later wordt duidelijk waarom het zo geregeld is. De wegen zijn vaak zo smal dat er maar 1 auto over kan. Passeren is niet mogelijk. De bussen staan continue met elkaar in verbinding. Moet er een over een smal stuk weg dan roepen ze elkaar op en wacht de andere tot hij er door is. Het werkt prima!

Jim en Karen gaan al snel hun eigen gang. Karen houdt niet van veel lopen. Barbara, Bill, Frans en ik lopen twee korte wandelingen. Daarna zonder Barbara nog een derde, wat langere wandeling door het regenwoud. We klimmen tijidens deze tocht 119 meter omhoog! Het is sprookjesachtig hier in het bos. Enorme boomstammen en bomen die veel en veel hoger zijn dan bij ons. Hele gebieden bedekt met mos. En het is doodstil. Zelfs geen vogel te horen. Alleen af en toe het water van de stroompjes en watervallen die we tegen komen. En dan ineens kom je prachtige bloemen tegen. Jeetje, wat is het hier mooi!

Na de wandeling nemen we de bus naar het eindpunt, Lake Dove. Hier blijven we niet lang. Je kunt er helemaal omheen lopen maar dat zijn we niet van plan. Bovendien begint het te regenen en dat wandelt ook niet zo lekker…  We blijven net lang genoeg om half China aan ons voorbij te zien trekken en een paar foto’s te maken. Dan lopen we weer terug naar de bus. 

Onderweg naar het Centrum stappen we nog eenmaal uit. Op de heenweg zagen we hier twee wombats lopen en we willen gaan kijken of we ze nog kunnen spotten. En ja, na even zoeken zien we ze. De diertjes zitten lekker in het gras te grazen. Wat machtig om te zien! Al die keren dat we in Australia zijn geweest hebben nog nooit een levende wombat in het wild gezien. Alleen als roadkill of in de dierentuin. En hier lopen ze dan. We zien er zelfs drie! Dat is genieten!

Het is weer tijd om terug te rijden. Vermoeid van alle indrukken maar wat een heerlijke dag!

Naast de camping ligt een restaurant en daar blijkt buiten op het terras een muzikant te zitten. Typisch Australische songs brengt hij. Ik hou daar wel van. We pikken daar een terrasje en eten er een hapje. Als er een ouder stel naar een plekje loopt te zoeken maar niets kan vinden bieden wij ze de vrije stoelen aan ons tafeltje aan. Dat blijkt een goede zet want we hebben heerlijk gezellige klets. Moe maar voldaan lopen we later weer naar de camper.

Tijd voor de blog. Ik open hem, druk op een knop…. en ben alles kwijt!!! PANIEK!! Ik heb geen idee wat er gebeurd is. Frans opent de site via zijn telefoon maar helaas, het hoofdstuk Down Under 2020 is helemaal leeg. Uren en uren werk, alles weg!!! Foto’s en verhalen van 3 weken vakantie, niets meer…. De tranen schieten me in de ogen. Hoe kan dat nu!!! Ik zoek wat rond op de site maar kan er niets meer van vinden. En dan zie ik een knop “geschiedenis”. Ik druk hem in en daar verschijnt alles vanaf gisteren. Moet ik nu op “Bijwerken” drukken…? Met mijn hart in de keel druk ik de knop in. Ik open de site op mijn telefoon want ik durf niets meer rechtstreeks op de site te doen voor ik zeker weet dat het er weer op staat. En Ja, gelukkig, het hele verhaal staat er weer op. Tjonge, wat had ik het benauwd! Maar wat vreselijk dat je zo makkelijk alles kwijt kunt raken! 

Nog even het verhaal van vandaag erop. En dan is er alweer een mooie dag voorbij….

Donderdag 23 Januari 2020, Stanley, Burnie en Penguin 

Ik kan het haast niet geloven. Donderdag alweer. We zijn al 3 weken onderweg. Het lijkt gisteren dat we vertrokken!

Om 8.15 uur staan we klaar voor een uitstapje naar Stanley. Stanley ligt in het uiterste noord-westelijke puntje van Tasmanië en is ongeveer 1,5 uur rijden van Devonport vandaan. Het weer is slecht, het regent en voor vandaag is nog veel meer regen voorspeld dus het is niet erg om wat langer in de auto te zitten.

Stanley ligt op een schiereiland, langs een grote rechte rots, The Nut, verspreid. We hebben mazzel want als we hier aankomen is het droog. We rijden eerst even in de omgeving rond om te zien wat daar te vinden is en stuiten op enorme velden met Poppies, Klaprozen. Niet die mooie rode zoals in Vlaanderen maar heel zacht rose met een purpel hartje. Ze worden gekweekt voor de opium die er in zit. Medicinale doeleinden… Er zijn maar een paar mensen die daar een vergunning voor hebben en zo te zien woont er in elk geval een van hier. 

Stanley zelf is een heel mooi, keurig net, opgeruimd plaatsje. Je zou bijna denken dat iedereen die hier komt wonen een contract moet tekenen dat hij/zij de woning, tuin en omgeving keurig bij houdt en in de verf zet. Nergens een vuiltje of rommeltje te vinden. Alle huisjes keurig netjes in de verf. En heel veel mooie oude gebouwtjes. Prachtig om te zien en heerlijk om hier rond te lopen. 

Het weer zit ook mee, zolang we hier zijn blijft het droog. Het weer zorgt wel voor prachtige wolken boven een redelijk ruwe zee,

Na Stanley rijden we naar Burnie waar we eerst bij de plaatselijke Fish and Chips shop een heerlijke maaltijd genieten. We hebben er vorige keer van geleerd, we bestellen deze keer maar 1 complete maaltijd en een kleine extra portie chips (friet). En dat is maar goed ook want we krijgen het maar net op.

In Burnie ligt het papiermuseum. Hier staan standbeelden helemaal gemaakt van papier. Prachtig gemaakt. Ook vinden we draagbare kleding gemaakt van papier. Er is zelfs een van papier gebreid vest. De maakster is bijna een jaar bezig geweest om genoeg “garen” te maken van papier om het vest te breien. Er zijn diverse ruimtes waar papierkunstenaars hun werk laten zien maar er is er maar 1 zelf aan het werk. En dat werk vind ik persoonlijk niet echt mooi. Ze knipt figuren uit gekleurd papier en plakt dat allemaal bij elkaar op een vel. Niet echt bijzonder. 

Barbara, Karen en ik doen ook nog mee met de workshop papiermaken. De mannen vermaken zich ondertussen in het museum. We krijgen eerst te zien waar ze allemaal papier van maken en hoe dat aan voelt. Dat gaat van katoen tot planten tot poep, het kan allemaal, zolang er maar vezels in zitten. Geen Tasmaanse Duivelpoep dus want dat is een vleeseter, maar wel wombat en kangaroepoep. Dan wordt het proces van papierscheppen, persen en drogen uitgelegd. Tenslotte mogen we het zelf gaan proberen. Ik maak papier met een watermerk van de Tasmaanse Duivel en wonder boven wonder zijn allebei mijn velletjes al heel snel klaar en perfect. Die kunnen aan de droogwand. Helaas kunnen we onze eigen velletjes niet mee nemen, die moeten nog dagen drogen maar we mogen een velletje mee nemen van de mensen die hier eerder waren. Die van ons gaan dan straks weer met anderen mee naar huis. Al met al een hele leuke ervaring!

Onderweg naar Penguin wordt het steeds donkerder. Het plaatsje doet zijn naam eer aan, er staan grote standbeelden van penguins, de prullenbakken hebben penguins erop geschilderd en de paaltjes langs de weg zijn in kleine penguins veranderd. Als we net zijn uitgestapt klinkt er een snoeiharde donderslag en dan begint het te gieten. We schieten de plaatselijke toeristen info binnen en terwijl we daar de bui afwachten maken we een gezellig praatje met de medewerkster daar. Ze vertelt dat dit soort stormen normaal vaak voorkomen op Tasmanië maar dat het nu al sinds oktober niet meer gestormd heeft. Gelukkig duurt het maar een kwartiertje. Frans koopt ondertussen nog een fleece vest want hij was zijn vest thuis vergeten en heeft hier alleen maar een spencertje. We zitten hier dan wel in zomers Australie maar aan de temperatuur is dat niet te zien. Vandaag 16 graden max….

En dan is de dag al weer bijna om. We worden afgezet bij de camper, de rest gaat nog even boodschappen doen maar wij hebben dat gisterenmiddag nog gedaan en hebben nu niets nodig. We besluiten nog eventjes naar de vuurtoren hier bij de camping te lopen. Dat hadden we beter niet kunnen doen want terwijl we daar staan zien we over het water een gigantische regenbui aan komen. We draaien om en lopen snel naar de camper maar helaas, de bui is sneller. Frans vindt een schuilplekje tegen een tent aan maar als ik naast hem ga staan blijkt al het water van het tentdak zo over mijn jas mijn kleren in te lopen. Nat tot op mijn ondergoed kom ik terug in de camper. Frans heeft het er wat droger afgebracht maar ik heb geen droge draad meer aan.

Tijd voor een warme douche dus. Nou dat heb ik geweten. Ik word nog net niet gekookt. Ik krijg maar geen koud water bij de hete straal gemixt. Het lukt net om mijn haar te wassen maar prettig is het niet. En als ik de warme kraan terug draai heb ik alleen nog maar koud. Da’s ook niet fijn. Maar goed, fris en fruitig weer naar de camper. En als ik terug naar de camper loop zie ik de “Spirit of Tasmania” de haven verlaten en het ruime sop richting Melbourne kiezen. Prachtig gezicht!

Nog even werken aan de blog. En dan is er alweer een mooie dag voorbij. Wat gaat dat snel! 

Woensdag 22 Januari 2020, onderweg naar Devonport

Een reisdag vandaag. We verhuizen naar Devonport. De plaats waar we met de Spirit of Tasmania aan land kwamen. We hebben daar een plekje besproken op het Mersey Bluff Caravan Park, bijna pal onder de vuurtoren.

We rijden op eigen gelegenheid. Dat is een stuk makkelijker dan achter elkaar aan te rijden. Bovendien kan dan iedereen stoppen of doorrijden waar hij wil. We besluiten een kijkje te gaan nemen op de Hazelnootfarm die we gisteren niet konden vinden. Hij ligt maar een klein stukje van de route af. En net als we daar parkeren komen Barbara, Bill, Karen en Jim naar buiten lopen. Het is pas 10 minuten open dus dat beloofd niet veel goeds…

De Hazelnootfarm blijkt niet meer te zijn dan een restaurant waar hazelnoten worden verkocht. Peperduur, 22 Australische Dollar oftewel 14,80 Euro per pond. Het restaurant ligt wel in een hazelnoot boomgaard maar verder is er van het hele proces rondom de kweek en het klaar maken voor de verkoop niets te zien. Ook wij staan in een paar minuten weer buiten.

Op naar de Ashgroove Cheese Factory. Een heel stuk beter dan die van vorige keer. Door de ramen kunnen we de mensen in de kaasfabriek aan het werk zien. Op een andere plek zien we de kazen opgeslagen liggen om te rijpen. We kunnen op ons gemak wat kazen proberen. Er ligt er zelfs een bij van 65 AUD (41,50 Euro) per kilo. Frans vindt hem wel lekker, ik vind hem niet bijzonder. Maar ik vind wel een andere kaas erg lekker, kaas met wasabykruiden. Jammie, daar nemen we een stukje van mee. Frans laat zich verleiden door een appelcreme. Lijkt op jam maar is veel dikker en sterker van smaak. Die nemen we ook mee.En dan komen ook hier de andere vier binnen lopen. Terwijl we toch niets hebben afgesproken!

We rijden door naar het plaatsje Deloraine. Een leuk plaatsje met wat winkeltjes en zoals op zoveel plaatsen hier, mooie ouderwetse gebouwen. We lopen wat rond, kijken in wat winkeltjes en houden tenslotte koffiepauze in de plaatselijke Bakery. En net als we willen gaan komen Karen en Jim binnen lopen. Zijn zij toevallig op dezelfde plaats gestopt!

We rijden weer verder. Als laatste stoppen we bij de “Anvers Chocolat Factory”. Beetje idioot vind ik het wel. We wonen 30 minuten van Antwerpen af en kijken  daar nooit naar de chocolade. Maar aan de andere kant van de wereld gaan we Belgische chocolade proeven…. En jammie! Vooral de chocolade fudge met whisky en die met sinaasappel. Heerlijk!. We staan in tweestrijd maar we zijn streng voor onszelf en nemen het niet mee. We moeten tenslotte keuzes maken anders komen we zo rond als tonnetjes weer terug naar huis. Ik weet van mezelf, als ik chocolade mee neem is hij binnen een uur op. En ik heb ook al een lekker stuk kaas…. Ander keertje dan maar….

Hierna rijden we door naar de camping waar we ons installeren voor de komende dagen. De weersvoorspellingen zijn voor vanavond en morgen niet goed maar oke, beetje regen zijn we wel aan gewend. Noodgedwongen zitten we binnen in de camper terwijl het buiten begint te meizeren en de wind om de wagen heen giert. Lekker knus de blog bij werken. 

En dan is er alweer een mooie dag voorbij….

Dinsdag 21 Januari 2020, Launceston

Soms heb je van die dagen dat je beter in je bed kunt blijven, en vandaag lijkt er zo een. Bij het douchen gisterenavond heb ik mijn shampoo en conditioner per ongeluk laten staan. Ik loop ervoor terug maar helaas, allebei al verdwenen.  Als Frans loopt te jagen en ik hem vertel dat we nog tijd genoeg hebben blijkt mijn pas 3 weken oude, voor mijn doen best dure, horloge al 15 minuten achter te lopen. Kan er ook nog wel bij. Ik wil voor we gaan snel nog even de ontbijtboel af gaan wassen maar als ik bijna bij het aanrecht ben zet er net voor me iemand een gigantische berg afwas in de wasbak. Dat kan ik wel vergeten dus, daar kan ik nu niet meer op wachten.

De laatste dag in Launceston gaan we nog wat dingen bekijken in de directe omgeving. We beginnen bij Cataract Gorge, een kloof in de berg naast de stad. We rijden naar de parkeerplaats bij het eerste bassin, een klein meer gevormd in de kloof. Alles rondom dit meer ruikt naar toerisme. Een mooi aangelegd grasveld met een groot zwembad erin, een winkeltje en een stoeltjeslift. Maar ook de start van enkele mooie wandelingen door de kloof.

Frans vindt de stoeltjeslift niks dus wij gaan lopen. De andere vier gaan wel in de stoeltjeslift. We zien ze boven wel weer. Als we net de berg op lopen breekt het bandje van mijn schoen. Pffff, het houdt maar niet op… Gelukkig kan ik er nog wel op verder lopen maar zal er toch wat aan moeten doen.  We lopen verder en tot onze verbazing staan we al tegelijk met de anderen bij het einde van de lift. Nou zo ver was dat dan ook weer niet. Van hier uit nemen we de wandeling door de kloof terug naar de rivier. Prachtig is het hier. Ruwe rotspartijen, stroomversnellingen, tegen de rotsen op groeiende planten en bomen, we genieten met volle teugen. Als we bijna de kloof weer uit zijn zien we in een van de rotsen een nors gezicht. Het lijkt haast wel erin gekerft maar het is echt zo geerodeerd.

We lopen weer terug tot aan het eindpunt van de stoeltjeslift waar we bij de aanwezige bakery een kop koffie drinken. Dan maakt Frans de pechdag compleet door zijn lens te laten vallen op de stenen vloer. Grote ster in de buitenste filter. Gelukkig is het maar een filter die er ter bescherming op zit en is er niets aan de lens stuk maar het is nu toch echt wel genoeg!

Dan gaat de tocht verder, nu de andere kant op. Want daar hangt een “Swingbridge,” een hangbrug en daar willen we graag overheen. 

De brug lijkt heel stil te hangen maar als je er overheen loopt blijkt dat toch niet zo te zijn. Iedere stap die iemand maakt voel je. Maar het is leuk en ook Frans kan er ondanks zijn hoogtevrees van genieten. Na de brug lopen Karen en Jim terug naar de stoeltjeslift waar ze mee naar beneden willen. Barbara, Bill, Frans en ik gaan te voet verder. 

We rijden naar de stad voor de lunch. We kopen ook snel een tube schoenenlijm waar we hopelijk vanavond mijn schoen mee kunnen repareren. Daarna vertrekken we naar de Hazelnootfarm die Karen en Barbara graag willen bezoeken. Maar we kunnen hem niet vinden. Uiteindelijk stoppen we bij een Toeristen Informatiecentrum langs de weg. Die weten ons te vertellen dat de farm waar we heen willen helemaal niet open is voor publiek. Waarschijnlijk hebben ze een andere hazelnootfarm bedoeld maar die ligt dan juist weer aan de weg naar Devonport en daar gaan we morgen heen. We besluiten om te draaien.

Onderweg terug naar de stad stoppen we nog even bij een lookout waar we een prachtig uitzicht over de Tamar River hebben. Vervolgens bezoeken we ook nog de Tamar Wetlands. Hier zou het moeten krioelen van de vogels. Maar alles wat wij op onze wandeling daar zien zijn heel in de verte twee zwarte zwanen en een paar eenden. Maar de wandeling op zich is best lekker!

De dag zit er weer op. We rijden weer terug voor een rustige avond op de camping. En weer is er een mooie (Pech)dag voorbij….

Maandag 20 Januari 2020, Beauty Point, Beaconsfield en Grindelwald

Om 9.00 uur vertrekken we met zijn allen naar Beauty Point. Eerste stop daar: Sea Horse World. Een grote loods aan de waterkant waar zeepaardjes gekweekt worden. Deze diertjes worden aan aquaria en dierentuinen over de hele wereld verkocht. 

De rondleiding begint in een grot met enkele aquariums. In elk daarvan zitten een paar zeepaardjes. Hoewel ze er niet erg op lijken vallen de zeepaardjes wel degelijk onder de vissen. Ze hebben kieuwen, vinnen, leggen eitjes, leven onder water. Ze hebben alleen geen schubben. En ook het skelet is anders. Zeepaardjes hebben een uitwendig skelet dat qua structuur meer op dat van een crab lijkt dan dat van een vis. Ze voelen ook hard aan.

Zeepaardjes zijn van nature erg lui. Ze komen alleen in beweging om te eten. Na de maaltijd hangen ze urenlang uit te buiken. Na zo’n vermoeiende dag gaan ze om 18.00 uur naar bed…. 

De vrouwtjes leggen eitjes. Die leggen ze bij de mannetjes in de buik. De mannetjes broeden ze dan uit tot de jonkies levend worden geboren,met honderden tegelijk. De meeste jonkies worden opgegeten dus moeten ze wel met veel tegelijk geboren worden. We zien een aantal zeepaardjes met enorme dikke buiken maar die zijn niet zwanger. Nee, ze blazen zichzelf op om een vrouwtje aan te trekken. Want die kan honderden eitjes tegelijk leggen en wil wel zeker weten dat het mannetje genoeg plek heeft. Soms gaan de mannetjes zover dat de binnenkant van hun buikjes eruit komt. Ze worden dan in een aparte tank gezet, zonder vrouwtjes in de hoop dat ze dan hun buikjes weer in trekken en alles weer op zijn plaats terecht komt.

Dan gaan we de ruimte in waar werkelijk gefokt wordt. We zien tanks met duizenden zeepaardjes erin in allerlei stadia van het programma. Van 1,5 cm lang tot bijna volwassen diertjes. Soms worden ze met 1000 tegelijk verscheept. 

Maar er wordt hier niet alleen maar geld verdient. In een van de aquaria vinden we de roodgestipte handvis. Een klein visje van zo’n 7 cm lang dat op een paar handjes op de grond lijkt te staan. Deze visjes staan op de rand van uitsterven, er zijn er nog maar zo’n 80. Hier wordt geprobeerd om ze te fokken en dat is al enkele keren gelukt. Gefokte visjes worden dan weer uitgezet in het wild in de hoop de soort zo voor uitsterven te behoeden.  Laten we hopen dat het lukt, het zijn echt heel aparte visjes…

Dan is het de beurt aan de Platypus ofwel vogelbekdier. Die woont bij de buren. 

Na een introductiefilm worden we meegenomen naar enkele aquaria waar een paar vogelbekdieren in leven. We kunnen ze redelijk goed zien. Vogelbekdieren zien er uit als een klein bevertje met een eendebek. Op het moment dat het diertje in het water zit gaan zijn ogen en neus dicht dus hij ruikt en ziet niets. Maar zijn bekje zit boordevol sensoren en daarmee kan hij alles net zo goed waarnemen als wanneer hij had kunnen horen en zien. De vrouwtjes leggen 2 eieren. Als ze dat doen gaan ze op de rug liggen en vormen lange huidplooien op de buik. Daar leggen ze de eieren tussen. Vervolgens klemmen ze de eieren met de staart tegen de buik aan. Ze houden de eieren zo enkele weken vast. Ze kunnen zo niet fourageren en leven in deze tijd van de vetopslag in hun staart. Als de eieren uitgekomen zijn brengt ze ze naar een hol waar ze ze verstopt. Als ze het hol verlaat gooit ze de ingang dicht zodat de jongen veilig liggen. Regelmatig komt ze terug om de jongen te zogen tot ze oud genoeg zijn om het hol te verlaten. Hierna zijn de jongen op zichzelf aangewezen.

Jammer genoeg worden we vrij snel weer de ruimte uit gebonjoerd, ik had er best wat langer naar willen kijken.

De Echidna is een diertje dat een beetje lijkt op een egel maar dan veel groter en met veel dikkere stekels. Zijn snuitje is lang en puntig, het lijkt haast wel of er een slurfje aan zit. Zijn achterpootjes staan in een rare houding waardoor het lijkt alsof hij zijn voetjes plat naar achteren gebogen heeft maar dat is niet zo, het ligt aan de stand van zijn heupen en knieen. De diertjes krijgen een bakje eten en met een tongetje van wel 14 cm lang zwiepen ze alles uit de bakjes. Dat is in een paar minuten helemaal schoon gelikt. En moeten wij weer naar buiten….

De volgende stop is het voormalige mijnstadje Beaconsfield. In 2006 was het plaatsje wereldnieuws omdat een gedeelte van de Goudmijn instortte. Een mijnwerker kwam om het leven, twee anderen wisten zich in veiligheid te brengen in een veiligheidskooi maar zaten nu aan de veerkeerde kant van de instorting. De weg naar de uitgang was voor hen afgesloten. De mannen hebben 10 dagen opgesloten gezeten terwijl er met man en macht gewerkt werd om ze er weer levend uit te halen. Er was een dunne tunnel geboord waardoor de noodzakelijke spullen naar beneden gebracht konden worden maar om een opening te maken waar ze zelf door konden was nog niet zo eenvoudig. De ruimte waar ze in zaten was krap 1.20 m hoog en net groot genoeg voor de twee mannen. Medici hielden hun bezig met opdrachten om te voorkomen dat ze mentaal instortten. Wonder boven wonder kwamen ze er na 10 dagen zelf lopend uit. Ze klokten zichzelf onder het oog van de wereldpers weer uit uit de mijn, knuffelden de familieleden en werden vervolgens met de ambulance afgevoerd. Heel indrukwekkend om te zien. Later lopen we buiten rond en komen we bij de lift waar de mannen mee naar boven gehaald zijn. De schacht is inmiddels dicht gestort. De mijn heeft na het voorval nog 6 jaar door gedraaid, daarna is hij gesloten omdat hij niet meer rendabel was.

We vinden hier ook een afdeling met oude telefoons. Dan begint er naast mij een te rinkelen. Een jochie staat in een telefooncel te bellen. Hij denkt dat hij naar zijn moeder belt maar dan neem ik op. Hij is heel verbaast maar begint hard te lachen als hij ziet waar hij heen gebeld heeft.  We vinden ook nog een aantal oude gebruiksartikelen. Frans komt zelfs met een houten been aan strompelen! 

In het winkeltje liggen ook veel sierraden. Ik sta de armbanden te bewonderen en voor ik het weet heeft Frans er een voor me gekocht! Wordt ik wel even verwent!

Op de terugweg doen we ook nog even het Zwitserse winkeldorpje Grindelwald aan. Eerlijk gezegd vind ik dat behoorlijk tegenvallen. Een klein binnenplaatsje met een kledingwinkel met nog wat souveniertjes, een snoepwinkel, een golfwinkel en een bakkerij. In Zwitserse stijl. Eigelijk is het een bungalowpark dat probeert om ook nog wat toeristen van buiten af aan te trekken. We hebben het al snel gezien.

Een dag vol indrukken. Kleurrijke zeepaardjes, zeldzame visjes, een heel goed zicht op het zo schuwe vogelbekdier en niet te vergeten de indrukwekkende goudmijn in Beaconsfield.

Omdat we de batterij van de campere op moeten laden moeten we vandaag naar een andere camping. Een paar kilometer verder van Launceston en iets duurder. Maar ook lekker om weer heerlijk te kunnen douchen. Daar maken we dan ook dankbaar gebruik van. En dan is er weer een mooie dag voorbij….

Zondag 19 Januari 2020, Tasmanian Zoo, Launceston

Het is een klein half uurtje rijden naar de Tasmanian Zoo. Niet vanwege de enorme afstand maar vanwege het soort wegen waar we door moeten. Het eerste stuk gaat door de stad maar dan komen we op een bosweg terecht. Prachtig is het hier maar ook heel verdrietig. Want de weg ligt bezaaid met kadavers van vooral heel veel wallabies. Soms zelfs met meerdere bij elkaar. We doen het rustig aan want als het even kan willen wij in elk geval geen slachtoffers maken….

De ingang van de Tasmanian Zoo ziet er wat sjofeltjes uit. De parkeerplaats is maar klein en nog niet eens half vol. Maar oke, we zullen wel zien. Het gaat ons tenslotte in hoofdzaak om de inheemse diersoorten en als het goed is hebben ze die hier wel.

Er is een mogelijkheid om een ontmoeting met een van de dieren te maken. Dat is wel even een dingetje. Ik zou erg graag eens een Tasmaanse Duivel van dichtbij willen zien maar hoe is dat voor het dier? Het betreffende duiveltje is met de hand opgevoed nadat de moeder is overleden en vindt het heerlijk om bij mensen te zijn. In totaal 2x per dag een paar minuten. De opbrengst gaat naar de bestrijding van de vreselijke besmettelijke gezichtskanker waar zoveel Duivels aan overlijden. Nou oke, daar kunnen we mee leven!

Het eerste wat opvalt als we bij de verblijven van de Tasmaanse Duivels komen is hoe relaxed de dieren zijn. We hebben ze wel vaker in dierentuinen gezien. Altijd zijn de diertjes zenuwachtig rondjes aan het hollen, vaak met de bekjes wijd open. Maar hier is daar niets van te zien. De diertjes zijn rustig en relaxed. Er zit er een te chillen in zijn waterbak, een andere ligt bovenop een hok te zonnen. De andere twee lopen rustig rond.

Tasmaanse Duivels worden vaak gezien voor valse gemene mormeltjes maar daar is niets van waar. Eigenlijk zijn het heel sociale diertjes. Ze zijn vooral actief in de schemering. Door dat licht kleuren de oortjes rood alsof ze licht geven en de blaf van een Tasmaanse Duivel klinkt behoorlijk spookachtig. Dus toen de blanken voor het eerst zo’n diertje tegen kwamen dachten ze dat het eiland was bezeten van duivels en was de slechte reputatie van de Tasmaanse Duivel geboren…

Na het praatje van de verzorgster worden we even apart genomen. Rosy wordt uit haar verblijf gehaald. Het diertje klimt lekker bij de verzorgster in haar nek en houdt zich stevig vast.Voor haar is dit haar moeder dus vindt ze het heerlijk om bij haar te zijn. Dan mogen wij haar om beurten even vast houden. Rosy geeft geen enkel protest en lijkt het best te vinden. Na een paar foto’s nog even knuffelen met de verzorgster en dan mag ze weer terug haar verblijf in waar ze weer lekker gaat liggen dutten. Ik vind het ronduit geweldig. Dit was voor ons de enige kans om ooit zo dicht bij een Tasmaanse Duivel te komen. En wat een lief knuffelig diertje is dat! Ze kunnen natuurlijk ook best flink bijten maar Rosy was een schatje. Ik ben helemaal verkocht! Mijn dag kan niet meer stuk!

De dierentuin is een verrassing. Veel inheemse en ook enkele uitheemse dieren. Netjes verzorgde verblijven, de meesten ook ruim opgezet. Alleen de kleine blauwe pinguin komt er bekaaid vanaf. Die zitten in een veel te klein hokje met een klein kinderbadje waar ze zich amper in onder kunnen dompelen. Dat is dan wel weer sneu.

We brengen hier bijna 5 uur door voor we weer terug gaan naar de camping. Er is zoveel te zien, zelfs een Jurassic Swamp met allemaal dinosaurussen. De slecht verborgen luidsprekers zorgen ervoor dat de wandeling door het bos nog echter lijkt!

En dan hebben we het toch echt allemaal gezien. We lopen nog even langs de koala’s en de Tasmaanse Duivels voor we de dierentuin verlaten. We rijden weer voorzichtig over de kadaverweg terug naar de stad. 

Het is een hele klus om de juiste namen bij de foto’s te vinden maar uiteindelijk is het allemaal weer gelukt. Nog even de Blog bijwerken en dan is er weer een mooie dag voorbij. Niet te geloven hoe snel dat gaat….

Zaterdag 18 Januari 2020, Ross en Launceston

Vanochtend geen geluier want om 8.00 uur vertrekken we richting Launceston. Dus loopt om 6.45 uur de wekker af.

Als we de camper uit komen worden we getrakteerd op een prachtig natuurverschijnsel. Door 2 smalle open stroken in de bewolking schijnt de zon met felle stralen in zee. Wat een mooi gezicht!

Om 8.00 uur rijden we aan. Het einddoel van vandaag is Launceston maar we gaan eerst naar het plaatsje Ross. Een dorpje vol met historische gebouwen. Het ligt zo’n beetje in het hart van Tasmanië, en hoe verder we van de zee af rijden hoe groener het landschap wordt. Niet te vergelijken met de groene Hollandse weilanden maar al heel wat beter dan de uitgedroogde velden die we nu achter ons laten. Ook de bomen zien er een stuk beter uit.

Ross is inderdaad een heel mooi dorpje. Mooie oude gebouwtjes (hoewel ik moet zeggen dat we die hier eigenlijk overal tegen komen) met leuke winkeltjes van vaak eigengemaakte artikelen. Veel heeft te maken met wol want Ross was vroeger door de wolindustrie bekend. Er zijn dan ook veel eigen gebreide truien, poncho’s, mutsen en dassen te vinden. Ook zien we er veel houten voorwerpen. Het lijkt erop dat Tasmanië ook om zijn houtsoort bekend is. Daarnaast natuurlijk nog allerlei andere prullaria. En het geloof moet hier ook een hele grote rol hebben gespeeld, er staan in 1 straat maar liefst 3 kerkjes.

We vinden 2 ouderwetse telefooncellen en in 1 daarvan hangt een antieke telefoon. Als je een nummer intoetst krijg je een verhaaltje te horen. De andere telefooncel werkt echt. We staan wat te ginnegappen en maken een foto maken bij de oude telefooncellen. Als Frans zijn bril weer op wil zetten blijkt die niet meer in zijn zak te zitten. Verdorie waar is die gebleven? We lopen de hele route zoekend terug en kijken of hij toch in de camper is achter gebleven. Maar de bril is nergens meer te zien. We vragen ook nog even na bij de bakery waar we koffie hebben gedronken maar ook daar is hij niet. Balen!

Na een lunch bij een van de Bakery’s rijden we weer verder naar Launceston. Wij zijn veel trager dan Jim en we zijn hen dan ook al rap uit het zicht verloren. Geen nood, die zien we straks wel weer. We komen bij de afgesproken Toeristeninfo aan maar zien hun auto niet. Ze zijn nergens meer te bekennen. Zijn wij dan zo ver achter gebleven dat ze al weer weg zijn?  Nou dan vraag ik zelf maar wat informatie op. Net als de medewerkster mij uit wil gaan leggen wat er hier allemaal te zien en te doen is komen ze binnen. Geen idee hoe dat kan…

De vier zitten hier in een hotel. Wij zoeken een camping. Er is een Big 4, ik heb hem onderweg zien liggen. Kost maar liefst 55 dollar (36 euro) per nacht en je ligt met je hoofd bijna op de snelweg. Ons niet gezien, dan gaan we wel wat verder. De Wikikamps app geeft de oplossing. Nog geen 5km van het informatiecentrum, en dus het centrum van Launceston, ligt nog een camping, Old Mac’s Farm. 15 dollar (9,60 euro) per nacht. Helaas geen stroom, wel water en toilet. Nou dat klinkt een stuk beter!

We rijden er heen en worden aangenaam verrast. Langs een vijver ligt een groot veld met ruime staanplaatsen. We boeken in elk geval 2 nachten. Mogelijk zullen we voor de 3e nacht naar een plaats met stroom moeten uitwijken om de batterij weer goed op te laden. Maar dat zien we dan wel weer.

Bill en de anderen hebben ondertussen besloten wat ze deze dagen hier gaan doen. Ze beginnen morgen met een tocht langs wijngaarden en een lavendelfarm. Die lavendelfarm lijkt me wel leuk maar weer wijngaarden? Nee, daar hebben we geen zin in. We besluiten morgen een dagje met zijn tweetjes op pad te gaan. Hier niet zo ver vandaan ligt een dierentuin die erg goed staat aangeschreven. Daar gaan wij morgen naartoe.

We brengen een rustige middag en avond op de camping door. En dan is er al weer een mooie dag voorbij….

Vrijdag 17 Januari 2020, Swansea

Gisterenavond had de natuur nog wat moois voor ons in petto. Het was de hele dag bewolkt geweest. Maar toen we de camper uit stapten voor een laatste sanitaire stop voor het slapen gaan waren alle wolken verdwenen. De hemel was inktzwart en bezaaid met sterren. Veel groter en helderder en vooral ook veel meer dan bij ons. Er is hier dan ook nauwelijks lichtvervuiling. Zo mooi, onvoorstelbaar! Ik kwam niet uitgekeken!

Vandaag een makkelijke dag. We gaan alleen wat rond kijken in de omgeving van Swansea. We kunnen uitslapen want we vertrekken pas om 9.30 uur. En uitslapen doen we… Om 9.00 uur schrikken we wakker. Niks op ons gemakje ontbijten, opschieten! We redden het net!

De eerste stop is bij het historische kerkje van Swansea. Wat ik hier vooral erg mooi vind is het urnentuintje. Op de binnenplaats van het kerkje ligt een rond bloemperk met aan de buitenkant kleine stenen met gegevens van overledenen. Dat blijkt de urnentuin. Niet weggestopt in een trieste muur achter op het kerkhof maar in een mooi bloemperk waar elke zondag de mensen langs af lopen.

We lopen wat rond in de omgeving en spotten nog wat mooie huizen. Dan rijden we weer verder. Onderweg komen we een Berryfarm tegen. Deze ziet er wel verzorgd uit. Het uitzicht op de farm is ook geweldig. Ze hebben er jam in alle soorten en maten. Met en zonder suiker en zelfs jam voor volwassenen, met drank erin. Best lekker!

We gaan weer verder en genieten van de mooie omgeving.  Dan komen we langs een stuk dat in brand heeft gestaan. De verkoolde overblijfselen van de struiken vertellen het trieste verhaal. Er staan hier ook veel huizen dus dat moet behoorlijk angstig voor de bewoners zijn geweest. Gelukkig is het afgebrande stuk land niet zo heel groot en zien we ook geen afgebrande huizen. 

De volgende stop is een wijngaard waar we een paar soorten wijn proeven. De eigenaresse vertelt ons dat het 5 dollar kost Om 3 soorten te proeven. Als we allemaal hebben betaald vertelt ze pas dat er ook nog goedkopere flessen zijn die we gratis mogen proeven… Ja hehe, dat had ze wel eerder mogen zeggen! De duurste wijn die we proberen is 58 dollar (ongeveer 37 euro) per fles maar ik vind ze geen van allen lekker. Karen en Barbara vinden er ook niet veel aan. We gaan dan ook met lege handen weer weg.

We bezoeken ook de Melshell Oyster Shack, een oesterschuur. Hier zouden ze de lekkerste oesters uit de omgeving moeten verkopen. Aan ons niet besteed! Ik lust ze wel maar alleen gekookt of gebakken. Erg veel vindt ik er niet aan. Bovendien zijn ze stervensduur. Ik wil er best wat voor uitgeven maar dan moet ik het wel erg lekker vinden! Maar oesters…. ik moet er niet aan denken hoe een rauwe oester door je keel glijdt…. Bah! Alles is hier van oesterschelpen gemaakt. De muren, het speeltuintje, het welkomstbord. Ik verwacht dat Bill en Jim wel oesters willen maar ook zij kijken alleen maar wat rond. We maken er nog wat foto’s en gaan weer verder. 

We bezoeken de Gallerie van de kunstenaar King. We vinden daar prachtige schilderijen van vogels en zeegezichten. Vooral een schilderij van een baai trekt me aan. Geweldig, alsof ik naar een foto sta te kijken. Je kijkt zo in de brekende golven en het water dat over het strand loopt is doorzichtig en glinstert in de zon. Het lijkt wel een foto maar dat is het toch echt niet. Zelf kan ik best aardig schilderen maar dit doe ik hem echt niet na! Ik kan er uren naar blijven kijken! Jammer genoeg mag ik er geen foto van maken want ze verkopen ook reproducties. Even later komt de kunstenaar ook tevoorschijn en mogen we een kijkje nemen in zijn atelier. Hij werkt met van alles en nog wat. Olieverf,  acrylic, waterverf, pastel, krijt, je kunt het er allemaal vinden. Hij is nu bezig met een krijttekening en ik kan zien dat ook deze geweldig mooi gaat worden. In de tuin wonen enkele prachtige Rosella’s, een soort parkiet maar dan groter. Er wonen ook twee Kookaburra families maar die laten zich niet zien.

De middag brengen we lekker ontspannen bij de camper door waar we genieten van het mooie uitzicht voor we voor de Thea (dinner) naar de plaatselijke RSL gaan. De RSL is oorspronkelijk opgezet als een organisatie die mannen en vrouw uit het leger die terugkeren van hun taken helpt om het gewone leven weer op te pakken. Maar eigenlijk is het een Casino, een plaats met wat gokspellen, waar je enkele uren per dag wat kunt eten en drinken. Maar officieel mag je er niet binnen als je geen lid bent. Dus maken ze alle gasten die komen eten tijdelijk lid. Je moet je gegevens in een schrift invullen et Voila, geregeld! 

Het eten is heerlijk en het gezelschap gezellig. Het gesprek komt op Kerstversieringen. We laten wat foto’s en filmpjes zien die we thuis bij Kerstshows in tuincentra hebben gemaakt. Ons gezelschap is stomverbaasd. Dat kennen ze hier helemaal niet! Ze vinden het prachtig!

Met volle buikjes vertrekken we uiteindelijk terug naar de camping voor de laatste avond hier. Want morgen trekken we weer verder.

En weer is er een mooie dag voorbij!

Donderdag 16 Januari 2020, Saint Helens

Zachtjes tikt de regen op het camperraam… Ritme van een natte tijd….. Die regent zegt je moet vandaag je jasje aan…. Want anders krijg je zeker spijt….. Oohow regen op het camperraam….

Zolang je in bed ligt is het lekker knus om de regen op het dak te horen tikken. Maar als je erdoor moet voor een toiletbezoek wordt het minder…. Als we opstaan valt het met bakken naar beneden. De vooruitzichten voor vandaag zijn ook niet best, de hele dag regen. Gelukkig is het tegen dat we vertrekken nog maar een miezerbuitje en blijft het de rest van de dag zo goed als droog.

We gaan vandaag naar Saint Helens, zo’n 1,5 uur rijden hier vandaan. Daar was volgens de mevrouw van het informatiecentrum heel veel te zien. Maar ook het landschap onderweg is interessant.

De eerste stop in Saint Helens is bij de Eureka Berryfarm. Hier verkopen ze fruit uit eigen tuin en kun je zelf je mandje bessen plukken. Maar als we de oprit in rijden ziet alles er onverzorgd uit. Er staat wel een heel mooie boom met heel apparte bloemen maar daar zitten geen bessen aan. Ook onze Australische vrienden kennen de boom niet. Naast de deur van de shop staat een groot bord waarop wordt aangegeven dat de Berryfarm aan zijn laatste seizoen bezig is, in het najaar gaat hij voorgoed dicht. Waarschijnlijk is dat ook de oorzaak van de erbarmelijke staat waarin de zaak verkeert. Hoewel…. dat kan natuurlijk ook de oorzaak van de sluiting zijn. We vragen het maar niet. 

Ze verkopen er nog wel fruit en dat smaakt heerlijk dus nemen we allemaal wat mee. We blijven niet langer dan nodig is om allemaal een zakje te kopen. De eigenaresse is allesbehalve vriendelijk. Als iemand naar de toilet vraagt wordt die ronduit afgesnauwd. Als ze zo altijd doet is het geen wonder dat ze dicht moeten!

We rijden snel verder. Ditmaal gaat het naar de Pyengana Dairy Company. Een kaasboerderij. Volgens Karen kun je daar heerlijk van alles proeven. Nou dat klopt wel maar het concept lijkt nergens op. Op de toonbank van een pub staan een stuk of 10 wekpotten met stukjes kaas erin. Daar kun je met een prikkertje een stukje uit vissen en proeven. Maar er zijn mensen die ellenlang voor de toonbank blijven staan. Potje zus, potje zo, née toch potje zus, née toch weer een ander. En ondertussen wordt de rij steeds langer. Uiteindelijk lopen ze weg zonder iets te kopen. Als we er dan eindelijk bij kunnen pikken we er een paar stukjes uit en gaan snel verder. Er staat een koeling met voorverpakte kaas achter ons. Het is dringen om er allemaal langs te kunnen. We kijken even naar de prijs van de kaas die we wel lekker vinden. Maar liefst 14 dollar (zo’n 9 euro) voor een piepklein stukje. Daar doen we nog geen half uur mee! Née daar vinden we hem ook niet lekker genoeg voor.

Jim, van huis uit een boerenzoon, en Bill, ooit zelf boer met een melkveehouderij, vinden het hier geweldig. De koeien worden automatisch gemolken en ze komen niet uitgekeken. Voor ons ziet het er wat minder futoristisch uit, het automatisch melken  hebben we jaren geleden in het eigen dorp al uitgebreid bekeken. Ik ben vooral geinteresseerd in de prachtige bloemen die hier allemaal groeien. Maar eindelijk hebben ook Jim en Bill er genoeg van en gaan we weer verder. We brengen een snel bezoek aan The Pub in the Paddock 400 meter verderop. De pub is vooral bekend om het varken dat in de wei ligt en gek is op bier. Bezoekers mogen het laatste restje uit hun flesje dan ook aan het varken voeren. Als je het mij vraagt je reinste dierenmishandeling. Al vind ze het nog zo lekker het kan nooit fijn zijn om je hele leven dronken door the brengen. En dan hebben we het nog niet eens over de kater en de leverschade! De pub zelf stelt niet veel voor en we zijn er dan ook zo weer weg.

Dan komen we langs de Halls Falls. We rijden de parkeerplaats op en lopen het bos in. Prachtig, dat is helemaal ons ding. Prachtige, enorme, boomhoge varens tussen bomen die wel 3x zo hoog zijn als de bomen bij ons. Heerlijk! Hier kunnen we echt van genieten. De wandeling brengt ons naar de watervallen. Echt spectacular zijn ze niet maar het is altijd mooi om een waterval te zien. En het bos er omheen is ronduit spectacular!

Karen, Barbara en Bill gaan terug naar de parkeerplaats. Jim, Frans en ik besluiten nog een stukje door te lopen naar de Rockpool. Het pad wordt wat smaller en we moeten uitkijken dat we niet uitglijden want dan schuiven we zo naar beneden de berg af. We bereiken al snel de Rockpool. Een door rotsen gevormd waterbekken. Nog veel mooier dan de waterval, zeker met zijn ligging midden in de bossen. Er moeten ook Platypusses leven, vogelbekdieren. We zoeken even maar zien er geen. Dat is niet zo’n wonder, de diertjes zijn erg schuw. 

Het is weer tijd om terug te gaan. We klauteren over de rotsen heen naar het pad en lopen terug nar de parkeerplaats.   Na een stop voor een late lunch in Saint Helens beginnen we aan de lange rit terug naar de camping.

En weer is er een mooie dag voorbij….

Woensdag 15 Januari 2020, Freycinet en Bicheno

Om 9.30 zijn we weer helemaal klaar om Tasmanië verder te verkennen. De auto die Bill en Jim hebben gehuurd is behoorlijk groot, we kunnen er met zijn allen in. Wel zo gezellig!

Er wordt altijd gezegd dat Tasmanië zo’n mooie groene Staat is maar daar is niets van te zien. Net als op het vasteland van Australia is ook Tasmanië dor en droog. Geel in plaats van groen gras. Uitgedroogde bomen. Heel veel Ghost Trees ook, dat zijn dode eucalyptusbomen. Ze zijn mooi met hun spierwitte stammen en takken maar eigenlijk is het heel verdrietig.  Enorm veel velden met schapen maar de grond waar ze op lopen is kaal en grijs-bruin. De schapen zelf hebben inmiddels allemaal dezelfde kleur als de bodem en zijn vaak pas op het laatste moment te zien. En ook hier zijn strenge waterrestricties opgelegd.

Ook verdrietig is de enorme hoeveelheid Roadkill die we hier tegen komen. Om de paar honderd meter ligt wel een dood dier. Het schijnt dat er in Tasmanië elke 2 minuten een dier wordt dood gereden. Dat zijn er 30 per uur…. 720 per dag…. 262.800 per jaar! Om dit terug te dringen wordt de automobilisten gevraagd om in de schemering, als de meeste dieren actief zijn, niet harder dan 45 km per uur te rijden. Maar ik heb niet de indruk dat veel mensen zich daar aan houden. Daarnaast wordt verzocht om aangereden dieren niet op de weg te laten liggen maar in de berm te leggen zodat andere dieren die hier van komen eten niet ook slachtoffer worden. Ook daar is niet veel van te zien, de meeste kadavers liggen midden op de weg. En tenslotte wordt gevraagd om bij de buideldieren de buidel te controleren. Vaak zit daar nog een levende Joey in. Die kan dan naar een opvangcentrum waar ze ervoor kunnen zorgen en het diertje later weer uit kunnen zetten in het wild.

In Freycinet doen we de wandeling rond de vuurtoren. We hebben daar een prachtig uitzicht over de omgeving en in de verte over Wineglass Bay. Het is bewolkt en een beetje heiig maar dat mag de pret niet drukken.

Dan gaat het richting Bicheno waar we een kijkje gaan nemen bij het Blow Hole. Bij aankomst daar lijkt dat niet veel te doen maar dan ineens spuit er een enorme straal water tussen de rotsen door de lucht in. Prachtig! Een stukje verderop ligt de Gulf, een smalle strook water met een paar eilandjes aan de overkant. Het grootste eiland is vergeven van de vogels, meest meeuwen en een sport die er uit ziet als aalscholvers. Geen idee of het dat ook zijn. De diertjes maken een lawaai van jewelste. Op een kleinere rots ligt een eenzame zeerob te dutten.

We doen in het stadje nog wat boodschappen en rijden dan weer richting Swansea. Op dit deel van Tasmanië zijn heel veel wijngaarden en onderweg bezoeken we er nog een. De goedkoopste fles hier is 32 Australische Dollar, ongeveer 20,50 euro. Barbara en Karin kopen er allebei een maar ik vind het veel te duur. Ik woon tenslotte wel in Holland hoor! En die 20 euro proef ik er echt niet aan af!

Moe maar voldaan komen we weer op de camping aan. En weer is er een mooie dag voorbij!

Dinsdag 14 Januari 2020, Richmond en Swansea

Bill, Barbara, Karen en Jim zijn pas om 10.30 uur in Richmond. Dat geeft ons alle tijd om op ons gemakje te ontbijten en een bakje te drinken. Het is niet erg zonnig maar de temperatuur is prima en we ontbijten dan ook lekker buiten.

De parkeerplaats ligt een klein stukje voorbij het centrum van Richmond en als we aan willen lopen vraagt Karen verbaasd: “Gaan we te voet?” Jazeker, het is maar 300 meter naar het dorp…. Zuchtend begint ze te lopen. Ze houdt het niet lang vol, na een paar winkeltjes in en uit te zijn gelopen zinkt ze neer op een bankje. “Gaan jullie maar verder, ik blijf hier wel zitten met mijn boek.” Dat belooft nog wat!

We wandelen een half uurtje door het dorpje, bezoeken wat antiekzaakjes en andere winkeltjes. We vinden hier vooral heel veel artikelen die te maken hebben met lavender en Tasmaans hout. En dan heeft ook Bill er genoeg van. We gaan verder. Onderweg zijn ook nog andere plaatsjes die we kunnen bezoeken!

We overnachten vandaag in Swansea, zo’n 115 km verderop. We kennen Bill ondertussen een beetje van onze vorige trips en verwachten niet al te veel van de bezoekers aan die plaatsjes. Maar goed ook want ze rijden ze allemaal voorbij. Eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat ik niet heel veel bijzonders heb gezien maar als we alleen waren geweest hadden we toch wel enkele keren een stop gemaakt om het uitzicht te bewonderen. En een bakje te doen! 

Ruim 14.00 uur komen we in Swansea aan. De groep verblijft in Swansea in een Cabin op een Caravanpark. Wij kunnen daar ook staan maar het is behoorlijk prijzig. Er is een goedkoop alternatief 2,5 km terug maar daar zijn geen voorzieningen en we hebben geen toilet aan boord. Dat is natuurlijk wel op te lossen maar…. Dan zien we het uitzicht op het Caravanpark en zijn we verkocht. We krijgen een heerlijk plekje, direct aan het strand. Een prachtig uitzicht over een blauwe baai. In de verte vaag nog wat bergen en het heerlijke ritme van de golfslag om vannacht bij in slaap te vallen. Een plekje zoals dit vinden we niet vaak dus boeken we het voor de komende 4 nachten. Dan maar wat duurder!

We brengen een heerlijk rustige middag bij de camper door en een gezellig avond met zijn allen in de Cabin. En dan is er alweer een mooie dag voorbij….

Maandag 13 Januari 2020, Camperperikelen en Mount Wellington

Om 8.45 uur staan de chauffeur klaar om ons naar het bedrijf van Cruisin te brengen waar we een camper op moeten halen. Het is ongeveer 15 km van het hotel en we zijn er zo. Maar de ingang is nog zomaar niet gevonden. We rijden er 3x langs voor we zien waar we moeten zijn. We zijn al snel aan de beurt. Dat gaat lekker!

We betalen de huurprijs. Vervolgens wordt er 5000 Australische Dollar borg van onze creditcard geschreven. Geen probleem, krijgen we straks weer terug. Ik geef mijn pas, toets de pin in….. Denied… geweigerd dus. Jeetje hoe kan dat nu? Dan komt Frans met het heldere idee dat er niet genoeg geld op staat. Hij dacht dat het wel genoeg was en heeft er niets bij gezet. Niet gedacht aan de borg….Pffff . Maar geen nood, snel maakt hij een bedrag over via internetbankieren. Het is meteen van de rekening af maar verschijnt niet op de creditcard. We wachten…. en wachten…. maar het bedrag op de kaart wordt niet verhoogd. Ik zit ondertussen weer op het randje van een paniekaanval. Verdorie wat is dat toch deze vakantie? Het lijkt wel of alles mis gaat.

Frans verhoogt de limiet van zijn gewone bankpas zodat we daar mee kunnen betalen. Zodra dat gelukt is loop ik opgelucht naar de medewerker van Cruisin. Die neemt de pas aan, draait hem om en geeft hem weer terug. Mastercard, die wordt volgens hem in Australia niet geaccepteerd. Toch hebben we daar al wel mee betaald.

Zijn we dus weer terug bij af. En nog steeds niets op de creditcard. Bellen naar Nederland kan ook niet, service van 08.00 uur tot 24.00 uur. En door het tijdsverschil van 10 uur is het in Nederland al 24.00 uur geweest. Ik heb het niet meer. Het lijkt wel of de duivel er mee speelt!  

We zijn al ruim 2 uur bij Cruisin als Frans ineens opgelucht zegt: “Yessss, het staat er op!” En dan kunnen we eindelijk weg.

Het is wel wennen, links rijden. Het rijden op zich valt wel mee maar het gaat niet zo automatisch als het rijden thuis. Dat komt wel maar nu voelt het nog erg onwennig. Maar wat eigenlijk veel moeilijker is, is het te voet oversteken van de weg. Je weet heel goed dat het verkeer eerst van rechts komt maar ik kan het toch niet laten om naar links te kijken of er toch per ongeluk geen auto aan komt. En als je rechts af slaat sta je aan de linker kant van de weg. Het tegemoetkomende verkeer rijdt aan je rechter kant en er kan niets meer van achter je komen. En toch blijf je over je schouder kijken. Dat zit er nu eenmaal flink ingebakken.

We halen Bill en Barbara op bij hun hotel. Zij kunnen hun auto pas om 16.00 uur ophalen. Kunnen we mooi eerst nog een uitstapje maken naar de top van Mount Wellington. Karen en Jim willen dat liever met een bustour doen, dan kunnen ze meer genieten van de uitzichten op de kronkelende weg.

De weg naar boven is niet breed maar als je rustig rijdt kun je elkaar goed passeren. Van vangrails hebben ze hier blijkbaar nog nooit gehoord, er staat hooguit af en toe een hekje langs de weg. We klimmen en klimmen, er komt geen eind aan. De berg is 1271 meter hoog en torent ver boven Hobart uit. Ik probeer maar niet naar de diepe afgrond naast me te kijken… En dan zijn we eindelijk boven…

Het lijkt alsof we op de top van de wereld zijn beland. Prachtig, het uitzicht is werkelijk adembenemend. De zee en de rivier liggen prachtig blauw te schitteren in de zon. Zo mooi dit, echt de moeite waard. We komen niet uitgekeken. 

Maar dan is het toch weer tijd om aan de afdaling te beginnen. Zoals meestal lijkt ook nu de terugweg sneller te gaan dan de heenweg. En voor we het weten zijn we weer beneden. We zetten Bill en Barbara af bij het verhuurbedrijf waar ze de auto op moeten halen en rijden door naar Richmond. Morgen komen zij daar ook naartoe. Het was daarom voor ons makkelijker om daar dan meteen te overnachten.

Richmond is een klein plaatsje dat vooral bekend is om zijn mooie historische gebouwen. We pakken de koffers uit, richten de camper in en lopen er een uurtje door het dorp. Het wemelt van de winkeltjes maar alles is al gesloten. De pub is nog wel open en we pikken er even lekker een terrasje voor we weer terug naar de camping lopen. Het was een slechte start maar gelukkig al bij al toch weer een mooie dag! 

Zondag 12 Januari 2020, Port Arthur.

Gelukkig is de reis naar Hobart goed verlopen. Het hotel valt wat tegen. De kamer is redelijk maar heeft geen ramen. In plaats daarvan is er een vierkant van doorzichtige glazen blokken in de muur gemetselt. Er kan dus helemaal niets open en daar wordt ik claustrofobisch van. Niet fijn dus….

Vandaag gaan we naar Port Arthur. Daarvoor hebben we een busreis geboekt. Bill en Barbara, Jim en Karen zitten al in de bus als hij aan komt rijden. Wat heerlijk om hen na al die tijd weer te zien!

Port Arthur is een voormalige strafkolonie op een schiereiland. Het ligt een uur rijden van Hobart. Onderweg maken we een stop bij Pirates Bay om van het prachtige uitzicht te kunnen genieten. De zee ligt prachtig blauw te schitteren onder een stralende zon. Bij Pirates Bay ligt het smalste stuk van het schiereiland. Om te voorkomen dat de gevangen weg liepen waren hier vroeger over de hele breedte een aantal bloeddorstige honden aan kettingen vastgelegd. Ze lagen aan kettingen die zo lang waren dat ze net niet bij elkaar konden komen maar ze er wel bij konden als je er tussendoor probeerde te lopen. De honden werden vergezeld door 25 gewapende bewakers. Via deze route ontsnapte niemand. Een gevangene heeft ooit geprobeerd zichzelf te vermommen als kangaroo en zo over de engte heen te hoppen. Helaas voor hem hadden de bewakers honger en hadden zij net besloten een kangaroo te schieten….

De gevangenen werd ook wijs gemaakt dat het water rondom de baai wemelde van de haaien. Niets van waar maar het voorkwam wel dat ze via het water probeerden te ontsnappen. Er is nooit een muur of hek rondom Port Arthur gezet, er was simpelweg toch niets waar een gevangene naartoe kon.

De gevangenis is oorspronkelijk opgezet als een houtzagerij. Nu zijn er prachtige groene grasvelden. Vroeger waren dat allemaal bossen. Er was ook een scheepswerf waar grote schepen gebouwd werden. Die werden goed verkocht want doordat ze door de gevangenen werden gebouwd waren er geen arbeidskosten. Alles op Port Arthur is door gevangen gemaakt, zelfs de stenen waar de gebouwen mee gezet werden. Helaas was dat kinderarbeid want naast de gevangenis voor zware deliquenten was er op het eiland ernaast ook een gevangenis voor kinderen. Het jeugdrecht in die tijd ging er vanuit dat kinderen vanaf 7 jaar voor hun eigen daden verantwoordelijk waren en dus onder het strafrecht voor volwassenen vielen. Kun je voorstellen, een kind van 7 dat een brood pikt en vervolgens naar een strafkamp aan de andere kant van de wereld wordt gedeporteert…. Tegen de tijd dat ze hier aankwamen waren ze 9 en konden ze het eiland op. Als ze dan na goed gedrag eindelijk vrij kwamen waren ze mid twintig en hadden ze niets om naartoe te gaan. Want terug naar Engeland was geen optie, dat konden ze niet betalen.

De gevangenen en ook de kinderen in Port Arthur vielen onder de zware deliquenten. Na een kleine diefstal werd je niet naar dit kamp gestuurd maar bij herhaling van slecht gedrag kon je hier wel degelijk terecht komen. En dat betekende heel veel heel hard en zwaar werk met slecht gereedschap. Het rad bijvoorbeeld dat de zaagmolen aandreef moest door maar liefst 35 gevangenen worden aangedreven. Alsof ze een nooit eindigende zware trap op liepen. Zeven minuten op, zeven minuten af en dat 12 uur lang. En of je kunt of niet, doorlopen want anders wordt je verpulvert tussen de tandwielen. Menigeen is hier zijn benen of zelfs zijn leven verloren.

Er woonden niet alleen gevangenen in dit kamp. Er waren ook “vrije” mensen die hier woonden en werkten. Er staan nog enkele huizen van hogere officieren en het huis van de Dokter. Die zijn ingericht en open voor publiek.

Er was een Lunatic Asilum oftewel een gekkenhuis dat is gerenoveerd. Daarnaast staat de Silent Prison. Deze dateert uit de tijd dat de lijfstraffen uit den boze raakten. Daarvoor kwam een psychologische aanpak in de plaats. En die bestond uit eenzame opsluiting in een kleine cel. Er mocht niet gesproken worden en de gevangenen mochten elkaar niet zien. Alles moest doodstil blijven. De bewakers hadden zelfs sloffen over hun laarzen zodat die geen geluid maakten. En ook zij spraken geen woord. Het enige geluid dat de gevangen hoorden was de preek van de pastor in de kerk. En die kerk was zelfs zo ingericht dat de gevangenen elkaar niet konden zien. Ze zaten allemaal in apparte hokjes! Kun je nagaan als je een jaar lang alleen maar de stem van de pastor kunt horen…. dan wordt je toch compleet gehersenspoeld! Voor de ergste overtreders was er een pikdonkere cel. Om er te komen moet je door een gang zodat er zelfs met een open deur amper licht binnen komt. Ik ben er even in geweest met de deur open… vreselijk! Pikdonker en doodstil! Moet er niet aan denken!

Op de terugweg maken we nog een stop bij de Devils Kitchen, een nauwe, diep kloof waar het water flink in tekeer gaat. En de Devils Arch waar je door een boog onder de rotsen door naar de zee kunt kijken. Beiden prachtig.

En dan zit er alweer een dag op. Een heerlijke, leerzame, interessante dag. Ben benieuwd wat Tasmania nog meer voor ons in petto heeft!

Zaterdag 11 Januari 2020, Devonport Tasmania

Vrijdag start als een warme benauwde dag. Rond 14.00 uur verandert het weer. Het begint te regenen, de wind wakkert flink aan en de temperatuur zakt van 30 naar 18 graden. Dat laatste is fijn maar met die wind ben ik niet blij. we moeten vannavond met de boot de Brass Straight oversteken, z’n 430 km met de boot naar Tasmania.

’s Middags bellen we met onze vriend Hans uit Lakes Entrance. Hij woont in een door bosbranden geteisterd gebied. Zijn farm is er nog maar in de directe omgeving zijn veel mensen die alles zijn verloren. Zijn koeien zijn in veiligheid gebracht op een andere farm en zijn vrouw Gwen heeft de ezels, kippen en haar paard mee genomen naar Horsham, een plaats aan de andere kant van Victoria. Zij komt pas terug als alles achter de rug is. Dat kan nog weken duren. 

Hans klinkt vermoeid. Hij is een van de Vrijwillige Brandweermannen die dag en nacht in touw zijn met de onmogelijke taak om een brand te blussen die niet te blussen valt, al zet je honderdduizend man in. Twaalf uur op, twaalf uur af, maandenlang. Het enige dat deze branden kan blussen is een enorme hoeveelheid regen. En het ziet er voorlopig niet naar uit dat dat gaat vallen.

Tom brengt ons naar de Station Pier waar de Spirit of Tasmania vertrekt. Heel bijzonder voor mij want het is dezelfde Pier vanwaar ik vroeger met mijn ouders uit Australia ben vertrokken. En hij ziet er nog helemaal hetzelfde uit. Een beetje Back to my Roots dus. 

We moeten in de Lounge wachten tot we aan board kunnen. Vreemd want volgens de website zouden de deuren 2,5 uur voor de afvaart open gaan en dat is het al lang geweest. Na een lange 1,5 uur mogen we dan eindelijk het schip op dat over 45 minuten zou moeten vertrekken. 

We hebben een privehut met raam geboekt en de accommodatie is prima. Eigen badkamer met toilet erbij. We zetten onze spullen weg en gaan het schip verkennen. Als het afvaart wil ik wel buiten op het dek staan, aan de kant van de Pier, waar we vroeger ook stonden… Maar 22.30 uur gaat voorbij, geen enkel teken van vertrek. Uiteindelijk wordt het bijna 24.00 uur voor de boot eindelijk vertrekt. Ik sta aan dek en kijk naar de Pier en de langzaam kleiner wordende Skyline van Melbourne. Ik weet dat het niet echt is zoals vroeger, over 3 weken ben ik hier weer terug maar toch wordt ik er emotioneel van. Verdorie, waarom moesten we gaan…..

Het Schip vaart rustig door de Philip Baai maar dat verandert als we de Bass Straight op draaien. Hier is de zee wild en het schip wordt regelmatig een eindje de lucht in getild om daarna weer met een klap op de golven te landen. Gelukkig zijn we geen van beiden zeeziek maar lekker slapen doen we ook niet!

En dan komt de mededeling dat over 45 minuten het schip in Devonport gaat aanleggen. De passagiers kunnen er dan om 9.10 uur af. OMG 9.10 UUR!!!! De bus naar Hobart die we hebben besproken vertrekt om 8.15 uur!!! Wat nu?

Ik neem contact op met het personeel. Zij bellen voor mij naar Tassielink waar de bus van is maar daar kan niets meer aan gedaan worden, die bus wacht niet op de aankomst van De Spirit en is al vertrokken. Ze proberen een plaats te boeken op de Red Line bus die om 9.00 uur vertrekt, met de vraag of die an 15 minuten kan wachten. Maar helaas is die al volgeboekt. En de enige andere, die van 15.00 uur ook….

Wat nu…. geen vervoer naar Hobart, Bus betaald, Hotel betaald, Uitstapje voor morgen betaald…. en wij in Devonport…. Ik raak in paniek. Dit kan ik helemaal nog niet aan..

Volgens de medewerkster kunnen we nog proberen om een auto te huren maar omdat dat een one way rit is zal dat wel duur zijn. Maar dat moet dan maar…. nu maar hopen dat ze nog een auto beschikbaar hebben….

Ik loop terug naar de hut waar ik in huilen uitbarst. Verdorie, ik had alles zo goed geregeld en nu dit! En zoals meestal lucht dat op. We zullen er toch mee moeten dealen…

Net als we het schip willen verlaten komt een andere passagier met een oplossing. Zij hoefde maar naar Launceston en dat kan ze ook met een andere bus doen. En dan kunnen wij haar reservering over nemen. Wel pas Om 15.00 uur. Dan zijn we Om 20.30 uur in Hobart want we moeten een keer overstappen. Maar we zijn dolblij dat we er uberhaupt naartoe kunnen vandaag!

We moeten van de terminal naar het plaatsje Devonport om deze bus te kunnen nemen en als ik bij de autoverhuur vraag of we dat kunnen lopen vertelt de man daar dat dat te ver is. Maar hij moet daar direct tegenover zijn bij het verhuurkantoor van Hertz en we mogen met hem mee rijden. Het wordt zelfs nog beter want we mogen ook onze koffers zolang bij Hertz laten staan zodat we even in het plaatsje kunnen rondlopen. Geweldig!

We lopen 2 uurtjes rond maar dan hebben we het wel gezien. We gaan de Mac binnen voor een koffie. Dan kan ik meteen de site weer een stukje bij werken…. En nu maar hopen dat de rit naar Hobart wel goed verloopt!

Donderdag 9 Januari 2020, Shrine en Botanical Gardens

Het eerste wat we deze ochtend gaan doen is een fles zonnebrandcreme kopen. Want met temperaturen rond de 30 graden kun je niet de hele dag buiten lopen zonder een laag beschermende creme. En nadat we allebei een flinke laag opgesmeerd hebben lopen we de Alexandra Gardens in waar we meteen op een bekend beeld stuiten. Thuis in de vitrine staat  een fotolijstje met een foto van mijn ouders aan de ene kant en een foto van Frans en mij aan de andere kant. Beide foto’s zijn bij dit beeld genomen. Toen we hem maakten had het beeld geen neus. Inmiddels is het gerepareerd maar ik denk niet dat het echt door een vakman gedaan is. Het ziet er uit alsof er zomaar een blok steen tegenaan geplakt is….

We lopen verder naar de Shrine of Rememberance, het oorlogsmonument van Melbourne. Een extra bijzondere plaats voor ons omdat we daar vorige keer een deel van de as van mijn vader hebben uitgestrooid.

Net zoals vorige keer zijn we ook nu net op tijd om getuige te zijn van het simuleren van de jaarlijkse herdenking. Midden in de Shrine ligt een steen. Het lijkt een grafsteen maar er is niemand begraven. Hij ligt verzonken in de vloer zodat de bezoekers automatisch hun hoofd buigen als ze hem bekijken. Op de steen staat: Greater Love Hath No Man, wat hier betekent dat niemand meer liefde heeft dan zij die hun leven gaven. Elk jaar op 11 November Om 11 minuten over 11 loopt er een zonnestraal van recht naar links over de steen terwijl “The Last Post” wordt gespeeld. En al is het maar een simulatie van de echte herdenking, het is toch heel indrukwekkend. 

We klimmen de trappen op om het uitzicht van boven af te bekijken. Prachtig maar wat is er veel bijgebouwd! De Philip Baai is al bijna helemaal niet meer te zien. Maar goed dat de Botanische Tuin naast de Shrine ligt anders werd hij helemaal ingebouwd!

Er worden gehaakte Poppies (klaproosjes) verkocht die je bij de Shrine ergens mag neerzetten. Ik koop er een en zet hem bij het beeld waar ik de as van mijn vader had uitgestrooid. “Dag Pap, die is voor jou!”

Naast de Shrine ligt de Botanische Tuin. Een enorm park met prachtige bomen en struiken vanuit de hele wereld, waar je uren door kunt brengen. Helaas ook hier volop bewijzen van de grote droogte waar Australie mee kampt. Enkele enorme bomen hebben het loodje gelegd. Een eik van wel 4 meter omtrek en enorme takken is 2 meter boven de grond finaal afgebroken. Bij enkele andere bomen is een stuk afgezet omdat er mogelijk takken omlaag kunnen vallen. Maar desondanks een prachtig park en zeker een bezoek waard. Wat ook mooi is zijn de vele taps overal waar iedereen die wil water kan drinken of zijn flesje vullen. We maken er dankbaar gebruik van!

Tenslotte lopen we via de Yarra River weer terug. En natuurlijk zijn ook nu weer straatartiesten aan het werk. Gezellig! 

De eerste week in Melbourne zit er weer bijna op. Wat is dat snel gegaan! Morgenavond vertrekken we naar Tasmanie. Vertrekken we op de “Spirit of Tasmania” vanaf dezelfde Pier waar ik vroeger samen met mijn ouders uit Australia ben vertrokken. Ben benieuwd!

Woensdag 8 Januari 2020, Melbourne Zoo

 

Als wij logeren in een plaats met een dierentuin dan kunnen we het nu eenmaal niet laten om die te bezoeken…. Dus nemen we vandaag de tram naar Melbourne Zoo. We laten bij de intree onze NVD passen uit Nederland zien en mogen ook hier weer gratis naar binnen. Met een intreeprijs van 38 dollar (ongeveer 25 euro) p.p. Mooi meegenomen!

Melbourne Zoo is een oude dierentuin maar het enige waar dat nog aan te zien is zijn de intree gebouwen aan beide zijden van de dierentuin en de oude apenkooi voor de hoofdingang. Een stenen kooi met tralies aan de voorkant van ongeveer 4 m.   breed en 2 m. diep. Onvoorstelbaar maar tussen de foto’s van mijn vader zit er nog een van een grote gorilla in dezelfde kooi…

Het huidige gorillaverblijf en ruim en groen. De hele dierentuin is groen. Blijkbaar gelden de restricties voor het watergebruik hier niet want het steekt erg af bij al het dorre gras dat we onder weg tegen kwamen. Ook de bomen zien er fris uit. De bomen in de stad zijn groen, maar niet fris.

De dierentuin is goed verzorgd en de verblijven zijn ruim en schoon. Er is een zeehondenverblijf met rotsen en echte golfslag erin en de dieren lijken ervan te genieten. In de hele tuin wordt enorm veel aandacht aan de “plastic soup” besteed. Je kunt de borden niet ontlopen. Vooral het oplaten van ballonnen wordt met nadruk besproken. Op een enorm scherm in het zeehondenverblijf wordt een tekenfilm gedraaid die laat zien wat een schade die ballonnen aan richten in de natuur. Overal in de dierentuin hangen borden met de tekst: “When balloons fly, seabirds die”  (Als ballonnen zwerven zullen zeevogels sterven) een geweldige slogan! Er is zelfs een stand waar kinderen en volwassen officieel vast kunnen leggen dat ze bij festiviteiten geen ballonnen maar zeepbellen op zullen laten.

Geweldig. Een van de grote taken van dierentuinen is het kweken van bewustzijn bij volwassen maar vooral ook bij kinderen over wat er in de natuur aan de hand is. Want de kinderen zijn wel de toekomst van de planeet. En de Melbourne Zoo neemt dat heel serieus. Want welk  kind wil nu dat er een dier dood gaat door de ballon die het op laat? Geen een toch! Maar dan moeten ze eerst wel weten wat de gevaren van die ballonnen zijn…. En daar kan hier niemand meer omheen!

Vanavond gaan we naar (alweer) naar de Victoria Markets. Op woensdagavond zijn daar de Summernights. Geen gewone markt maar een feest met kraampjes met eten vanuit alle hoeken van de wereld, muziek en allerlei zelf gemaakte dingen zoals sierraden, kaarsen, kaarten, schilderijtjes etc. Gezellig maar heel erg druk. Te druk voor mij dus we houden het er niet lang vol.  Net lang genoeg om wat te eten. Buiten kijken we nog even bij een muziekgroep en dan gaan we maar  weer terug naar Tom.

Langs de Yarra River zitten vanavond een aantal tekenaars en schilders. Je kunt er een portret laten schilderen of gewoon een mooi schilderijtje kopen. Er zit een jonge vrouw een prachtig waterverf schilderijtje te maken van een koalamoeder met een baby op haar rug. Ze vertelt dat er zondag een veiling is voor de slachtoffers van de Bosbranden en dat ze het daar gaat verkopen. Mooi initiatief!

De dag zit er weer op. Ik kan bijna niet geloven dat we al weer een week van huis zijn. Nog 7 weken te gaan….

 

Dinsdag 7 Januari, Melbourne op grote hoogte…

Tom heeft een heerlijke massagestoel. Die schudt, kneedt, duwt en knijpt een kwartier lang je hele lichaam. Je komt er als herboren uit…. of gekneusd. Frans geniet er in elk geval van!

Het is vanochtend een stuk helderder dan gisteren en de doordringende geur van rook is ook verdwenen. Of we zijn er aan gewend…. 

De eerste bestemming van vandaag is de Victoria Market. Daar wil Frans een paar hoeden halen. Het is vandaag 22 graden maar voor de komende dagen zijn temperaturen van 34 graden voorspeld en dan is de schaduw van een hoed voor je gezicht heerlijk. Daarnaast willen we voor onze kleinzoon Rob nog naar een T-shirt kijken. Drie jaar terug brachten we voor hem een shirtje mee met een wollig wombatje erop. Hij heeft er in gewoond! Nadat het te klein was geworden droeg hij het shirtje van zijn zus en nu is hij ook alweer bijna uit het shirt van zijn grote neef Kevin gegroeid…. Nou dan heeft hij toch zeker weer een nieuw verdiend! En natuurlijk ook een shirt voor Lisa, Bregje en Kevin, ieder naar eigen smaak en leeftijd….

In de Foodcourt van de Victoria Market scoor ik eindelijk weer een Shepards Pie. Een pastei gevuld met een heerlijke vleesvulling. In Nederland is die niet te krijgen. Een keer dacht ik er een te hebben gevonden maar de smaak en structuur leken er nog niet eens op. Genieten dus. Daar gaat mijn figuur! 

Langs de Yarra River stuiten we weer op een straatartiest die daar zijn komische show weg staat te geven. Als hij ziet dat ik sta te filmen vraagt hij waar ik vandaag kom. En vertelt daarna met luide stem aan alle anderen dat ik speciaal uit Nederland ben gekomen om naar zijn show te komen kijken… De grapjas gaat nog even speciaal voor mijn camera liggen showen… Lachsalvo’s alom…

Het lijkt helder, daarom besluiten we vandaag een kijken te gaan nemen op het Eureka Deck, de 88e verdieping van het Eureka gebouw. Maar boven aangekomen blijkt het zicht toch niet veel verder te gaan dan de stad zelf. Hoewel we het van beneden af niet kunnen zien blijkt er op wat grotere hoogte een hele hoop rook te hangen. Desondanks is het uitzicht indrukwekkend. We nemen ook nog even een kijken op het balkon buiten maar worden zowat uit de kleren geblazen. De wind op deze hoogte is verschrikkelijk dus lang houden we het buiten niet uit.

Met klapperende oren van de snelheid van de lift suizen we weer naar beneden. Tijd  om weer naar Tom te gaan. Daar kijken we het nieuws dat hier de hele dag over de vreselijke bosbranden gaat. De waarschuwingen en de voorspellingen, maar ook de verhalen van de mensen die er midden in zitten. Mensen die alles zijn verloren door het vreselijke vuur. Een vrouw die na de brand terug ging en nu wanhopig aan het zoeken is naar de dieren uit haar Wildlife Rescuecentre die ze bij de evacuatie moest achterlaten. Farmers die terug komen en bijna al hun vee dood terug vinden. De paar die nog leven zo ernstig verbrand dat ze zo snel mogelijk moeten worden afgemaakt.

Maar ook degenen die nog wel een huis hebben om naar terug te gaan maar geen voorzieningen meer hebben. Geen water, gas, licht. Geen telefoon of internet. Geen brandstof voor de auto te krijgen, geen eten in de supermarkten, geen eten voor de dieren. Alleen zwartgeblakerde natuur om hen heen… 

Wildlife dat aan de branden is ontsnapt maar nu nergens meer voedsel of drinken kan vinden. Hartverscheurend zijn ook de dieren die ernstig verbrand zijn maar niet gevonden worden en dus ook geen hulp krijgen… En de mensen die ondanks de eigen ellende wanhopig proberen daar iets aan te doen.

Buiten af en toe een rooklucht merken wij er hier niet veel van. Maar een paar honderd kilometer van deze vibrerende stad speelt zich een enorm drama af. En het is nog maar het begin. Want de gevaarlijkste tijd voor de branden is in februari. En dat moet nog komen….

Maandag 6 Januari 2020, Melbourne

Om 5.00 uur lig ik al weer uit wakker in mijn bed en kan echt niet meer slapen. Ik besluit de site maar weer bij te gaan werken. Gisterenavond was ik zo moe dat het niet meer lukte. Kan ik nu mooi op mijn gemakje doen, ik heb nog uren voor het tijd is om op te staan.

Na het ontbijt pakken we onze spullen en vertrekken naar Tom. Het is nog steeds regenachtig en zodra we de deur uit stappen ruiken we de rook van de bosbranden. De dichtstbijzijnde is 250 km hier vandaag en we kunnen het helemaal hier ruiken. Kun je nagaan hoe enorm ze zijn!

Het is maar een kwartiertje lopen dus we zijn er zo. Tom heeft een mooi appartement aan de andere kant van de Yarra River. We nemen de voetgangersbrug maar als we daar heen lopen blijken we een flinke trap op en af te moeten om onder het spoor door the komen. Pffff met een loodzware koffer! Ik heb mazzel, een voorbijganger ziet me stuntelen en komt me helpen. Frans heeft pech, die mag het helemaal zelf doen. Maar dat vind hij ook helemaal niet erg.

We blijven niet lang bij Tom. Het is de laatste dag dat zijn Duitse vriendin hier is. Vanavond vertrek ze weer en we willen hen die laatste uurtjes samen niet op de lip zitten.

Bij de Yarra River aangekomen zien we de vele hijskranen op de wolkenkrabbers staan. Er wordt hier echt enorm veel, en vooral ook hoog, gebouwd. We steken de brug over voor een bezoekje aan het Aquarium maar als we daar aan komen zien we dat de bezoekers met de benen buiten hangen. Zo druk hebben we het hier nog nooit gezien maar het is hier natuurlijk nog wel grote vakantie… Gaan we in de rij staan en bij alle aquariums dringen om iets te zien? Nee, daar hebben we geen van beiden zijn in. 

We nemen de tram naar de Docklands. Een vrij nieuw gebied aan de Philip Baai. Drie jaar geleden was er nog niet veel bebouwd. Een leuk winkelcentrum en een enorm reuzenrad. Wat het nut daar van is als er zoveel nog veel hogere wolkenkrabbers in de omgeving staan ontgaat me even maar het staat er in al zijn glorie. Helaas staan de deelnemers niet echt te dringen om een ritje in het rad te maken…

Er is de afgelopen drie jaar hard gewerkt. Waar eerst alleen het winkelcentrum was moeten we nu tussen de bebouwing zoeken waar het is gebleven. Het is hier behoorlijk vol gebouwd. 

Na een uurtje hebben we het wel gezien en nemen we de tram terug naar de City. Tom heeft ons aangeraden om eens in de Bibliotheek te gaan kijken. Een prachtig oud gebouw dat diverse tentoonstellingen herbergt. En als die je geen van allen kunnen boeien is er altijd het gebouw zelf nog. Het is er zo mooi dat we er uren door brengen. Er is een fototentoonstelling over de geschiedenis van Victoria (de Staat waar Melbourne in ligt) en vooral de foto’s uit de tijd dat we hier woonden vind ik erg interessant. Er hangen prachtige schilderijen die mijn handen laten jeuken om zelf een schilderskwast in mijn handen te pakken en in de Dome kijken we onze ogen uit naar het gebouw zelf.

Na een lekkere Nacho maaltijd drinken we nog wat in de pub tegenover het Flinder Street Station. En dan is het tijd om terug te gaan naar Tom. Weer een mooie dag Melbourne voorbij. En morgen? Dat zien we dan wel weer!

Zondag 5 Januari 2020, Melbourne

De vlucht van Hongkong naar Melbourne duurt ongeveer 9 uur. Er is wat meer turbulentie maar buiten wat gehobbel alsof we over een slecht zandpad rijden merken we er weinig van.

Als het licht wordt blijkt het bewolkt. Een heel andere bewolking dan we meestal zien. De wolken hanger veel hoger. We zitten op 12500 m hoogte en zitten er maar net boven. Het ziet er uit als een woelige zee, compleet met schuimkoppen.  Soms breekt het een stukje open en zien we ver daaronder nog een ander wolkendek hangen.

Pas vlak voor Melbourne komen we onder de wolken uit en zie ik dan eindelijk het vasteland van mijn geliefde Australia. Maar het is beschadigd…. Meteen is de enorme droogte waar ze hier al jaren mee kampen zichtbaar. Zover we kunnen kijken geen groen veldje te zien. Alles is even dor en geel…. geen wonder dat Australia in brand staat…. Die branden zien we tijdens de vlucht overigens niets van. Wij zijn dwars over het centrum gevlogen, de branden zijn vooral aan de randen van het continent.

Het regent als we buiten komen en elke andere vakantie zou ik het jammer vinden. Maar nu kan ik er alleen maar blij om zijn. Het kan niet hard genoeg regen, het is zo verschrikkelijk broodnodig hier! Hans uit het door brand geteisterde Lakes Entrance had ons gevraagd om wat regen mee te brengen. Waarschijnlijk niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat maar hier is het!

Het hotel is prima. Voor zo’n 60 euro per nacht hebben we een compleet appartement met zelfs een heel ruime keuken. We blijven hier maar 1 nacht, morgen gaan we bij onze vriend Tom logeren.

Eerst brengen we een bezoek aan een telefoonwinkel voor een Australische simkaart. Nu kunnen we tegen lokaal tarief bellen en internetten terwijl de what’s app gewoon blijft werken. Makkelijk! 

We kuieren wat door de City. Het eerste dat opvalt is de enorme bouwplaatsen overal. Ze zijn hier bezig om een metrolijn onder de stad door te leggen en we zien dat daar veel gebouwen voor afgebroken zijn. Als alles klaar is zal het vast wel mooi worden maar nu is het vooral heel rommelig. Wat ook opvalt is het grote aantal zwervers dat langs de straten zit te bedelen. Een duidelijk teken van de slechte sociale voorzieningen hier.

Melbourne is een studentenstad. Dat maakt hem levendig en we stuiten dan ook overal op straatartiesten. Vooral muziekanten laten luid horen wat ze in hun mars hebben. En ik moet zeggen dat er heel goede tussen zitten!

Vandaag is ook de laatste dag dat de beroemde Kerstetalages van het warenhuis Myer te zien zijn dus gaan we ze nog even bekijken. Dit jaar is het thema: The Gummybabys. De etalages laten het verhaal zien van e Gummiebabys die de stad bezoeken. De mensen verdringen zich voor het glas om de leuke tafereeltjes te bekijken.

En dan stuiten we op iets wat bij ons al jaren lang verdwenen is. Een moderne openbare telefooncel! Blinkend en wel. En ook dat is een van de grote verschillen tussen Australie en Nederland. Die cel zou het in Amsterdam nog geen week overleven!

Doodmoe komen we terug op de hotelkamer. Vanavond vroeg naar bed. En morgen? Dat zien we dan wel weer!

Zaterdag 4 Januari 2020, Hongkong

 

44B89358-7BF5-4EC5-8422-F943DD7C955A

We willen zo snel mogelijk in het nieuwe ritme zitten dus gaan we pas om 22.30 uur naar bed. En deze keer val ik bijna meteen in slaap. Tot 5.15 uur…. Het lukt me niet meer om verder te slapen dus ik doe de gordijnen maar open. Twee wanden zijn helemaal van glas. Het is nog helemaal donker maar al snel word ik getrakteerd op een prachtige zonsopgang. Recht vanuit mijn bed. 

Het ontbijt is enorm uitgebreid. Als we zouden willen kunnen we er zelfs een complete warme maaltijd van maken en we later het ons dan ook goed smaken.

Veel voeren we vandaag niet uit. Een beetje rond wandelen in de buurt van het hotel, koffie drinken op een terras en dan is het weer tijd om te vertrekken.  We staan met onze koffers voor het hotel op de bus te wachten, ruim op tijd. Maar daar is het personeel het niet mee eens. We moeten terug naar binnen, lekker op de bank gaan zitten en zij letten op onze koffers. En als de bus er aan komt krijgen we een seintje. Service!

De Check-in op het Vliegveld gaat vlot en ook de paspoortcontrole en bagagecheck zijn we zo door. We kuieren een half uurtje tussen de winkels door als Frans ineens vraagt: “Waar is het schilderij?” OEPS…. Ik heb afgelopen maanden een schilderij van onze vrienden Hans en Gwen gemaakt en dat hebben we voor hen bij. maar ik heb het niet meer!!!

Ik schiet gigantisch in de stress. Sta te trillen op mijn benen en moet moeite doen om niet in huilen uit te barsten. We vinden een informatiepunt en zij bellen naar de bagagecheck. Daar ligt niets. We worden doorgestuurd naar een ander informatiepunt, die kunnen bellen naar de check-in balie. En na enkele zenuwslopende minuten komt het verlossende antwoord: ja, mijn pakketje ligt daar nog. Pffff. Maar dan heb ik het nog niet. Ik voel me pas gerust als ik het zelf weer in mijn handen heb. Het is niet zo dat iemand het kan komen brengen. Ik moet het zelf op gaan halen en er zelf weer mee door de Douane en Controlepunten. Maar dat kan niet want ik ben al door de Douane geweest en sta dus in het systeem al weer op “vertrokken uit Hongkong”. En gewoon weer door de douane naar binnen mag ik ook al niet. Er wordt iemand opgetrommeld en ik moet met hem mee. Frans blijft achter met de rest van de handbagage. Voorheen zou ik hier mijn hand niet voor omgedraaid hebben maar sinds mijn collaps in april heb ik een angst ontwikkeld om  alleen dingen te ondernemen. Daardoor voelt dit als een gigantische drempel maar ik moet er overheen als ik mijn schilderij terug wil hebben.

Ik loop achter de man aan naar Immigratie. En ik ben zo ongerust over het schilderij dat ik ook geen tijd heb om me bezig te houden met gedachtes over wat er zou kunnen gebeuren nu ik hier zonder Frans in een vreemde omgeving loop. Iets wat ik enkele weken geleden nog niet had gekund. Ik geef mijn paspoort af en wacht. En wacht. En wacht. De douanier komt terug. Hij kan geen registratie van mij vinden in zijn systeem…  OOOOOOw nou dat weer…. Ik weet zeker dat ik op mijn Australische paspoort ben binnen gekomen maar laat ook mijn Nederlandse pas zien. Nee, daar is ook geen inreisregistratie op te vinden…. De douanier gaat het nog eens proberen en na een tijdje komt hij terug. Het is gelukt, mijn vertrek uit Hongkong is gecanceld, ik mag verder. 

Bijna rennend ga ik achter mijn begeleider aan naar de incheck balie. En daar staat  mijn dierbare pakket! Dolgelukkig pak ik het aan. Mijn begeleider gaat me voor door ale personeelsingangen en controles en voor ik het weet sta ik weer voor bij de douane. Het laatste stukje moet ik een andere ingang nemen maar mijn begeleider wijst naar een winkel iets verderop en zegt dat hij mij daar weer ziet. Ik knik, ga door de deur en loop naar de winkel. Maar ik zie de man niet meer terug. Waarschijnlijk heeft hij toch iets anders bedoeld….

Ik loop trillend van de zenuwen een ronde in de buurt van de winkel. Roltrap op, roltrap af…. Hoe vind ik nou Frans nog op tijd terug? Het Vliegveld is gigantisch en alle gangen liken op elkaar.  Maar dan schiet me te binnen dat de Informatiebalie waar hij zou wachten bij Gate 11 was. Daar moet ik heen! Opgelucht loop ik naar de Gate. Die is vlakbij en in een mum van tijd heb ik Frans weer gevonden. Ruim op tijd om het vliegtuig te halen…

Als we bij de Gate zitten te wachten om aan board te gaan komt de spanning er uit. Langzaam rollen er een paar tranen over mijn wangen. Maar dat geeft niet, het lucht alleen maar op. Ik heb een enorme drempel genomen en het ging goed. Ik heb mijn schilderij weer terug en zal dat vast niet meer vergeten! 

Als we vertrekken is het inmiddels aardedonker. De lichtjes van Hongkong zijn prachtig. We maken ons op voor een lange nacht in het vliegtuig. En dan morgen eindelijk weer terug in mijn geliefde Melbourne. Met schilderij!

Vrijdag 3 Januari 2020,  Hongkong

Erg veel slapen doe ik niet maar bij het opstaan voel ik me toch opvallend rustig. Terwijl ik andere jaren geen hap door mijn keel kon krijgen lukt het me nu zelfs om fatsoenlijk te ontbijten. Maar als we op de luchthaventransfer zitten te wachten slaan de zenuwen ongenadig toe. Ogenschijnlijk rustig maar inwendig hevig trillend zit ik mijn zenuwen te verbijten. En eenmaal in de bus komen er toch weer een paar  waterlanders. Ik veeg ze stiekem weg en hoop dat niemand het gezien heeft. Eigenlijk is het helemaal niet erg want met de tranen vloeien ook de zenuwen weg.

Na het online inchecken hebben we de boardingpassen uitgeprint. Dubbelzijdig, geen goed idee. De automaat waar we de koffers in moeten leveren leest de passen niet. Een behulpzame grondstuwardes print een paar nieuwe voor ons uit die Frans bij de controle van de handbagage al weer kwijt is. Maar gelukkig lezen de andere machines de dubbelzijdige versie wel….

De vlucht is rustig. Af en toe een klein beetje turbulentie maar dat mag geen naam hebben. De stoelen hadden wel wat ruimer gemogen. Ik ben bij dat wij niet lang zijn. We kunnen onze benen kwijt maar dan heb je het ook wel gehad. En ook in de breedte lukt het allemaal maar net. Helaas ook daze keer… geen slaap. Heel even doezel ik weg, word weer wakker van het geluid van de film die ik zit te kijken, maar als ik dan het scherm uit zet lukt het niet meer om in slaap te vallen. Ik zie 4 complete films tijdens de 11 uur en 15 minuten durende vlucht…. 

Om 7.05 uur Hongkong tijd (1.05 Ned. Tijd) landen we. We kunnen alles ook volgen op het scherm want zowel boven als onder het vliegtuig hangt een camera die de heel vlucht life beelden geeft.

De bus naar het hotel is zo gevonden. Zodra we bij het hotel uitstappen komt er al iemand met de koffers helpen. Het hotel blijkt heel chique… Helaas is onze kamer nog niet klaar. Sterker nog, de vorige gasten zitten er nog in en mogen nog tot 12 uur blijven. Incheck tijd is eigenlijk ook pas 15.00 uur. En het is amper 9.00 uur… Pfff….   

De receptioniste heeft wel een andere oplossing. Als we wat bij betalen kunnen we een upgrade krijgen naar een hoekkamer met zeezicht. En die is al wel beschikbaar. Tja, we zijn doodmoe en nog 6 uur op de kamer wachten is ook niet leuk dus doen we het maar.

Dan komen we de kamer op…. die is groot, luxe en mooi, maar WOW, wat een prachtig uitzicht! We proberen een uurtje slaap in the halen maar helaas, ook nu geen resultaat. Nou, dan maar niet, dan slapen we straks goed. We gaan de omgeving  verkennen.

Het hotel staat in Discovery Bay. Een prachtige groene omgeving maar weinig te doen. Als we tijdens onze wandeling op de veerboot naar het centrum van Hongkong stuiten besluiten we die te nemen. Kost omgerekend zo’n 6 euro p.p. per rit en het is veel leuker om naar het centrum te gaan dan de metro te nemen. Het is heerlijk warm dus we zoeken een plekje op het open bovendek.

Het centrum van Hongkong valt tegen. We zijn er natuurlijk al vaker geweest maar dat was steeds aan de andere kant van de baai. De kant waar de veerboot ons af zet is het zakencentrum en buiten veel flats kunnen we er niet zoveel vinden. En jeetje, wat  zijn er in een paar jaar veel wolkenkrabbers bij gekomen! Het uitzicht over de baai en de flats die aan de overkant liggen te schitteren in de zon is prachtig. Maar veel van de wolkenkrabbers blijken van dichtbij, als je hoger dan de eerste twee verdiepingen kijkt vooral heel vies te zijn. Na zo’n 1.5 uur varen we weer terug naar Discovery Bay. Daar zit ik nu te genieten van het prachtige uitzicht van onze hotelkamer terwijl ik dit stukje schrijf. Het is donker en een stukje verderop twinkelen de lichtjes van Disneyland Hongkong. Nog eventjes en dan ga ik mijn mandje op zoeken. Hopen dat Klaas Vaak mij dan eindelijk weet te vinden!

Woensdag 1 Januari 2020  Afscheid….

En dan is het echt zover. Vandaag vertrekken we echt….

Nog een laatste keer met de stofzuiger en dweil door het huis…. een halve jaar voorraad eten voor Pukkie klaar zetten want hij mag niets tekort komen….. ijskast leeg…. bloemen water…..

’s Middags nog even gezellig allemaal bij elkaar. En natuurlijk ben ik weer zo dom om aan Kevin te vragen wat hij graag wil dat we voor hem mee brengen uit Australie. Dom dom dom want ik weet dat hij er een sport van maakt om het zo moeilijk mogelijk te maken. En ja hoor grinnikend vraagt hij om een Jaguar die in een boom klimt! Geen koala, geen kangaroo, geen Tasmaanse Duivel maar een jaguar die in een boom klimt….. we zullen zien….

En dan een laatste knuffel voor we naar huis lopen voor de laatste dingetjes. We worden uitgezwaaid tot we niet meer te zien zijn.

Thuis is eigenlijk ook niet veel meer te doen en ruim een uur voor vertrek zitten we kant en klaar te wachten. Pukkie heeft al lang door dat er wat aan de hand is en ligt als een geslagen hondje, of in dit geval geslagen katje, op bed. Met droevige oogjes kijkt hij even op maar draait dan zijn kopje weer om. Tja, ik vind het ook niet leuk voor hem maar er wordt goed voor hem gezorgd. Ik aai nog een keertje over zijn kopje en laat hem dan rustig liggen.

Karin brengt ons naar het Ibis Hotel naast Schiphol. Het is rustig op de weg. Even een beetje mistig bij Utrecht maar gelukkig is het zo weer weg. En dan moeten we ook van haar afscheid nemen. Nog een vette knuffel en dan sta ik zelf te zwaaien tot ik de auto niet meer zie. Het hoort erbij maar het is een vervelend aspect van de vakantie, afscheid nemen….  Veilige rit naar huis meisje, tot over 8 weken!

31 December 2019, Bijna…..

 

Het is bijna zover. De koffers staan gepakt, het huis extra opgeruimd en er staat een enorme voorraad eten voor Pukkie klaar. Het hotel bij Schiphol is geboekt en we zijn ingechecked voor de vlucht naar HongKong.

Het was een tijdje spannend of we wel konden gaan. Afgelopen april ben ik in een winkel niet goed geworden, onderuit gegaan en met een groot gat in mijn hoofd en een flinke hersenschudding in het ziekenhuis weer wakker geworden. Het voorval had een lange en vervelende nasleep. Ik ben eventjes bang geweest dat ik het niet op tijd zou redden maar we hebben gelukkig op tijd groen licht gekregen. Dus….. Australia, here we come!